De collecties-Vandermaelen (Koninklijke Bibliotheek van België)

De collecties-Vandermaelen van de Koninklijke Bibliotheek van België (door Wouter Bracke & Marguerite Silvestre, 2015)

De afdeling Kaarten en plans van de Koninklijke  Bibliotheek van België bezit zonder meer de grootste en rijkste collectie losse kaarten, atlassen, wereld- en hemelbollen van het land. Maar ze is niet de enige afdeling in de bibliotheek waar kartografisch materiaal wordt bewaard.1 Toen in 1969 naar aanleiding van de inhuldiging van de nieuwe gebouwen van de nationale bibliotheek het Liber memorialis werd gepubliceerd met een korte beschrijving van de verschillende afdelingen die de bibliotheek telde, beperkte de toenmalige conservator van de afdeling Kaarten en plans Antoine De Smet zich dan ook niet tot wat in de pas opgerichte afdeling werd bewaard, maar gaf hij een overzicht van de volgens hem belangrijkste documenten voor de geschiedenis van de kartografie die in de hele bibliotheek worden bewaard.

Zo vermeldde hij Macrobius en zijn commentaar op Cicero’s Somnium Scipionis (hss. 10.146 en 10.038-53), Isidorus van Sevilla (hss. 9.311-19, 9.844, II 2.548, 5.547-58), het Liber historiarum van Guido van Pisa (hs. 3897-3919), Antoine Sanderus’ handschrift voor het derde volume van zijn Flandria Illustrata (hs. 16.823), incunabelen van Ptolemaeus’ Geographia, de astronomische tafels van Henricus Baers (1528), de werken van Gemma Frisius, enzovoort.2 Nog andere werken had hij nog aan zijn lijst kunnen toevoegen: de handschriften van Sallustius kunnen hieraan toegevoegd worden omdat ze vaak een wereldkaart afbeelden zoals hs. 10.057-62 of het hs. 9.231 van La Fleur des histoires met de prachtige en overbekende wereldkaart, of nog Marino Sanudo’s Liber secretorum fidelium crucis (hs. 9.347-48).
Vóór de oprichting van de autonome afdeling Kaarten en plans in de jaren 1960, maakte de dienst deel uit van de afdeling Gedrukte werken en voordien van het Prentenkabinet. Hoewel de kaarten uitdrukkelijk zijn vermeld in het organiek reglement van 1838 als deel van de eerste van de twee afdelingen waarin de bibliotheek toen werd ingedeeld – afdeling 2 omvatte de handschriften –, zijn ze lang stiefmoederlijk behandeld. Zo heeft algemeen conservator Louis Alvin het in zijn verslag voor de periode 1854-1856 over une assez nombreuse collection de cartes géographiques et topographiques, plans, etc. qu’il n’a pas été possible, jusqu›à ce jour, de classer convenablement, ni de cataloguer, ce qui rend très difficiles les recherches à faire dans cette partie.3 Twee jaar later kan hij dan toch meedelen dat een voorlopige catalogus van de kaarten is opgemaakt.4 In 1880 krijgt de collectie een nieuwe catalogus die toelaat gemakkelijk aanwinsten toe te voegen. In 1883-84 telt de verzameling 1.350 kaarten en plans. De verzameling Vandermaelen die in dat jaar de bibliotheek binnenkomt, is hier niet meegerekend omdat ze nog niet geïnventariseerd is. Ze wordt geschat op verscheidene duizenden kaarten. Die verzameling is een van de orgelpunten van de collectie: het bevat zowel de eigen productie als de private collectie kaarten van Philippe Vandermaelen.

De verwerving van de Collectie Vandermaelen
Zoals uit het voorgaande blijkt, het jaar 1880 is een keerpunt in de geschiedenis van de kaartenverzameling in de Koninklijke Bibliotheek. De losse kaarten en plannen werden zoals gezegd bewaard in het Prentenkabinet, voornamelijk omwille van het formaat. Ingebonden atlassen bevonden zich in de afdeling Gedrukte werken. De inventaris van het Prentenkabinet bevatte in die tijd circa 1.200 kartografische eenheden, alle op losse bladen.5 In 1880, over een periode van zes maanden, zorgde de komst van duizenden kaarten en plannen – in twee opeenvolgende golven – ervoor dat de kaartenverzameling van de Koninklijke Bibliotheek verviervoudigde. Meteen kwam er ook een eind aan het rustige bestaan in het Prentenkabinet. De eerste golf bestond in een schenking, de tweede in een aankoop, maar beiden hadden dezelfde herkomst: het Etablissement géographique de Bruxelles van Philippe Vandermaelen. Die was al op 29 mei 1869 overleden, maar het is pas op 20 mei 1880 dat Joseph Vandermaelen, zoon van de kartograaf, aan de Koninklijke Bibliotheek schenking doet van ‘un don considérable de toutes les publications de l’Institut géographique‘.6

Toen zes maanden later, van 16 tot 26 november, de bibliotheek en de wetenschappelijke collecties van het Etablissement Géographique op een openbare verkoop werden aangeboden gaf hoofdconservator Louis Alvin de opdracht om een grote partij kaarten, honderden boeken en het indrukwekkende archief te kopen.7 Louis Alvin kende de instelling goed omdat hij er op het einde van de jaren 1830 literatuur had onderwezen.8 Omdat de Koninklijke Bibliotheek niet de middelen vond om de komst van een dergelijke hoeveelheid documenten te verwerken zou de collectie van Vandermaelen een hele eeuw lang opgeslagen blijven in de laden en kasten in de magazijnen zonder dat iemand ernaar omkeek. Deze toevloed van documenten had toch ook wel een onmiddellijk positief gevolg voor de collectie kaarten en plans in het algemeen: de hoofdconservator verzocht immers de bevoegde minister een extensie te geven aan de afdeling. Deze uitbreiding werd des te noodzakelijker geacht omdat na de collectie Vandermaelen ook de kadastrale atlas van Popp door de afdeling was verworven. ‘Cette mappothèque, zo meende Alvin, devrait occuper un espace égal à l’une des salles du Cabinet des Estampes.9 In 1901 begon bibliothecaris Albert Tiberghien, in dit kabinet, met het rangschikken en catalogiseren van de eerste verzameling kaarten, terwijl de collectie Vandermaelen in de laden bleef liggen tot ook haar tijd zou komen.

Philippe Vandermaelen, de Mercator van de negentiende eeuw
Philippe Vandermaelen (1795-1869) was de zoon van een arts die zich tot industrieel had omgeschoold – voornamelijk in de zeepsector – en een van de rijkste Brusselaars was geworden. Vander-maelen, die van jongs af uiterst geboeid was door geografische kaarten, vormde zich op eigen houtje, de neus in de boeken, in de natuurwetenschappen en de verschillende methodes van kartografische projectie. Terwijl hij ook actief was als koopman – hij had een bloeiende drogisterij en verfwinkel in het centrum van Brussel –, besteedde hij een enorm bedrag aan kaarten, wetenschappelijke boeken, tijdschriften van geleerde genootschappen en reisverhalen die waar ook ter wereld verschenen. Met datzelfde geld had hij een kasteel kunnen kopen.

In 1825 – hij was toen nog geen 30 jaar oud – publiceerde hij de eerste afleveringen van een monumentaal werk, de Atlas universel op 400 bladen, alle op dezelfde schaal (1:1.640.000), die hij in 1827 voltooide. Deze atlas kende een overdonderend succes. Het was immers de eerste atlas ter wereld die was opgebouwd op basis van één enkele projectie en met één en dezelfde schaal; het was ook voor het eerst dat andere continenten dan Europa werden voorgesteld op dezelfde schaal als het Oude Continent. In principe kon men met alle afzonderlijke bladen een reusachtige wereldbol maken met zeven en een halve meter doorsnede; in werkelijkheid werden de kaarten vooral ingebonden in zes zware volumes. Het was ook de eerste atlas die werd gelithografeerd. De lithografie was een techniek die op het vlak van de kartografie nog in haar kinderschoenen stond; de meeste geografische kaarten werden nog in koper gegraveerd. Vandermaelen paste als eerste deze lichtere, flexibelere en goedkopere druktechniek toe op de industriële productie van kaarten. Ondanks zijn hoge prijs – 500 goudfranken – waren de duizend exemplaren van de Atlas universel in enkele jaren uitgeput; ze werden verspreid aan de vorstelijke hoven, aan universiteiten, bibliotheken en de voornaamste kringen in Europa en daarbuiten. Philippe Vandermaelen was een naam geworden in de kartografie.
In 1830, aan de vooravond van de Belgische onafhankelijkheid en terwijl hij de Atlas de l’Europe in 165 folio’s uitgaf, richtte Vandermaelen zijn eigen wetenschappelijke onderneming op, het Etablissement géographique de Bruxelles. In de Vlaamse wijk, aan de poorten van de hoofdstad, vond hij onderdak voor zijn lithografische persen, zijn teken- en graveerateliers, zijn bibliotheek en zijn kaartenverzamelingen. Zonder enige overheidssteun, werd hij de productiefste en meest gevraagde Belgische kartograaf van zijn tijd, zowel van de Staat als van de privésector. Terwijl het Dépôt de la Guerre, het officiële kartografische instituut van de nieuwe Staat, nog in zijn weg zocht – wat iets meer dan dertig jaar zou duren –, was Vandermaelen de facto de kartograaf van zo goed als alle overheidsdiensten geworden. Op enkele uitzonderingen na kwamen de verschillende bestuurlijke niveaus, provincies en gemeenten stelselmatig met hun bestellingen tot bij hem. Ook heel wat private ondernemers deden een beroep op hem om de projecten in kaart te brengen die ze vervolgens bij de overheid wilden indienen. Zo lithografeerde Vandermaelen een aanzienlijk aantal projecten van stadsontwikkeling en spoorlijnen.

De ambitie van Vandermaelen ging echter verder dan alleen maar de kartografie. Zijn ware passie was de geografie, die hij beschouwde als een universele wetenschap die alle menselijke kennis omarmde. Hij koesterde de ambitie om, met zijn instituut als uitvalsbasis, alle wetenschappelijke kennis bijeen te brengen en te verspreiden. Vandermaelen investeerde al zijn middelen – zijn tijd, zijn vermogen, zijn relatienetwerken, zijn persen, zijn genie – in de organisatie van het verzamelen, verwerken en verspreiden van gegevens.

Hij maakte van zijn Etablissement Géographique een veelzijdige instelling. Naast zijn kartografische onderneming, een rijke bibliotheek met meer dan 30 000 volumes en een indrukwekkende kaartencollectie, creëerde Vandermaelen ook een natuurhistorische galerie en een etnografisch museum. De ontelbare – anatomische, zoölogische, botanische, geologische, numismatische – verzamelingen waren het voorwerp van een wetenschappelijke indeling en werden ter beschikking gesteld van onderzoekers. Met zijn broer en vennoot Jean-François (1797-1872) bouwde hij een planetarium en legde hij broeikassen en een botanische tuin aan. In 1832 al financierde hij wetenschappelijke expedities naar Amerika en Oceanië. In Brussel leidde hij jonge natuurkundigen op die hij vervolgens uitstuurde om orchideeën en vogels te verzamelen in Brazilië, cactussen en mineralen in Mexico, granen en vogelbekdieren in Australië. In zijn streven naar de verspreiding van kennis richtte hij een school op en omringde hij zich met de beste professoren. Hij organiseerde lezingencycli, gratis openbare lessen en demonstraties voor het grote publiek. Het Etablissement géographique de Bruxelles was een bloeiend wetenschappelijk centrum waar belangrijke Belgische wetenschappers − botanici, geologen, chemici, geschiedkundigen − hun opwachting maakten. Gedurende bijna een halve eeuw kwamen vorsten en ambassadeurs, ministers en functionarissen, intellectuelen en professoren, ingenieurs en natuurkundigen elkaar tegen. Ze kwamen uit België, Europa en van overzeese gebieden

De Collectie Vandermaelen in de Koninklijke Bibliotheek
De Collectie Vandermaelen die de Koninklijke Bibliotheek van België bewaart, bestaat grotendeels uit de eigen productie van het Etablissement géographique de Bruxelles. Eerst en vooral produceerde deze instelling heel wat kaarten. Na kaarten van de wereld en van Europa te hebben vervaardigd, concentreerde Vandermaelen zich op België, dat intussen onafhankelijk was geworden. Hij onderhield bevoorrechte relaties met de administratie en wist op die manier de hand te leggen op de handgetekende plannen van de gemeentelijke kadasters. Hij verwierf ook de bestaande driehoeksmetingen. Hij stuurde zijn topografen uit naar de negen provincies om er de nodige opmetingen te gaan doen. Tegelijk begon hij aan een topografische kaart van het rijk op schaal 1:80.000, gevolgd door een andere op schaal 1:20.000, en publiceerde hij kadastrale plannen van de Belgische gemeenten. Het was een echt titanenwerk en hij is er nooit in geslaagd om ooit het hele land op kadaster vast te leggen. Wel lukte het hem om zijn kaart van België op schaal 1:80.000 en in 25 folio’s volledig af te werken in 1853. De publicatie wordt beschouwd als een meesterwerk van de lithografie. De 250 folio’s van de kaart op schaal 1:20.000 verschenen van 1846 tot 1854, lang vóór de kaart van het Dépôt de la Guerre waarvan de eerste bladen pas in 1865 van de persen rolden. Tegelijk tekende Vandermaelen plattegronden van steden, waaronder zeer veel plannen van Brussel, en publiceerde hij thematische kaarten, kaarten voor het openbaar onderwijs, geografische woordenboeken, jaarboeken, historische atlassen, kaarten van andere landen en continenten, globes … Vandermaelen werd zo de referentie op het vlak van de Belgische kartografie. In 1831, terwijl het Dépôt de la Guerre pas zijn eerste aarzelende stappen zette, deed de regering al een beroep op Vandermaelen om een Carte des frontières des ci-devant Provinces Unies te tekenen. De kaart diende om gebruikt te worden in het kader van de onderhandelingen tussen België en Holland. Het was het begin van een lange samenwerking tussen de Belgische overheidsadministratie en de private ondernemer. Eens hij de grenzen in kaart had gebracht, kreeg Vandermaelen de opdracht om ook de wegen, kanalen, spoorwegen en de telegraaf te karteren, gevolgd door de kartering van mijnen en industrieën, de waterpassing en de geologie van het rijk. Alle kaarten die hij op eigen initiatief tekende, de kaarten die hij voor de overheid lithografeerde en ook die welke hij voor privébedrijven vervaardigde worden vandaag, op enkele uitzonderingen na, bewaard in de afdeling Kaarten en plans van de Koninklijke Bibliotheek van België.

De afdeling bewaart ook een groot deel van alle documentatie die Vandermaelen bijeenbracht: circa 3.000 bundels met aantekeningen, circulaires, brochures, registers en diverse prospectussen alsook het merendeel van zijn spectaculaire kaartenbestand, bestaande uit vier miljoen steekkaarten die worden geacht de hele wetenschappelijke literatuur van 1830 tot 1869 te beslaan. Zijn verzameling kranten − ongeveer 2 500 specimina uit de hele wereld − werd toevertrouwd aan de afdeling Kranten en hedendaagse media.

Naast de eigen productie van het Etablissement Géographique bewaart de afdeling Kaarten en plans ook een deel van de kaartenverzameling van Philippe Vandermaelen. De collectie, die de basis vormt voor zijn kartografisch werk, wordt traditioneel ‘mappotheek’ genoemd. Het gaat om drieduizend kaarten op losse bladen, zowel oude kaarten als kaarten van de tijd van Vandermaelen. Sommige kaarten gaan terug tot de zestiende eeuw. Van de enkele honderden boeken die in 1880 werden verworven, worden de meeste bewaard in de afdeling Oude en kostbare drukwerken. Daartoe behoren atlassen, reisverslagen en beschrijvingen vergezeld van kaarten waarvan er vele hebben gediend ter voorbereiding van de Atlas universel, geografische en historische boeken, toponymische en taalkundige woordenboeken en, tot slot, enkele wetenschappelijke tijdschriften.

Het project Vandermaelen
In het begin van de jaren 1990 werd binnen de afdeling Kaarten en plans een klein team van onderzoekers samengesteld met als doel alle collecties-Vandermaelen die in de kasten van de afdeling werden bewaard stelselmatig te gaan inventariseren en te beschrijven op grond van de internationale bibliografische normen van de International Standard Bibliographic Description (ISBD). Het was een bijzonder ambitieus project. De kaarten werden immers bewaard zonder enig systeem, door elkaar en in alle mogelijke staten: naast afgewerkte en verkoopklare documenten waren er onvolledige reeksen, proefdrukken, werkexemplaren en losse fragmenten; naast documenten die van een handtekening en datum zijn voorzien, waren er ook vele anonieme documenten zonder datum. Vandaag heeft de Koninklijke Bibliotheek van België al zes boekdelen gepubliceerd, aan de publicatie van een zevende wordt gewerkt en een achtste is in voorbereiding. De eerste vijf zijn echte inventarissen, het zesde en het zevende zijn synthesewerken over de kartograaf en zijn instituut, het achtste zal handelen over de privéverzameling met kaarten van Vandermaelen. In het kader van het project ‘Reconstitution virtuelle de la mappothèque du cartographe Philippe Vandermaelen (1795-1869)‘ (Federaal Wetenschapsbeleid) wordt de kaartenverzameling virtueel gereconstrueerd en toegankelijk gemaakt via de website van de Koninklijke Bibliotheek van België.

Literatuur

  • Alvin, L. 1857. Rapport général sur la situation de la Bibliothèque royale de Belgique, adressé au ministre de l’intérieur par le conservateur en chef. Bruxelles: Deltombe.
  • Alvin, L. 1859. Rapport général sur la situation de la Bibliothèque Royale, pendant les années 1856-1857 et 1857- 1858, Présenté à M. Ch. Rogier, ministre de l’intérieur. Bruxelles: Deltombe.
  • Alvin, L. (1862), Rapport triennal sur la situation de la Bibliothèque royale, pendant les années 1858-1859, 1859-1860 et 1860-1861. Brussel: Deltombe.
  • Alvin, L. 1885. Exposé de la situation de la Bibliothèque royale durant l’année 1883-1884. Brussel: Régie du Moniteur belge.
  • Alvin, L. 1881. Rapport sur la situation de la Bibliothèque royale en 1880. Brussel: Régie du Moniteur Belge. Alvin, L . (1887), Situation de la Bibliothèque royale en 1885. Brussel: Régie du Moniteur.
  • Bracke, W. 2013. De collectie kaarten en plans in de Koninklijke Bibliotheek van België. In: van Royen, H. (red.). 2013. Gerard Mercator cartograaf, 1512-2012: de herinnering aan een ondernemend cartografisch wetenschapper, Gent: Snoeck, pp. 15 4-171.
  • Catalogue de la bibliothèque et des collections scientifiques, etc. de l’Etablissement Géographique à Bruxelles. 1880. Brussel: A. Bluf f, Librairie Ancienne.
  • De Smet, A. 1969. De afdeling Kaarten en plans. In Koninklijke Bibliotheek. Memorialis 1559-1969, Brussel: Koninklijke Bibliotheek van België, pp. 273-296.
  • Silvestre, M. 2014. Autour de Philippe Vandermaelen. Répertoire biographique des collaborateurs de l’Etablissement géographique de Bruxelles et de l’Ecole Normale. Brussel: Bibliothèque royale de Belgique (Inventaires raisonnés, VI).
  • Wellens-De Donder, L. 1972. Inventaire du fonds Philippe Vandermaelen conservé à la Bibliothèque royale Albert Ier. Brussel, Nationaal centrum voor de geschiedenis van de wetenschappen.

Noten
1. Voor een recente historische schets van de afdeling zie Bracke (2013).
2. De Smet, A. (1969).
3. Alvin (1857), p. 18.
4. Alvin (1859), p. 39.
5. Omstreeks 186 0 telden men ‘911 losse kaar ten en plannen’, omstreeks
188 3 waren het er 1.35 0 (Alvin, L . (1862), blz. 16; Alvin, L . (1885), p. 6).
6. Alvin, L. (1881), p. 9.
7. Alvin, L. (1887), p. 12. Voor de lijst te koop aangeboden werken zie Catalo-
gue de la bibliothèque et des collections scientifiques etc. de l’Etablissement
Géographique à Bruxelles (1880). Brussel: A. Bluf f, Librairie Ancienne.
8. Silvestre, M. (2014), pp. 299-30 0.
9. Alvin, L. (1887), p. 12.

Ga naar de website van de KBR

Koninklijke Bibliotheek Den Haag

Koninklijke Bibliotheek Den Haag (door Lia de Boer, 2015).

Adres en Contactgegevens
Bezoekadres: Prins Willem-Alexanderhof 5, 2595 BE Den Haag
Postadres: Postbus 90407, 2509 LK Den Haag
Website: www.kb.nl
Telefoon: 070-3140911
Contact: www.kb.nl/contact

Toegankelijkheid
De kartografie-collectie van de KB is ontsloten via de online publiekscatalogus (OPC) via WorldCatLocal, waarin in één keer alle gedrukte en digitale catalogi van de KB doorzocht kunnen worden, en via Delpher, waarin miljoenen full-tekst pagina’s boeken, tijdschriften en kranten te vinden zijn. Kaarten en atlassen zijn alleen in de leeszalen in te zien; ze kunnen niet mee naar huis genomen worden. Boeken op het gebied van kartografie zijn beperkt uitleenbaar mits ze niet uitgegeven zijn in Nederland, of handelen over Nederland, of op één van de leeszalen zijn geplaatst. Er staan een 150-tal kartografische naslagwerken en zo’n 450 topografische, nationale, thematische en regionale (landen) atlassen in open opstelling op de Algemene Leeszaal en de Leeszaal van Nederland. Losse kaarten, boeken en atlassen van voor 1800 zijn alleen in de leeszaal van de Bijzondere Collecties raadpleegbaar.

Omvang
Tot 1880 telde de collectie kartografie ongeveer 2.500 kaarten, waaronder 3 portolanen op perkament, ongeveer 350 Nederlandse en 100 buitenlandse atlassen en 4 manuscriptatlassen. Van 1880-1945 kwamen zo’n 1.000 kaarten en enkele honderdenatlassen binnen. Na 1945 meer dan 9.000 kaarten, 10.000 (stads)plattegronden, 280 stokkaarten, 2.000 atlassen, waaronder ook diverse facsimile’s, en zo’n 60 globes. Verder zijn in de boeken en tijdschriften van de KB-collectie een onbekend aantal kaarten te vinden.

Profiel
De oorsprong van de kartografie-collectie van de KB ligt in de stadhouderlijke bibliotheek van Willem V (1748-1806), waarin diverse kaarten en atlassen te vinden waren, zoals de stedenatlas van Joan Blaeu uit 1649 met daarin diverse plattegronden, vestingskaarten en oorlogstabletten (KW 395 B 14 [2]). Ook de Latijnse editie van de grootste wereldatlas ooit gepubliceerd, de 11-delige beroemde Atlas Major van Blaeu uit 1662 (KW 1046 B 1-11), komt hoogstwaarschijnlijk uit zijn verzameling.
Tijdens de Bataafse Republiek werd de bibliotheek van de naar Engeland uitgeweken stadhouder in 1798, tezamen met de boekerijen van een paar opgeheven staatscolleges omgezet in een Nationale Bibliotheek van Nederland. Van koning Lodewijk Napoleon (1806-1810) ontving de bibliotheek later het predicaat “Koninklijk”.
In 1807 werd de kartografie-collectie flink uitgebreid met ±10.000 kaarten en atlassen uit de verzameling van Mr. Joost Romswinckel, maar de kaarten moesten helaas in 1858 op last van de regering bijna allemaal aan het Departement van Oorlog worden afgestaan. Later zijn deze grotendeels in het Nationaal Archief terechtgekomen. Gelukkig bleven de kostbare manuscriptkaarten en de atlassen in de KB achter, waaronder de Dauphin atlas (KW 129 A 24), een manuscript zeeatlas uit Frankrijk van 1538 opgedragen aan de Dauphin, de latere Franse koning Hendrik II (1547-1559).
In 1887 ontving de KB uit de nalatenschap van P.J.B.C. Robidé van der Aa een verzameling kaarten en atlassen, waaronder fraaie volledig ingekleurde zeventiende- en achttiende-eeuwse exemplaren van de Germania inferior van Nicolaes Visscher (KW 395 A 7) en de Nieuwe atlas< van Guillaume Sanson (KW 1792 A 16-18), alsook de negendelige Groote atlas van 1664 van Joan Blaeu (KW 1050 B 5-13). Ook de Atlas uit 1633 van Mercator en Hondius (KW 223 A 23-24) is een van de hoogtepunten uit deze collectie.
De vierdelige in verguld perkament gebonden Atlas van der Hagen (KW 1049 B 10-13) stamt ook uit deze erfenis. De toenmalige bibliothecaris M.F.A.G. Campbell noemde dit het meest bijzondere stuk van het legaat. De factise-atlas bevat meer dan 400 kaarten en prenten van verschillend formaat, gemaakt door onder andere Blaeu, Visscher, De Wit, Janssonius en Romeyn de Hooghe en is prachtig door Dirck Jansz van Santen met de hand ingekleurd. De kaarten werden eind zeventiende eeuw verzameld door de Amsterdams koopman Dirk van der Hagen. Deze atlas is door de KB gedigitaliseerd en in Het Geheugen van Nederland te raadplegen (zie beneden).
Sinds die tijd is de oude kartografie-collectie van de KB geleidelijk gegroeid door aankoop en geschenken. Noemenswaardig zijn in dit verband de twee meest recente aanwinsten van de collectie: In 2010 verwierf de KB een prachtig ingekleurd exemplaar van de eerste editie van de stedenatlas van Frederick de Wit uit 1698 (KW 1046 B 16), waarvan tot dan toe nog maar vier exemplaren bekend waren, met plattegronden van de belangrijkste (151) steden in Nederland en België. In 2012 werd hiervan door uitgeverij Lannoo een facsimile gemaakt met een inleiding door Marieke van Delft en Peter van der Krogt.
In 2013 werd Theatre, oft Toonneel des aerdt-bodems van Abraham Ortelius (Antwerpen 1571-1584) aangekocht (KW 1046 B 17). Deze atlas, waarvan de Latijnse editie een jaar eerder verschenen was, wordt beschouwd als één van de eerste moderne atlassen. In dit exemplaar zijn 53 fraai ingekleurde kaarten uit de gehele wereld met een volledig Nederlandse beschrijving op de achterkant opgenomen (eerste editie) en een aanvulling van 16 kaarten (tweede editie) met daarbij nog een derde en vierde aanvulling van 24 kaarten zonder tekst. Juist de aanwezigheid van deze Nederlandse teksten en de afwezigheid ervan op de laatste aanvulling-en maakt dit exemplaar zeldzaam en uniek.
Enkele andere topstukken uit de collectie van de KB zijn de Cosmographia uit 1482 van Ptolemaeus (KW 170 A 7), de maritieme atlas Le Neptune françois uit 1693 (KW 394 A 58 [1]), de Atlas nouveau van Sanson uit 1696 (KW 1744 A 20-21) en de Nieuwe atlas van dezelfde Sanson met 107 kaarten uitgegeven tussen 1650 en 1718 (KW 395 B 8), waaronder prachtige volledig ingekleurde stadsplattegronden en 26 oorlogskaarten over de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) van de Haagse uitgever Anna Beek.
Het huidige aanschafbeleid richt zich vooral op verwerving van Nederlands materiaal. Ook worden oudere bijzondere stukken aangeschaft zoals de bovengenoemde atlassen van Ortelius en De Wit. In 1974 werd een vrijwillig Nationaal Depot ingesteld waarbij de KB van iedere uitgegeven publicatie in Nederland één exemplaar ging verzamelen. In dit kader worden alle nieuw uitgegeven kaarten en atlassen uit, maar ook óver Nederland in de collectie opgenomen. Op basis hiervan werd in het verleden de Bibliografie van in Nederland verschenen kaarten samengesteld.

Beeldbank en websites
Een drietal atlassen van de KB zijn gedigitaliseerd:
In 1998 werd ter gelegenheid van de jubileumtentoonstelling van de KB de Atlas Van der Hagen (ca. 1690), met kaarten en topografische afbeeldingen van de gehele wereld, gedigitaliseerd tezamen met de Atlas Beudeker (ca. 1750) van de British Library, met daarin kaarten en prenten over Nederland (www.geheugenvannederland.nl/?/nl/collecties/atlassen).
Verder zijn de bovengenoemde stedenatlas van De Wit (www.kb.nl/themas/atlassen/stedenatlas-de-wit) en de Orteliusatlas (www.kb.nl/themas/atlassen/atlas-ortelius) op de website van de KB te vinden.
Tezamen met diverse andere (erfgoed)instellingen in Nederland heeft de KB deelgenomen aan de digitalisering van de Atlas Schoemaker (www.geheugenvannederland.nl/nl/collecties/schoemaker). Hierin zijn ongeveer 2600 achttiende-eeuwse topografische afbeeldingen en beschrijvingen van Nederlandse plaatsen te vinden (www.geheugenvannederland.nl/?/nl/collecties/planos).
Op dit moment worden in samenwerking met ProQuest de oude drukken van de KB uit de periode 1450-1700 gedigitaliseerd en online toegankelijk gemaakt via het project Early European Books (eeb.chadwyck.co.uk/home.do). Al deze gedigitaliseerde materialen zijn via de catalogi te vinden. Informatie over de collectie oude atlassen: Esther van Gelder, e-mail: esther.vangelder@kb.nl.

Belangrijkste Literatuur

Groninger Archieven

RHC Groninger Archieven (door Mirjam de Jonge, 2014)

Adres en Contactgegevens
Bezoekadres: Cascadeplein 4, 9726 AD Groningen
Postadres: Postbus 30.000, 9700 RM Groningen
Telefoon: 050-5992000
Email: info@groningerarchieven.nl
Websites: www.groningerarchieven.nl en www.beeldbankgroningen.nl
Contactpersoon: Mirjam de Jonge

Toegankelijkheid
De studiezaal van het Regionaal Historisch Centrum (RHC) Groninger Archieven is geopend op dinsdag van 9-21 uur, woensdag-vrijdag van 9-17 uur. In de maanden juli en augustus zijn de openingstijden: dinsdag-vrijdag van 9-17 uur. Voor extra openingstijden op zaterdag zie de website van de Groninger Archieven. Bij een eerste bezoek aan de studiezaal vragen wij om een eenmalige legitimatie. U krijgt dan een pasje dat u bij ieder volgend bezoek moet meenemen. Stukken kunnen in de studiezaal worden aangevraagd of tevoren per e-mail of via de website. Men kan maximaal 6 stukken tegelijk aanvragen. Het is toegestaan om foto’s (zonder flits) te maken van niet-gescand archiefmateriaal. Tegen betaling kan men kopieën of scans laten maken. Archief-, beeld- en kaartmateriaal dat gescand is, wordt in beginsel niet in origineel ter inzage gegeven. Laptops en fototoestellen mogen mee naar binnen, voor jassen en tassen zijn kluisjes aanwezig.

Omvang
De verzamelingen van de Topografisch Historische Atlassen (THA) van het voormalige Rijks- en Gemeentearchief en die van de Groninger Archieven bevatten tezamen ca. 8.000 kaarten en daarnaast nog prenten en (technische) tekeningen.

Profiel
De kaartencollectie van de Groninger Archieven bevat kaarten van de provincie Groningen, of kaarten waar Groningen op afgebeeld staat zoals de Caerte van de Oostersche Zee of de kaart Belgium foederatum van Johannes de Ram, waarvan zowel het blad waarop de provincie Groningen staat als de complete kaart aanwezig is. De collectie bestaat uit drie delen, die op verschillende wijze tot stand zijn gekomen:

1. De collectie van het voormalige Rijksarchief in Groningen. Deze bestaat voor een groot deel uit kaartmateriaal afkomstig van de provincie Groningen. Dit betreft vooral kaarten en ook technische tekeningen die tot archieven behoren of behoord hebben. Met name de Provinciale Waterstaat heeft veel kaarten en technische tekeningen geleverd, maar ook kaarten uit andere archieven waren van oudsher in de catalogus van de THA opgenomen. Een belangrijke verzameling die in 1945-1946 door de provincie werd overgedragen betrof een atlas bevattende een “Verzameling van kaarten der landerijen in eigendom toebehorende aan de provincie van de Stad en Lande van Groningen” waarin onder andere 124 handgetekende landmeterskaarten zaten. Verder is er een kleine collectie van reproducties van oude kaarten uit verschillende collecties die in de jaren 1937-1941 op voorstel van de hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat J. Kooper gemaakt zijn bij wijze van werkverschaffingsproject. Daarnaast zijn er verzamelingen (gedrukte) kaarten van de provincie Groningen afkomstig van een tweetal kaartverzamelaars. Deze verzamelingen bevatten vooral kaarten, maar ook een aantal prenten. Naast losse kaarten bevat de verzameling een aantal atlassen, waaronder buitenlandse atlassen en zeeatlassen.

2. De collectie van het voormalige Gemeentearchief Groningen. Deze is in 1806 ontstaan, toen de gemeente de collectie kaarten uit de nalatenschap van de stadsbouwmeester, die door zijn familie werd geveild, kocht. Voor een deel kocht ze daarmee haar eigen archief terug, maar er zaten ook landmeterskaarten bij. In 1913 begon men met het beschrijven van de “kaarten en tekeningen op het bureau van de rentmeester van de stadsbezittingen” (de stad Groningen bezat grote gebieden in de Veenkoloniën). Hier horen ook de kaarten van de Stadslanden bij, de stadse pendant van de kaarten van de provincielanden. Ook is een heel aantal kladopmetingen bewaard gebleven, niet alleen van de stadlanden maar ook van de provincielanden. In 1927 werden alle kaarten, bouwkundige tekeningen c.a. betreffende Groningen en Ost-Friesland van C.H. Peters aangekocht. Deze collectie werd in de jaren daarna nog enkele malen aangevuld. Het Museum voor Oudheden (nu het Groninger Museum) besloot hun collectie kaarten en historische prenten aan het gemeentearchief in bruikleen te geven. Begin jaren ’50 werd door het gemeentearchief besloten tot een verdere opbouw van een historisch topografische atlas, die ook foto’s zou bevatten. De museumcollectie werd grotendeels in eigendom overgedragen, maar tekeningen en prenten met kunsthistorische waarde gingen terug naar het museum. De kaarten en historieprenten bleven echter bij het gemeentearchief. In de jaren ’60-’80 zijn veel kaarten (en prenten) aangekocht. Hieronder ook veel gedrukte kaarten van de provincie Groningen. Samen met de collectie van het voormalige Rijksarchief bezitten de Groninger Archieven een collectie kaarten van de provincie die niet helemaal, maar wel bijna, compleet is. De collectie bevat ook kaarten afkomstig uit archieven, al is in een aantal gevallen het verband verloren gegaan. Behalve veel kaarten van de provincie zijn er ook stadsplattegronden. De belangrijkste is die van Egbert Haubois, een vogelvluchtkaart uit ca. 1635 die in de eeuwen daarna door veel kaartmakers is hergebruikt. De collectie in Groningen uitgeven (school)atlassen, waaronder veel Bosatlassen, is opgenomen in de bibliotheek.

3. Sinds de fusie in 2002 worden nieuwe aanwinsten opgenomen in een verzameling Groninger Archieven. Het betreft vooral schenkingen, een budget voor aankoop is er niet meer. Kaarten uit archieven worden niet meer in de (catalogus van de) kaartenverzameling opgenomen, maar blijven bij het archief waartoe ze behoren. Het is echter wel de bedoeling dergelijke kaarten op te nemen in de beeldbank.

Website/Beeldbank
De kaarten uit de collectie van het gemeentearchief staan inmiddels op de beeldbank: www.beeldbankgroningen.nl. De kaarten van het Rijksarchief zullen daar binnenkort ook beschikbaar zijn. Op de website van de Groninger Archieven (www.groningerarchieven.nl) zijn in de ‘schatkamer’ onder het kopje ‘prenten en kaarten’ enkele deelcollecties uitgelicht, zoals prenten van de stad Groningen, landmeterskaarten van de provincielanden, de oudste kaart van de Nederlanden door Jan van Hoirne (1526) en de kompasrozen van landmeter Henricus Teysinga.

Belangrijkste Literatuur

  • Vredenberg-Alink, J.J., De kaarten van Groningerland. Uithuizen: Bakker, 1974.
  • Wijk, Piet, Groninga Dominium. Groningen: Elchers / Assen: Van Gorcum, 2006.
  • Schroor, Meindert, De atlas der Stadslanden van Groningen, 1724-1729. Groningen: Regio-Projekt, 1997.
  • Schroor, Meindert, De atlas der Provincielanden van Groningen (1722-1736). Groningen: Regio-Projekt, 1996.
  • Schroor, Meindert, De atlas van Kooper. Oude kaarten van de provincie Groningen. Bedum: Profiel, 2003.
  • Schroor, Meindert, Historische atlas van de stad Groningen. Van esdorp tot moderne kennisstad. Amsterdam: SUN, 2009.

Technische Universiteit Delft

Kaartenkamer en Trésor van de Technische Universiteit Delft (door Melle de Winter, 2014)

Zie deze rubriek in Caert-Thresoor 41,3 (2022) voor een meer recente beschrijving van de collectie.

Adres en Contactgegevens
Bezoekadres: Kaartenkamer TU Delft Library
Faculty of Architecture, Gebouw 8
Postadres: Julianalaan 134, 2628 BL Delft
Telefoon: 015-2785966
Openingstijd: werkdagen van 9:00 tot 17:00 uur
Emailadres: kaartenkamer@tudelft.nl
Website: kaartenkamer.library.tudelft.nl
Contactpersoon: Melle de Winter

Toegankelijkheid
De kaartenkamer van de TU Delft is het centrale punt voor de collectie kaarten van de TU Delft.
Studenten en onderzoekers van de faculteit Bouwkunde behoren tot de grootste gebruikers van de kaartenkamer. De kaartenkamer fungeert als opslag-, archief- en bezoekersruimte voor de papieren en digitale kaartcollectie voor de TU Delft. Daarnaast ondersteunt de kaartenkamer het onderwijs en onderzoek met specialistisch advies. Op de website van de kaartenkamer is een digitaal aanvraagformulier te vinden. Op dit formulier worden persoonlijke gegevens genoteerd samen met het gebruiksdoel (studie, onderzoek, afstuderen), vakcode en de bestanden die worden uitgegeven.

Omvang 
In de kaartenkamer bevindt zich een collectie met de nadruk op Nederlandse topografische en thematische kaarten. In de loop der jaren is een grote verzameling bijeengebracht door samenvoeging van collecties waardoor een compleet beeld van de ontwikkeling van Nederland van 1850 tot heden is ontstaan. In totaal omvat de collectie ca. 14.000 kaartbladen. Daarnaast is de kaartenkamer in het bezit van zo’n 600 verschillende atlassen.
Al het kaartmateriaal van voor 1850 is te vinden in het Trésor van de TU Delft Library. Die grens van 1850 schuift langzaam op richting 1900.

Profiel
De oudste kaart in de collectie is een kaart van Noord-Europa en de Oostzee van Heinrich Petri uit 1558. De ruggengraat van de kartografische verzameling van de TU Delft wordt gevormd door de collectie Peters. Cornelis Hendrik Peters (1847-1932) was architect en rijksbouwmeester en architectuurhistoricus. In 1927 verkocht hij zijn collectie kaarten, stadsplattegronden en topografische en oudheidkundige prenten en tekeningen van Nederland en West-Europa aan de toenmalige Afdeling der Bouwkunde van de Technische Hogeschool Delft. Vanaf de jaren 1960 is stelselmatig modern kaartmateriaal aangeschaft, onder andere door abonnementen af te sluiten op topografische kaartseries en 1:1.000-kaarten van grote steden, bij de Topografische Dienst. De kaartenkamer bezit een vrijwel complete landsdekkende collectie topografische kaarten van Nederland op de schalen 1:25.000 en 1:50.000 vanaf 1850 tot heden, en ook landsdekkende series bodem-, geologische- en waterstaatskaarten. De collectie stelt de studenten en onderzoekers in staat om een historische ontwikkeling van een bepaalde stad of een gebied in beeld te brengen. De Kaartenkamer heeft veel bluswaterschade geleden tijdens de brand van mei 2008 in het gebouw van de faculteit Bouwkunde. Vele thematische kaartseries zijn daardoor verloren gegaan. Inmiddels zijn voor een deel van dit materiaal vervangende exemplaren geschonken door diverse bibliotheken en instellingen.
Naast de papieren collectie beschikt de kaartenkamer over een grote collectie digitale data, waaronder gedigitaliseerde oude topografische kaarten zoals de Topografische Militaire Kaart (TMK) en de Chromotopografische Kaart des Rijks (de Bonnekaart), de Krayenhoff-kaarten en de Kaart van Delfland door Nicolaes en Jacob Cruquius uit 1712. Ook wordt er veel gewerkt met de grootschalige basiskaart van Nederland, deze detailgegevens worden veel toegepast bij het maken van bijvoorbeeld maquettes. Doordat er binnen het onderwijs en onderzoek nu ook steeds meer met GIS gewerkt wordt levert de kaartenkamer ook de ruwe data die in de GIS-pakketten kan worden gebruikt, zoals hoogtegegevens van een specifieke locatie uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) voor bijvoorbeeld het berekenen van risico’s op dijkdoorbraken. Digitaal beschikbare geodatabestanden en gedigitaliseerde kaarten zijn: TOP10vector, TOP10NL (1:10.000), TOP50NL (1:50.000), Grootschalige topografische kaarten van verschillende stedelijke gemeenten (1:1.000), Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), Nederland per 4-posities postcode, CBS Bodemgebruik, GBKN-kaart, Topografisch Militaire Kaart in zwart-wit en kleur (1:50.000), Bonnekaart (1:25.000), Bodemkaart (1:50.000), Geomorfologische kaart (1:50.000), Waterstaatskaart (1:50.000, 1e t/m 5e editie), Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN 1 & 2), TOP25raster (1:25.000), TOP50raster (1:50.000), TOP250raster (1:250.000), CMAP digitale zeekaart, de Kaart van Delfland van Cruquius uit 1712 (1:10.000) en de Krayenhoffkaarten (1:115.200, facsimile) en rivierkaarten.
Naast de kartografische collectie bevinden zich in de Kaartenkamer en het Trésor ook atlassen (onder andere edities van de atlassen van Mercator, Ortelius, Braun en Hogenberg en Blaeu), landmeetkundige werken zoals het Practijck des Lantmetens van Sems en Dou (1600) en een collectie landmeetkundige instrumenten.

Website
De atlassen en kaarten zijn beschreven in de catalogus van de TU Delft Library (www.library.tudelft.nl). De TU Delft beschikt ook over een eigen online kaartenservice (maps.tudelft.nl). Hierin is de volledige topografische kaart van Nederland in de schaal 1:10.000 (TOP10NL) en in de schaal 1:50.000 (TOP-50NL) opgenomen. Deze kaarten zijn in pdf-, vector en GML formaten te downloaden. Op dit moment is de applicatie alleen toegankelijk voor studenten en medewerkers van de TU Delft.
Meer informatie over de bijzondere collectie, waaronder het Trésor, van de TU Delft is te vinden op www.library.tudelft.nl/nl/collecties/bijzondere-collecties. In de beeldbank van de TU Delft (beeldbank.tudelft.nl; zoek op prentenkabinet) is een deel van het culturele erfgoed van de universiteit opgenomen. Deze bestaat onder andere uit een reeks van ca. 9.000 oude topografische prenten en kaarten van Nederland die gedetailleerd zijn beschreven. 2.397 prenten zijn ook ontsloten via de website Academische Collecties (www.academischecollecties.nl).

Belangrijkste Literatuur

  • Boer, Adri den, “Trésor TU Delft ook geodetische schatkamer”, in: Geo-Info 5, 11 (2008) pp. 448-450.
  • Boer, Adri den, “Interview. Addie Ritter en de Kaartenkamer van de TU Delft”, in: Geo-Info 7, 3 (2010) pp. 38-42
  • Bokhove, Ronald, “Kaartenkamer TU Delft”, in: Geo-Info 4, 1 (2007) p. 45.
  • Huisman, Erik, “Digitaal monnikenwerk”, in: Delta 43 (2011) p. 5.
  • Visscher, Robert, “Een historisch stripverhaal”, in: Delta 38 (2006) p. 31.

Allard Pierson UvA

Collectie Kaarten & Atlassen van Allard Pierson UvA (door Jan W.H. Werner, 2014)

Adres en Contactgegevens
Bezoekadres: Oude Turfmarkt 129, 1012 GC Amsterdam
Postadres: Postbus 94436, 1090 GK Amsterdam
Telefoon: 020-5252354 (conservator), 020-5256001 (balie)
Contactpersoon: Reinder Storm, teamleider/conservator Cartografie, Geografie en Reizen
Emailadres: maps-uba@uva.nl

Toegankelijkheid
De Kaartenzaal heeft 8 à 10 studieplaatsen en is net als alle onderzoekzalen van de Bijzondere Collecties (BC) voor bezoek geopend van maandag tot en met vrijdag 9.30-17.00 uur.
Met een geldige bibliotheekpas of een collegekaart van de UvA kunt u via de online catalogus uw aanvraag van materiaal buiten de Kaartenzaal van tevoren thuis doen. Kostbaar materiaal kan soms pas na een dag geleverd worden en na toestemming van de conservator op afspraak geraadpleegd worden. Dat geldt niet voor de boeken in de handbibliotheek, de kaarten, en de atlassen in het kaartenmagazijn (alle plaatsnummers beginnend met: OTM: HB-KZL). Die worden ter plekke gehaald. Zij kunnen eventueel van te voren per email gereserveerd worden. Op dit moment zijn nog niet alle kaarten in de online catalogus of de beeldbank vindbaar.
De handbibliotheek in de studiezaal is vrij toegankelijk en omvat kartografische en geografische literatuur, bibliografieën, catalogi, atlassen, facsimiles en verwante plaatwerken. Plat, niet kwetsbaar materiaal tot A0 kan vaak meteen ter plekke gescand worden, andere documenten worden door de fotodienst gedigitaliseerd. Op de website zijn de tarieven te vinden. Het nemen van snapshots zonder statief en flits ten dienste van eigen onderzoek is toegestaan. Voor het publiceren van beelden is altijd toestemming vereist.

Omvang
Qua omvang en kwaliteit heeft de collectie Kaarten & Atlassen een internationale allure en behoort tot de belangrijkste in het land. Zij telt ongeveer 175.000 kaartbladen, 5.000 atlassen en enige tientallen globes en planetaria. Alle perioden zijn vertegenwoordigd, wat bij onderzoek mooie tijdsdoorsneden in de geografische ontwikkeling van gebieden oplevert. Afhankelijk van de exacte definiëring zijn tienduizenden kaartbladen en honderden atlassen als ‘oud’ te karakteriseren. Zij representeren voor een belangrijk deel de hoogtijdagen van de Amsterdamse kartografie. De boekhistorische inslag van de Bijzondere Collecties en het geografische perspectief van het KNAG hebben een kenmerkend, veelzijdig stempel op de collectie gedrukt.

Profiel
De eerste atlassen van de collectie treffen we aan in de gedrukte catalogus uit 1612 van wat toen nog de Stedelijke Bibliotheek was. In 1632 werd hij tevens bibliotheek van het Athenaeum Illustre en in 1877, gelijk met de oprichting van de gemeentelijke universiteit, ontstond de huidige Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UBA). Door de eeuwen heen heeft de collectie zich gestaag ontwikkeld, te midden van een omgeving waar de drukkerij, kartografie, handel en zeevaart een ongekende bloei doormaakten. In 2007 werden alle collecties met een bijzonder karakter, waaronder de kartografische, qua huisvesting losgemaakt van de centrale UB. Zij maken sindsdien als sector Bijzondere Collecties samen met het Allard Pierson Museum, de buren, deel uit van de divisie UvA Erfgoed. De kaarten en atlassen maken deel uit van een groter kennisdomein, Cartografie, Geografie en Reizen. Toen in 1880 de bibliotheek en kaartenverzameling van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) in langdurig bruikleen onder de hoede van de UB werd genomen kreeg de bibliotheek op dit vakgebied een enorme impuls.

In 1936 werd de Vereniging van Vrienden van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam opgericht die zich sindsdien niet onbetuigd gelaten heeft als het om monumentale kartografische schenkingen gaat. Sinds het begin van de jaren 1990 kwam daar het Dr. Th.J. Steenbergenfonds bij met schenkingen van voor de universiteit onbetaalbare kapitale atlassen en kaarten uit de Gouden Eeuw. In 2013 werd het Jansoniusfonds ingesteld, dat exclusief ter ondersteuning van de historische kartografie aan de UvA is opgericht. Dankzij dat fonds kon al in hetzelfde jaar de ‘Jansoniusconservator’ (i.c. dr. Peter van der Krogt) bij de Bijzondere Collecties aangesteld worden en in samenwerking met de leerstoelgroep Boekwetenschap en handschriftenkunde kon een aanvang gemaakt worden met onderwijs in de historische kartografie aan de UvA. Het historisch-kartografische onderzoeksprogramma Explokart kwam mee uit Utrecht en is nu met het team Kaarten & Atlassen verbonden.

Oude deelcollecties zijn de Collectie Muller (atlaskaarten 16e-18e eeuw), de Collectie zeekaarten van het Bureau Hydrografie en de Collectie A.M. van de Waal (Amsterdam), om enkele voorbeelden te noemen. In de afgelopen jaren groeide de kartografische verzameling met sprongen door het aanvaarden van de collectie van het Economisch Geografisch Instituut van de Erasmus Universiteit, een aanzienlijk deel van de kaartencollectie van de Topografische Dienst in Emmen, de Collectie Philip W. Spangenberg (stedenbouwkunde), de Collectie Paul Mijksenaar (kartografie, vormgeving, openbaar vervoersnetten enz.) en de oude kaarten van het voormalige ministerie van VROM. Van de meeste zijn online alleen collectiebeschrijvingen te vinden. Ter plekke zijn de oude papieren inventarissen natuurlijk wel aanwezig en de catalogisering per kaart is intussen in volle gang en voor sommige al voltooid. Tentoonstellingen in het recente verleden waren Atlas Maior van Blaeu (2008) en Atlas der Neederlanden (2013/14).

De oude kaarten en atlassen mogen zich in een steeds grotere belangstelling verheugen. Dat verschijnsel stelt de moderne kartografie wel eens in de schaduw. Ook daarvan is namelijk bijzonder veel aanwezig, vanzelfsprekend van ons land maar ook van onze koloniale geschiedenis uit de 19e en 20e eeuw. Topografische kaarten en een brede keuze aan onderwerpen in de kaarten dekken de hele wereld af in uiteenlopende schalen.

Websites en beeldbanken
Kartografisch materiaal is op diverse beeldbanken van de BC terug te vinden. Losse kaarten en stedenboeken treft u aan op de beeldbank Kaarten en Atlassen, talloze kaarten van Suriname zijn ondergebracht bij de beeldbank Suriname 1599-1975 en op de beeldbank Boeken en Handschriften zijn diverse atlassen blad voor blad in te zien. In totaal is op de BC beeldbanken een selectie van enkele duizenden kaarten en tientallen atlasdelen uit de collectie te vinden.
– Online catalogus UBA: opc.uva.nl
– Bijzondere Collecties UvA: www.bijzonderecollecties.uva.nl
– Beeldbank Kaarten & Atlassen (met losse kaarten en stedenboeken): dpc.uba.uva.nl/kaartencollectie
– Beeldbank Surinamica (met de kaarten van Suriname): dpc.uba.uva.nl/suriname
– Beeldbank Boeken en Handschriften (met een aantal atlassen): boekenhandschrift.dpc.uba.uva.nl/
– Interactieve proefwebsite Atlas der Neederlanden: mapserver.sara.nl/atlasderneederlanden/atlas/

Literatuur

  • Burger, C.P. jr., Catalogus geographie en reizen van de Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam, eerste gedeelte. Amsterdam: Universiteitsbibliotheek, 1923.
  • Dornseiffen, I., Catalogus der boeken en kaarten van het Aardrijkskundig Genootschap op 1 juli 1878. Amsterdam: Aardrijkskundig Genootschap, 1878. Met vijf vervolgen, tot en met 1881.
  • Koeman, C., Collections of maps and atlases in the Netherlands, their history and present state. Leiden: Brill, 1961. Aldaar: pp. 183-186.
  • Sijmons, Albert H., Catalogue of atlases, volume I: atlases published before 1801. Amsterdam: Universiteitsbibliotheek, 1987. (In typoscript)
  • Werner, Jan, “De kaarten- en atlassencollectie van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap in de Universiteitsbibliotheek Amsterdam”, in: NVK Publikatiereeks 22 (1997), pp. 63-82. Ook verschenen in Kartografisch Tijdschrift XXII 3 (1997) pp. 21-33.
  • Werner, J.W.H., “Kaarten in beweging”, in: Geo-Info, Tijdschrift voor Geo-Informatie Nederland 11 (2007) pp. 426-432.

Streekarchief Gooi en Vechtstreek

Streekarchief Gooi en Vechtstreek (door Hanneke Masselink-Duits, 2014)

Adres en Contactgegevens
Bezoekadres: Oude Enghweg 23, 1217 JB Hilversum
Postadres: Postbus 9900. 1201 GM Hilversum
Telefoon: 035-6292646
Website: www.gooienevechthistorisch.nl

Toegankelijkheid
De studiezaal van het Streekarchief is zonder afspraak te bezoeken op maandag van 9.00 uur tot 13.00 uur en van dinsdag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur. Voor het inzien van originele stukken vragen wij een eenmalige legitimatie. Stukken kunnen in de studiezaal worden aangevraagd of tevoren per e-mail. Men kan maximaal 5 stukken tegelijk aanvragen. Het is toegestaan om foto’s (zonder flits) te maken van archiefmateriaal. Tegen betaling kan men kopieën of scans laten maken.

Omvang
De omvang van de collectie kaarten en tekeningen is nog slechts een schatting omdat de bewerking in volle gang is. Hierbij worden ook kaarten en tekeningen uit andere collecties en archieven betrokken. De bewerking bestaat uit het beschrijven en verpakken van het materiaal. Wij gaan nu nog uit van een aantal van circa 500 kaarten.

Profiel
Het Streekarchief Gooi en Vechtstreek (SAGV) is opgericht in 1986. De voorganger van 1984 tot 1985 was het gemeentearchief van Hilversum. Deelnemers aan het Streekarchief zijn de gemeenten Blaricum, Laren, Hilversum en Wijdemeren, het Gewest Gooi en Vechtstreek en de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Alle openbare archieven en collecties van deze organisaties inclusief hun rechtsvoorgangers (Ankeveen, ‘s-Graveland, Loosdrecht, Kortenhoef en Nederhorst den Berg) zijn bij het Streekarchief in beheer. Hiernaast beheert het Streekarchief ook collecties en archieven van particulieren, doorgaans op basis van inbewaringneming. Het Streekarchief beheert ook zogenaamde eigen collecties, die door verzameling of schenking tot stand zijn gekomen en doorlopend worden aangevuld. Naast de collectie Archiefaanwinsten en de Historische Bibliotheek zijn dat de uitgebreide Beeldcollectie (foto’s, dia’s en bewegend beeld) en de Atlas, waaronder men niet alleen kaarten maar ook affiches, prenten en tekeningen moet verstaan.
Twee belangrijke collecties zijn de ontwerpen van Dudok en de Collectie François Renoú. De collectie ontwerpen van de Hilversumse gemeentearchitect Willem Marinus Dudok van ruim 7.000 tekeningen bevat onder andere de ontwerpen en bestektekeningen voor het wereldberoemde Raadhuis van Hilversum en de gemeentelijke woningbouwcomplexen. Al deze tekeningen zijn gepubliceerd op de website en aldaar gratis in te zien. De collectie François Renoú omvat ruim duizend prenten, tekeningen en kaarten uit de periode 1550-1950, grotendeels over het Gooi en omstreken. Deze zijn door Renoú verzameld en verpakt in passe-partouts. Het Streekarchief kreeg deze collectie in bewaring in 2010 en publiceerde deze geheel op de website.
Een bijzondere kaart is de Nieuwe kaart van Mynden, en de 2 Loosdrechten, mitsgaders van s’Gravenland, nevens het gerecht van Breukelen, en Loendersloot &c. heel naauwkeurig geteekent en gemeeten uit 1702 met namen van topografische elementen en bebouwing (onder meer polders, buitenplaatsen, kastelen en eigenaren van percelen), met opdracht aan de ambachtsheer van Mijnden en Oud- en Nieuw-Loosdrecht. Het is één van de oudste kaarten in het archief en omvat een groot deel van het werkgebied van het Streekarchief. De kaart biedt veel informatie, zo staan er toponiemen op die nu in onbruik zijn geraakt; zoals ‘Oost Indien’ en de ‘Schinkeldijk’. Ook staan genoemd, een waternaam zoals ‘Den Soeten Inval’ in ‘s-Graveland en ‘De Vergulde Sadel’ een huis dat in Oud-Loosdrecht stond. Interessant is ook dat de gebieden die nu ‘nat’ zijn door de volledige vervening op de kaart nog deels droog zijn en dat de Horstermeer nog 180 jaar een meer zou blijven voordat het werd drooggemalen.
Een andere bijzondere kaart is de Hoogtekaart van Hilversum ten opzichte van Amsterdamsch Peil met aanduiding van hoogtepunten, huizen, wegen, geprojecteerde wegen en rioolbuizen, gedateerd 20 juli 1905. De hoogtekaart van Hilversum is gemaakt in 1905, onder supervisie van gemeentearchitect Pieter Andriessen, in verband met de planning van de riolering en afvoeren van het regenwater langs nog aan te leggen straten en wegen. Deze kaart is dankzij de gedetailleerde weergave telkens hergebruikt voor allerlei verschillende doeleinden, zoals bijvoorbeeld het ontwerpen van uitbreidingsplannen.
Beide kaarten zijn opgenomen in de vorig jaar verschenen Historische Atlas van Hilversum. De Atlas beschrijft de ruimtelijke ontwikkeling van de stad, vanaf de prehistorie tot vandaag. Het Streekarchief leverde het overgrote deel van de 80 kaarten in de publicatie. Deze publicatie laat zien hoe de geschiedenis en de groei van een plaats kan worden geïllustreerd door kaartmateriaal.

Website / Beeldbank
De website https://www.gooienvechthistorisch.nl/ wordt samen met het Stads- en Streekarchief te Naarden en het Gemeentearchief Weesp beheerd en onderhouden. Vooralsnog is al het gepubliceerde beeld gratis te downloaden op een resolutie geschikt voor publicatie. De afbeelding kan geopend worden in volledig scherm en er kan ver ingezoomd worden. Daarnaast is het mogelijk om een selectie te maken van de afbeelding (of een detail daarvan) en de selectie apart te openen, als selectie per e-mail te verzenden of te downloaden.

Literatuur

Kos, Anton, Historische atlas van Hilversum. Van esdorp tot mediastad. Amsterdam: Boom, 2013.

Drents archief

Drents Archief (door Egbert Brink, 2013)

Adres en Contactgegevens
Bezoekadres: Brink 2, Assen
Postadres: Postbus 595, 9400 AN Assen
Telefoon: 0592-313523
E-mail: info@drentsarchief.nl
Websites: www.drentsarchief.nlwww.annodrenthe.nu
Contactpersoon: Egbert Brink, egbert.brink@drentsarchief.nl

Toegankelijkheid
Het Drents Archief is een recent verbouwd hightech-onderzoekscentrum op middeleeuwse fundamenten in hartje Assen. Voor bewegend beeld, debat en lezingen is een verhuurbare studio voorhanden. De studiezaal is verdeeld in een afgeschermd gedeelte voor raadpleging van originelen en een digilounge. Hier kunnen bezoekers digitale bronnen, waaronder topografische kaarten, bekijken op multitouchtafels, grote en kleine schermen.
Onderzoekers kunnen gebruik maken van een handbibliotheek, inclusief atlassen. Het geheel staat onder toezicht en begeleiding van een studiezaalmedewerker en een gastheer in wisselende samenstelling. Voor raadpleging van originele kaarten en andere archiefstukken is een gratis bezoekerspas verplicht. Laptops en fototoestellen mogen mee naar binnen, jassen en tassen kunnen in de kluisjes worden opgeborgen.
Het Drents Archief is van dinsdag tot donderdag van 10.00 tot 17.00 uur geopend en op vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur. In de Kloostergang kunnen bezoekers terecht voor een kopje koffie, thee of soep. Iedere zondagmiddag in de maand is het gebouw open voor publieksactiviteiten.

Profiel
In 1851 gaf de Leidse kaartenverzamelaar J.T. Bodel Nijenhuis in de Drentsche Volksalmanak voor het eerst een overzicht van topografische kaarten van Drenthe. Hij kon zich beperken tot een overzicht van de gewestkaarten uit de zeventiende en achttiende eeuw beginnend met de kaart van Cornelis Pijnacker uit 1634. Momenteel omvat de kaartenverzameling van het Drents Archief ruim 9500 beschreven kaarten. Het grootste gedeelte daarvan kwam op natuurlijke wijze (via de opeenvolgende archiefwetten) in de depots van het Drents Archief terecht. Het betreft historisch-geografische informatie die indertijd gebruikt werd bij uiteenlopende zaken als belastingheffing, ‘limietscheiding’, vervening, wegenaanleg, kanalisatie, stedelijke uitbreiding en bevordering van het toerisme. Voor een groot gedeelte is de band tussen de kaarten en de geschreven bronnen intact gebleven, waardoor het oorspronkelijk doel van kaart en maker onderzocht kan worden. De kaarten zijn afkomstig uit een viertal grotere fondsen. De oudste kaarten stammen uit de Oude Staten Archieven, de opeenvolgende gewestelijke besturen van Drenthe vanaf het ontstaan van het landschapsbestuur in 1603 tot en met de Franse tijd. Deze manuscriptkaarten werden over het algemeen gemaakt door (‘geadmitteerde’) landmeters. Een belangrijke serie kaarten uit het archief van het landschapsbestuur zijn de grondschattingskaarten van omstreeks 1640. Deze eigendomsregistratie van de ‘bezaaide landen’ vormt voor Drenthe de belangrijkste prekadastrale bron. Civiele ingenieurs legden vanaf omstreeks 1750 met nauwkeuriger kaarten de basis voor de openlegging voor Drenthe. De kadastrale metingen vormden de aanzet tot een nieuwe provinciale kaart, nadat de gewestkaart van Pijnacker bijna twee eeuwen in omloop was. Werneke en Brauns tekenden in 1840 in opdracht van het provinciebestuur de eerste provinciale kaart van Drenthe. Deze bleek al snel verouderd toen het nog lege Drentse land na 1850 een metamorfose onderging. De negentiende eeuw vormt dan ook het zwaartepunt van de kaartencollectie van het Drents Archief. Veel kaarten voor Gedeputeerde Staten betreffen infrastructurele projecten: wegen, bruggen, spoor en tramwegen maar ook typisch Drentse onderwerpen als zandverstuivingen en markenscheidingskaarten. Veel van deze landschapselementen op deze kaarten zijn nog altijd te zien. Dat geeft aan deze kaarten een bijzondere actualiteitswaarde. Ook de archieven van Rijkswaterstaat en provinciale waterstaat zijn een rijke kartografische bron. De kanalisatie van Drenthe leverde een mooie serie uiterst gedetailleerde waterstaatskaarten op. Het Drents Archief beschikt daarnaast ook over een fraaie collectie kaarten uit particuliere archieven. Bijvoorbeeld de kaarten die gemaakt zijn in het kader van investeringsprojecten van Hollands durfkapitaal in de grootschalige verveningen, met name de kaarten uit het archief van de ‘Hollandsche participanten’ onder aanvoering van de veelzijdige Amsterdammer Pieter Serwouters. Een aparte verzameling vormen de kaarten die zijn ondergebracht in de collectie Topografische Atlas. In tegenstelling tot de archiefkaarten van overheden zijn deze kaarten door aankoop of schenking in het Drents Archief terechtgekomen. Deze bonte verzameling kaarten heeft geen aantoonbare relatie meer met een ‘archiefvormer’. Hierin bevinden zich onder andere losse bladen uit atlassen, kaartseries van de Topografische Dienst en niet te vergeten de talloze toeristenkaarten voor de fietser en de wandelaar. Tenslotte was het de toerist die ‘mooi Drenthe’ in de twintigste eeuw op de kaart zette.

Multitouch-kaartentafels
Naast de waarde als historische bron zet het Drents Archief in op de belevingswaarde van oude kaarten. De digitale ontsluiting van de kaartencollectie is op dit moment in volle gang. Inmiddels zijn 9.500 kaarten gescand en het is de bedoeling dat ze in eerste instantie in de digilounge beschikbaar worden gesteld op een multitouch-kaartentafel met uitgebreide zoom-mogelijkheden. De applicatie die nu in ontwikkeling is moet aantrekkelijk zijn voor zowel de bezoeker die op een leuke en makkelijk manier het Drentse verleden wil ontdekken, als de historisch-kartografisch onderzoeker. De kaartentafel moet dus zowel animeren als verdiepen. Dat betekent dat de ‘metagegevens’ van de kaarten – archiefvormer, kaartenmaker, afmetingen, techniek en datering – niet vergeten worden. Het uitgangspunt van de tafel is dat de gebruiker intuïtief een historische kaart van een gebied kan vinden door met zijn vingers een plek aan te wijzen op een Google-maps kaart. Hierbij worden zoekresultaten getoond waarin de onderzoeker vervolgens kan bladeren. Een gebruiker die wil zoeken op toegangsnummer of kaartmaker maakt gebruik van een andere zoekstrategie. Het voordeel van een dergelijke aanpak is dat de materiële staat van de originele kaarten gewaarborgd blijft terwijl de historische sensatie en onderzoeksmogelijkheden – ook door ongekende zoommogelijkheden – intact blijven. Al met al nog work in progress. Het is nog even wachten op deze applicatie die de rijke kaartencollectie van Drenthe ontsluit. Op Annodrenthe.nu krijgt u alvast een indruk.

Belangrijkste literatuur

  • Battjes, Jan & Egbert Brink, De historische atlas van Assen. Assen: Van Gorcum, 2009.
  • Bodel Nijenhuis, J.T., ‘Over de landkaarten der provincie Drenthe’, in: Drentsche Volksalmanak 15 (1851) pp. 110-138.
  • Brink, Egbert, ‘”Alsoff men daer sellfs in locu waer”. Vroeg zeventiende-eeuwse verveningskaarten van Zuidwest-Drenthe’, in: Caert-Thresoor 27 (2008) pp. 104-110.
  • Brink, E.J. & H.J. Versfelt, ‘De kaartenverzameling van het Drents Archief’, in: Nieuwe Drentse Volksalmanak 121 (2004) pp. 68-84.
  • Kruijff, T. de, e.a. (red.), Atlas van historische verdedigingswerken in Nederland: Groningen, Friesland , Drenthe. Utrecht: Stichting Menno van Coehoorn / Matrijs, 2013.
  • Muller, E & K. Zandvliet (red.), Admissies als landmeter in Nederland voor 1811. Bronnen voor de geschiedenis van de landmeetkunde en haar toepassing in de administratie, architectuur, kartografie en vesting- en waterbouwkunde. Alphen aan den Rijn: Canaletto, 1987.
  • Versfelt, H.J., Kaarten van Drenthe 1500-1900. Groningen: Heveskes, 2004.
  • Versfelt, H.J. & M. Schroor, De Franse kaarten van Drenthe en de noorelijke kust, 1811-1813. Groningen: Heveskes, 2001.

Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer

Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer (door Annelien Keen, 2013)

Adres en Contactgegevens
Bezoekadres: Klooster 12, 7411 NH Deventer
Postadres: Postbus 351, 7400 AJ Deventer
Telefoon algemeen: 0570-693887; Telefoon secretariaat: 0570-693740
E-mail: info.sab@saxion.nl
Website: www.sabinfo.nl

Toegankelijkheid
Openingstijden van de studiezaal: maandag t/m vrijdag van 13.00-17.00 uur. Voor het inzien van archief- of bibliotheekmateriaal heeft u een inzagepas nodig. U kunt dit pasje ter plekke kosteloos laten aanmaken bij de voorbalie. Neemt u hiervoor een geldig legitimatiebewijs mee.

Profiel
Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) is het resultaat van een samenvoeging van twee instanties: een archief en een bibliotheek. Er is hierdoor geen homogene collectie kaartmateriaal ontstaan en daarom kunnen we niet spreken van “dé” collectie kaartmateriaal van SAB. De Athenaeumbibliotheek heeft een groot aantal atlassen en gedrukte kaarten in haar collectie, die ontsloten zijn via de catalogus. Het stadsarchief heeft een collectie manuscriptkaarten in beheer die behoren bij verschillende archieven van de stad Deventer, alsook een collectie met divers los verzameld kaartmateriaal. Deze kaarten vindt u via de inventarissen in ons archievenoverzicht en via de beeldbanken. Nog een derde instantie is bij het SAB betrokken: het Historisch Museum te Deventer. Zowel het Museum als SAB verzamelt topografisch kaartmateriaal betreffende Deventer. Het verschil in verzamelgebied is als volgt afgestemd: kaarten die primair documentair zijn, gaan naar SAB; kaarten die primair artistiek zijn, gaan naar het Historisch Museum. Onderling is regelmatig contact en tot op heden worden elk jaar de beide collecties vergeleken om zonodig kaartmateriaal over te dragen. SAB heeft dus kaartmateriaal in haar collectie dat afkomstig is uit de collectie van het Historisch Museum, en andersom. De verwevenheid tussen Museum en SAB blijkt ook uit het feit dat de Topografisch-Historische Atlas, de afdeling van het Stadsarchief die op dit moment verantwoordelijk is voor de kaartcollecties van SAB, haar oorsprong heeft in het Kabinet van Merkwaardigheden/Zeldzaamheden, dat uiteindelijk het Historisch Museum van Deventer werd. In het Stadsarchief bevindt zich het archief van de West-Indische Compagnie (ID0703). Bijzonder aan de kaarten van de WIC is, dat het in twee gevallen om een originele kaart gaat. De stad Deventer had aandelen in de WIC en aan aandeelhouders werd gewoonlijk een kopie gestuurd. Peter Jansz. Blaeuenhaen had namens de stad Deventer zitting in de Kamer Amsterdam. Hij rapporteerde in 1634 aan het stadsbestuur van Deventer over de verovering van het Pontaal en het aangrenzende eiland, “Walcheren” genoemd, in Brazilië. In 2013 wordt het resterende deel van de collectie manuscriptkaarten schoongemaakt en gerestaureerd door de behoudsafdeling van SAB. Dit deel wordt daarna gedigitaliseerd. In totaal gaat het om circa 130 kaarten.
De collectie los verzameld kaartmateriaal van SAB (ID1236) is een “levende” collectie waaraan nog steeds kaartmateriaal wordt toegevoegd. In de collectie bevindt zich bijvoorbeeld een kaart van de loop van de IJssel ten zuiden van Deventer, voorzien van een profiel van de stad, gemaakt door Joannes van Doetecum in 1567. De kaart is vervaardigd in verband met een grensgeschil tussen Gelderland en Overijssel over de Epserwaard. De kaart is in 1875 gelegateerd aan de gemeente door mr. W.H. Cost Jordens en toen ondergebracht bij de Athenaeumbibliotheek. Waarschijnlijk is deze in de jaren 1940 overgebracht naar het Historisch Museum Deventer, waar het origineel zich nog steeds bevindt. In de collectie los verzameld kaartmateriaal van SAB bevinden zich drie kopieën van deze kaart, (zie nummer 1236_0326). Dit laat goed zien hoezeer de kaartencollecties van de Athenaeumbibliotheek, van het Stadsarchief en van het Historisch Museum met elkaar zijn verweven.

Beeldbanken
SAB heeft een tweetal beeldbanken in beheer waarin kaartmateriaal digitaal ontsloten wordt voor het publiek. In www.deventerinbeeld.nl is de collectie manuscriptkaarten, behorende bij verschillende archieven van de Stad Deventer, ontsloten. Tot nu toe vindt u er de kaarten die behoren bij het archief Schepenen en Raad van de Stad Deventer (ID0691) en bij het archief van de West-Indische Compagnie (ID0703). De beeldbank www.overijsselinkaart.nl is een website in beheer van SAB en bevat collecties kaartmateriaal van verschillende instanties in Overijssel. Deze beeldbank is in 2002 gestart met kaartmateriaal uit de collectie van de Provincie Bibliotheek Overijssel, nu ondergebracht bij het Historisch Centrum Overijssel (HCO) in Zwolle, en kaartmateriaal uit de collectie van de Overijsselse Bibliotheek Dienst (OBD), in totaal circa 500 stuks. In 2010 is met subsidie van de provincie Overijssel voor het eerst sinds 2002 weer nieuw kaartmateriaal toegevoegd aan de website. Dit project is een samenwerkingsverband geweest tussen Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer, Historisch Centrum Overijssel in Zwolle en Museum Twentse Welle te Enschede. Van alle drie de instellingen is met behulp van een subsidie van de Provincie Overijssel kaartmateriaal gedigitaliseerd en ogenomen in de beeldbank. Van de collectie los verzameld kaartmateriaal van SAB (ID1236) zijn circa 500 kaarten opgenomen. Van Museum Twentse Welle zijn circa 800 kaarten toegevoegd. Al deze kaarten zijn eigendom van de Vereniging Oudheidkamer Twente, die deze collectie in bruikleen gaf aan het museum. Van het HCO zijn circa 250 manuscriptkaarten opgenomen uit de periode 1230-1813, alle behorende bij documenten uit het Stadsarchief van Zwolle (toegang 700), een van de meest geraadpleegde archieven bij het HCO. De kaarten hebben betrekking op stadszaken van Zwolle en omgeving.

Belangrijkste literatuur

  • Brommer, Bea & Henk den Heijer, Grote atlas van de West-Indische Compagnie I. De oude WIC 1621-1674. Voorburg, 2011 [kaarten SAB op blz. 113, 211 en 262].
  • Hogenstijn, Clemens M., Wilhelm Nagge ‘Weghwyser door de provintie Overyssel’ naar de oorspronkelijke uitgave (Deventer 1724). Een toeristische reisgids in beeld en tekst uit de 18de eeuw. Deventer, 2010.
  • Hogenstijn, Clemens M., Een perfecte lantcaerte van Overijssel. De kaarten van Overijssel door Nicolaas ten Have in het licht van hun tijd. Deventer, 2012.
  • Nalis, Henk J., ‘Cresfeldts kaart van de “Iselstroom” uit het midden van de zestiende eeuw’, in: Deventer Jaarboek (1996), pp. 31-42; tevens gepubliceerd in: Caert-Thresoor 15, 1 (1996), pp. 1-7.
  • Nalis, Henk J., Merkwaardig en zeldzaam. 160 jaar Deventer museumgeschiedenis. Deventer, 2013.

Stadsarchief Amsterdam

Stadsarchief Amsterdam (door Marc Hameleers, 2013)

Adres en Contactgegevens
Vijzelstraat 32, 1017 HL Amsterdam
Postadres: Postbus 51.140, 1007 EC Amsterdam
Zakelijk bezoek: Herengracht 482, 1017 CB Amsterdam
E-mail: informatie@stadsarchief.amsterdam.nl
Telefoon: 020-2511511 (algemeen)
www.stadsarchief.amsterdam.nl.
Contactpersoon:
Marc Hameleers
E-mail: mhameleers@stadsarchief.amsterdam.nl
Telefoon: 020-2511659 (info over de kaartcollectie)

Toegankelijkheid
Er zijn twee studiezalen met verschillende functies. In de ‘studiezaal originelen’ is permanente beveiliging en cameratoezicht. Potloodgebruik is voorgeschreven en jassen en tassen mogen niet mee naar binnen (laptops wel). In het grotere ‘informatiecentrum’ mogen jassen, tassen en ballpoints wel meegenomen worden. In beginsel worden er in het informatiecentrum reproducties geraadpleegd. Ook kunnen er inhoudelijke vragen gesteld worden. Er staan tientallen beeldschermen waarop de eigen site te raadplegen is, waarop aanvragen voor de studiezaal originelen gedaan kunnen worden en waarop reproducties besteld kunnen worden. Ook staan er kasten met Amsterdamboeken, waaronder de meest geraadpleegde kartografische literatuur. In het gebouw is ook een expositieruimte. Het Stadsarchief Amsterdam is van dinsdag tot vrijdag van 10 tot 17 uur geopend. Op zaterdagen en zondagen zijn de deuren ook open, echter dan vanaf 11 uur. In het weekend kunnen echter geen originelen opgevraagd worden. Het informatiecentrum is dan wel toegankelijk.

Profiel
De kaartcollectie van het Stadsarchief omvat ruim 20.000 bladen. Grofweg zijn deze te verdelen in een viertal hoofdcategorieën: ten eerste de kaarten die de hele stad binnen de zich in de loop der eeuwen door annexaties wijzigende gemeentegrens tonen en ten tweede de kaarten die delen van de stad laten zien (op wijk- of straatniveau). De derde en kleinste categorie bestaat uit kaarten die gebieden tonen buiten of rond Amsterdam. De vierde groep bestaat uit kaartseries.
Veruit de meeste kaartbladen tonen dus Amsterdams grondgebied. Voor de oudste geschiedenis kennen we de kaarten van Cornelis Anthonisz. uit 1544, van Pieter Bast uit 1597 en Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625, waarop alle huizen zeer gedetailleerd en in opstand getekend staan. Uit de zeventiende eeuw zijn de uitgiftekaarten van de derde en vierde uitleg uniek en voor de achttiende eeuw zijn dit de burgerwijkkaarten. Daarnaast beheert het Stadsarchief Amsterdam nog enige duizenden (dubbelen van) kadastrale kaartbladen die sedert 1832 getekend werden. Belangrijk zijn ook de buurtatlassen uit 1850, 1853 en 1876 (met schalen ca. 1:1.250) die de drie verschillende huisnummeringen laten zien die de stad gehad heeft. Voor het twintigste-eeuwse onderzoek is de kaartserie op schaal 1:1.000 van groot belang. Van die reeks zijn bijna 2.500 verschillende bladen bewaard. De buurtatlaskaarten en de 1:1.000-serie tonen naast een goede detaillering ook de drie huisnummeringen die alle panden in de stad sedert 1795 gehad hebben.
De meeste kaarten hebben geen rechtstreekse band met archieven. De eerste kaarten die bewust aangekocht werden en die geen deel uitmaken van archieven, werden al meer dan 150 jaar geleden door de toenmalige archivaris Pieter Scheltema verworven. Enige duizenden kaartbladen hebben wel een aantoonbare band met geschreven stukken of maken deel uit van archieven. Voorbeelden hiervan zijn de bijzondere, vooral 19e-eeuwse kaarten die gebieden tonen in het noorden van de Verenigde Staten. Ze maken deel uit van het archief van de Holland Land Company. Ook zijn een reeks kaartboeken vermeldenswaard die zowel delen van de stad maar ook van talloze gebieden daarbuiten tonen.
De kaartcollectie van het Stadarchief Amsterdam is naar absolute aantallen niet groot. Als we ons realiseren dat slechts enkele procenten daarvan gebieden buiten de stad laten zien, dan moet de conclusie zijn dat het niet alleen een lokaal georiënteerde collectie is, maar, naar stedelijke begrippen, ook een bijzonder grote. Naast enige duizenden, incidenteel vervaardigde, topografische en thematische overzichtkaarten is de collectie bijzonder omdat er sedert de tweede helft van de zestiende eeuw zeer gedetailleerde kaarten bewaard zijn die de situatie uit alle eeuwen sedertdien tonen.

Website/Beeldbank
De ontsluiting van alle archieven en collecties gebeurt één centrale database. Hieraan worden de gegevens ontleend die bezoekers van de website www.stadsarchiefamsterdam.nl aantreffen in de archiefbank en beeldbank. Elk archief en elke collectie heeft binnen de database een eigen toegangsnummer. Er zijn collecties die enkel uit kaarten bestaan (b.v. toegangsnummer 10039: de Kaart van Amsterdam 1:1.000-serie en toegangsnummer 10043: negentiende-eeuwse buurtatlassen), maar er zijn ook tientallen archieven waar, soms maar één of enkele kaarten, deel van uitmaken. Het is de bedoeling dat alle kaarten in de loop van jaren alle op de site terug te vinden zullen zijn. Inmiddels zijn enige duizenden kaarten zijn gescand. Deze zijn via de archiefbank (low resolution beelden) of beeldbank (high resolutionbeelden en voorzien van inzoommogelijkheden) te bekijken.

Belangrijkste literatuur

  • A.E. d’Ailly, Catalogus van Amsterdamsche plattegronden. Amsterdam, 1934.
  • A.E. d’Ailly, Repertorium van de profielen der stad Amsterdam en van de plattegronden der schutterswijken. Amsterdam, 1953.
  • W.F. Heinemeijer en M.F. Wagenaar (red.), Amsterdam in Kaarten : veranderingen van de stad in vier eeuwen cartografie. Ede/Antwerpen, 1987.
  • W. Hofman, Amsterdam. Alphen aan den Rijn: Canaletto, 1978 (Historische plattegronden van Nederlandse Steden 1).
  • W. Hofman, Amsterdam Burgerwijkkaarten: Repertorium Geschiedenis van Schutterij en Burgerwacht Genealogische gegevens van Officieren. Amsterdam, 1981.
  • Marc Hameleers, ‘De Kaart van Amsterdam, schaal 1:1.000 (1909): geschiedenis en gebruik van de meest geraadpleegde kaart van Amsterdam’, in: Jaarboek Amstelodamum 92(2000), blz. 121-147.
  • Marc Hameleers, Kaarten van Amsterdam 1538-1865. Bussum: Thoth, 2013.
  • Marc Hameleers, Kaarten van Amsterdam 1866-2012. Bussum: Thoth, 2013.
  • Marc Hameleers & Elizabet Nijhoff Asser, ‘Zeventien kaartboeken uit het Amsterdamse Gemeentearchief: een plan van aanpak’, in: De Restaurator (1992) 1, blz. 6-17.
  • Marc Hameleers & Erik Schmitz, ‘Amsterdamse uitgiftekaarten, 1586-1769: Basis van de stedelijke verkaveling’, in: Jaarboek Amstelodamum 88 (1996), blz. 44-64.
    [Ook gepubliceerd in: Stadskartografie & De Kartografie van Gelderland, blz. 17-28 (NVK-publikatiereeks 25)]

Maritiem Museum Rotterdam

Adres en Contactgegevens
Maritiem Museum Rotterdam
Postbus 988, 3000 AZ Rotterdam
Bezoekadres: Leuvehaven 1, Rotterdam Telefoon: 010-4132680
Contactpersoon:
Sjoerd de Meer (conservator atlassen, kaarten en globes)
E-mail: sdemeer@maritiemmuseum.nl
www.maritiemmuseum.nl en www.maritiemdigitaal.nl

Toegankelijkheid
De bibliotheek is op vrijdag tijdens de openingsuren van het museum (10.00-17.00) te bezoeken. Op de andere doordeweekse dagen is de bibliotheek na afspraak en uitsluitend ten behoeve van (wetenschappelijk) onderzoek toegankelijk. Materiaal dient schriftelijk (per e-mail of brief) te worden aangevraagd. Bij het bezoek wordt verzocht dat u zich legitimeert met een geldig identiteitsbewijs. Het is mogelijk om foto’s te bestellen tegen de daarvoor geldende tarieven. Bij uitzondering kan toestemming verleend worden om zelf foto’s te maken (zonder flits).

Omvang
De kartografische collectie van het Maritiem Museum omvat circa 2000 oude kaarten (van vóór 1850), 400 atlassen, 40 globes en 4000 hydrografische kaarten. Daarnaast bezit het museum een collectie van circa 2000 boeken, gedrukt vóór 1850. Tevens is er de beschikking over een handbibliotheek met de belangrijkste maritiemhistorische en kartografische literatuur en worden in de bibliotheek facsimile›s van kaarten en atlassen bewaard.

Profiel
Op 15 februari 1874 werd het Maritiem Museum van de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub (KNYC) voor het publiek geopend. De basis voor de collectie was echter reeds in 1852 gelegd toen in het gebouw van de KNYC aan de Willemskade een tentoonstellingsruimte (de ‘Modelkamer’) werd ingericht. Vanwege het faillissement van de KNYC werd het museum in 1881 overgenomen door de gemeente Rotterdam. Vanaf dat jaar heette het museum Maritiem Museum ‘Prins Hendrik’ als eerbetoon aan Prins Hendrik(1820-1879), de initiatiefnemer tot de oprichting van de KNYC. In 1948 werd het Maritiem Museum een zelfstandige instelling, los van het Museum voor Volkenkunde waarmee het was verbonden. Sinds 1999 is de naam van het museum Maritiem Museum Rotterdam. In de negentiende eeuw werden een enkele atlas en kaart aan de maritieme collectie toegevoegd. Met de komst in 1915 van de oud marineofficier J.W. van Nouhuys (1869-1963) als directeur werd een voortvarend verzamelbeleid ingezet. Hij kocht veel zeeatlassen en kaarten en voegde ook voor die tijd moderne hydrografische kaarten aan de collectie toe.
Zijn belangrijkste aankoop was de ‘Atlas van de Wereld’, de wereldkaart van Gerard Mercator in atlasvorm uit 1569. Vanaf 1923 trad ook W.A. Engelbrecht(1874-1965) in beeld. Tijdens zijn leven bouwde deze Rotterdamse havenbaron een verzameling op van (zee-) atlassen, kaarten, reisverhalen en boeken gewijd aan kosmografie, astronomie en navigatie uit de zestiende tot de achttiende eeuw.
Zijn eerste bruikleen aan het museum dateerde uit 1923 en bestond onder meer uit atlassen van Gerard Mercator en een collectie globes waaronder Mercators aardglobe uit 1541. Deze collectie had hij samen met anderen in bezit en werd in 1952 door het museum aangekocht. In 1950 gaf Engelbrecht zijn gehele collectie in bruikleen aan het museum. Na diens dood in 1965 kon het museum de gehele collectie tegen gunstige voorwaarden verwerven. Tot de hoogtepunten behoren verschillende Ptolemaeus-uitgaven, een collectie Italiaanse kaarten uit de zestiende eeuw en vele land- en zeeatlassen.
Bijzonder zijn de acht manuscriptkaarten van de Portugese kartograaf Bartolemeo De Lasso uit 1590. Daarnaast bezit het Museum de belangrijkste collectie Planciuskaarten in Nederland. Een unicum is de gedrukte kaart van Cuba door Willem Jansz. Blaeu, bestemd voor het nooit verschenen vierde deel van zijn ‘Licht der Zeevaerdt’. Opvallend zijn de Engelse atlassen uit het einde van de zeventiende eeuw, vervaardigd naar Nederlandse voorbeelden.
Onder leiding van mejuffrouw J.B. van Overeem (1913-2007) en opvolgers werd de collectie geregeld uitgebreid. In 1948 werd de unieke wereldkaart van Willem Jansz. Blaeu uit 1619 aangekocht, in 1960 gevolgd door Blaeu’s wereldkaart uit 1645/1646. Tussendoor was dankzij de bemiddeling van de antiquaar N. Israel (1919-2002) de zeer zeldzame Spaanse editie van de Atlas Mayor van Blaeu aangekocht.
In 1963 kreeg het museum de collectie Surinamekaarten van de KLM-arts K. Vaandrager in bruikleen. In 1966 kocht het Museum een belangrijk gedeelte daaruit aan waaronder de vroegste gedrukte kaart van Suriname door Jacob Mogge uit 1671. In 1970 verwierf het Museum de collectie Bichon die ondermeer een aantal manuscript landverkenningen van de westkust van Australië bevat, getekend door Victor Victorsz. In 2004 werd de kunstverzameling van de rederij Nedlloyd als bruikleen verworven. De meest recente uitbreiding van de collectie volgde in 2006 toen het museum met steun van veel particulieren en fondsen de Corpus Christi collectie wist aan te kopen, een verzameling van vooral VOC-kaarten op perkament en op papier, waarvan acht gesigneerd door Joan Blaeu. Ruim voorhanden in de collectie zijn Nederlandse en buitenlandse kaarten van hydrografische diensten, zowel uit de negentiende als twintigste eeuw. Speciale aandacht verdienen ook de Nederlandse rivierkaarten waarvan de oudste dateren uit de achttiende eeuw en de jongste uit 1961. Kaarten van de binnenvaart vormen een apart verzamelterrein. Ze zijn moeilijk te vinden en het Museum accepteert deze graag als schenking.
De globecollectie is één van de grotere collecties in Nederland. Sinds 2007 wordt een uitgebreid en kostbaar restauratieprogramma uitgevoerd.
Tot de handschriftencollectie behoort een deel van het persoonlijk archief van de historisch-kartograaf F.C. Wieder (1874-1943). Dit archief bevat notities betreffende zijn kartografische reizen in het buitenland, aantekeningen over allerlei kartografische onderwerpen en overdrukken van artikelen en knipsels.

Tentoonstellingen
In de afgelopen honderd jaar is een groot aantal kartografische tentoonstellingen georganiseerd, ondermeer gewijd aan Mercator, de familie Blaeu, kaarten van het Zuid-Hollands rivierengebied, de Hydrografische Dienst, kaarten van Suriname, het uitgevershuis van Keulen en de Corpus Christi Collectie. Tot het voorjaar 2014 is de tentoonstelling ‘Recht door Zee : varen op de kaart van Mercator’ te zien.

Website / Beeldbank
In 1998 lanceerde het Maritiem Museum Maritiem Digitaal (www.maritiemdigitaal.nl), de gezamenlijke portal van de maritieme musea. Het grootste gedeelte van de collectie is daarop te vinden. Maritiem Digitaal is ook toegankelijk via www.digitalecollectienederland.nl. Via deze website is ook het Geheugen van Nederland te benaderen waarop ook kaarten uit de collectie te vinden zijn.

Belangrijkste literatuur

  • Bos, E., ‘De collectie Engelbrecht in het Maritiem Museum ‘Prins Hendrik’, in: De Boekenwereld 1992, p. 86-96.
  • Bos, E., Italiaanse kaartenmakers : De Italiaanse kaartenmakers uit de Collectie W.A. Engelbrecht in het Maritiem Museum ‘Prins Hendrik’ in Rotterdam. Alphen aan den Rijn, 1996.
  • Meer, S. de (ed.), Het Zeekaartenboek. Zutphen, [2007].
  • Meer, S. de & I.B. Jacobs, ‘De collectie Bichon in het Maritiem Museum Rotterdam’, in: Mappae Antiqua. Liber Amicorum Günter Schilder, p. 595-607. ’t Goy-Houten, 2007.
  • Meer, S. de & F. Loomeijer, De schat van Corpus Christi : VOC-kaarten boven water. Zutphen, 2007.
  • Meer, S. de, Atlas van de Wereld : De wereldkaart van Gerard Mercator uit 1569. Zutphen, 2011.
  • Overeem, J.B. van, Lof der Zeevaart : collectie dr W.A. Engelbrecht. Tentoonstellingscatalogus Maritiem Museum ‘Prins Hendrik’, 1966.