Bibliotheek van de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte (’s-Gravenhage)

Bibliotheek van de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte in ’s-Gravenhage (door Wim Hayes, 2021)

Adres en contactgegevens
Bezoekadres: Plein 24, 2511 CS ’s-Gravenhage
Postadres: Postbus 11589, 2502 AN, ’s-Gravenhage
Telefoonnummer: 070-360 79 33
Website: societeitdewitte.nl

Toegankelijkheid
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte is een besloten vereniging en alleen toegankelijk voor leden en hun introducés. De collectie van de Bibliotheek is op afspraak beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Via een online contactformulier kunnen de voorwaarden worden aangevraagd.

Omvang en profiel
Een willekeurige jaarnota van de boek- en papierhandelaren De Erven Doorman uit 1866 vermeldt voor de maand maart de aankoop van acht kaarten: Théatre de la guerre, Carte stratégique de l’Allemagne, L’Europe centrale, Gegend von Venedig, Carte topographique de l’Italie op bordpapier en drie kaarten van [Alexandre] Vuillemin Mantoue, Vérone en Vénise. De aanschaf van een partij kaarten van zeer uiteenlopende aard als deze was kenmerkend voor de Bibliotheek van De Witte. De uitgebreide collectie dagbladen, tijdschriften, boeken, brochures en almanakken was een levendige verzameling met als enig doel de leden op alle mogelijke terreinen zo goed mogelijk te informeren. Vanaf het oprichtingsjaar 1782 speelde de actualiteit van de informatie hierbij een belangrijke rol. Van leestafel tot ‘leesinrigting’ in 1855 tot Bibliotheek en Leeszaal in 1870 was het aanschafbeleid erop gericht om de collectie als spiegel van wat er in binnen- en buitenland leefde, in te richten.
Vanaf 1855, toen op initiatief van commissaris baron van Brienen van de Groote Lindt de collectie een officiële status kreeg en er een ruimte van het gebouw specifiek tot ‘leesinrigting’ werd omgebouwd, was het een jaarlijks gebruik om de hele collectie door een boekhandel te laten opfrissen en waar nodig reparaties uit te voeren. Tegelijk werd er tijdens deze jaarlijkse verhuizing een lijst opgemaakt van de verzameling. Van deze lijsten werden slechts enkele exemplaren gedrukt voor gebruik in de leesruimte. Op dat moment was het ook gebruikelijk om titels die verouderd waren, af te stoten. Niet alleen uit praktische overwegingen – de opslagruimte was beperkt, maar ook om de collectie up-to-date te houden. Helaas zijn er van deze beschrijvende lijsten geen exemplaren bewaard gebleven. De praktijk van het schoonmaken en (her)binden van boeken, brochures en dagbladen duurde zeker tot in de jaren 1890 voort.
Ondertussen was in 1870 het oorspronkelijke sociëteitsgebouw vervangen door nieuwbouw, waarin op de eerste verdieping een Bibliotheek en Leeszaal was voorzien. Met de uitbreiding van het pand in 1900 werd er een tweede Leeszaal aan toegevoegd. In 1894 verscheen de eerste gedrukte collectiecatalogus. Losse kaarten werden niet in de catalogus opgenomen en zijn ook niet bewaard gebleven. Wel vinden we in de na 1894 verschenen catalogi verschillende atlassen terug, zoals prof. A. L. Hickmann’s Geographischstatistischer universal Taschen-Atlas (1897) of The Castle Line Atlas of South Africa (1895). Dat we in de categorie Koloniale zaken, naast de categorie Aardrijks-, land- en volkenkunde de grootste groep in de collectie, enkele atlassen betreffende de voormalige koloniën vinden, mag geen verbazing wekken. Voorbeelden hiervan zijn F. de Bas La cartographie et topographie des Indes Orientales néerlandaises (1884) en van J. W. Stemfoort en J.J. Siethoff Atlas der Nederlandsche bezittingen in Oost-Indië (1907). Daarnaast beschikten de leden over atlassen die als onderdeel van een grotere publicatie waren uitgegeven. Uit deze publicaties spreekt de brede en ongetwijfeld commerciële interesse die men had in sommige onderwerpen, zoals Dr. G.A.F. Molengraaf Borneo-expeditie. Geologische verkenningstochten in Centraal-Borneo. Atlas in 22 bladen (1900) en van C.F. Abendanon Geologische en geografische doorkruisingen van Midden-Celebes. Atlas (1916).
Rond de Eerste Wereldoorlog bereikte de collectie met meer dan 350 abonnementen en ruim 21000 titels haar hoogtepunt en werd de rijkdom van de verzameling door binnen- en buitenlandse commentatoren terecht geroemd. In dezelfde periode zag het college van bestuur zich genoodzaakt om, voor het bewaren van de goede vrede op de Sociëteit, het gebruik van kaarten waarop door twee kampen, sympathisanten van de geallieerden en die van de centrale machten, de frontbewegingen werden bijgehouden en waarbij de emoties hoog opliepen, te verbieden.
In juli 1941 kwam er een abrupt einde aan de weelde. De Sociëteit werd op last van de bezetter gesloten en haar roerende goederen, waaronder de collectie van de bibliotheek, geconfisqueerd. Een groot deel van de verzameling werd door de Wehrmacht, het Reichsicherheitshauptamt, de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg, het Nederlandse Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK) en de Centrale Dienst voor Sibbekunde geroofd. Voor Rijkscommissaris Seyss-Inquart werd zelfs een speciale ‘Handbücherei’ van ruim 700 boeken samengesteld.
In 1945 keerden zo’n 7.000 titels terug. Een klein deel daarvan was in Duitsland aangetroffen en geretourneerd. Onderzoek heeft aangetoond dat de boeken die in Duitsland terecht waren gekomen ofwel bij een van de bombardementen op Berlijn verloren zijn gegaan, ofwel door Russische troepen naar hun moederland werden afgevoerd. In 1992, na jaren van omzwervingen, kreeg de sociëteit 34 boeken terug van de Margarita Rudomino All-Russia State Library for Foreign Literature (Library of Foreign Literature) uit Moskou. Het grootste aantal boeken, waaronder enkele atlassen, bevond zich op het DVK, van waaruit deze hun weg terugvonden naar de Sociëteit.
In 2004 werd door de bibliotheekcommissie een plan van aanpak geschreven, waarin de voor de Tweede Wereldoorlog verworven boeken werden aangemerkt als de ‘historische collectie’. Deze collectie vormt het uitgangspunt voor het huidige aanschafbeleid. De bibliotheek en haar collectie wordt beheerd door de bibliotheekcommissie, bestaande uit zeven leden en voorgezeten door een lid van het college van bestuur. De bibliotheekcommissie heeft een ondersteunende taak om, naast het dagelijkse beheer en onderhoud van de collectie, het college van bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren aangaande bibliotheekzaken. De commissie beschikt over budget om werken uit de historische collectie te laten restaureren en, daar waar de gelegenheid zich voordoet, verloren werken te vervangen, zoals in het geval van de Atlas der Nederlandsche bezittingen in Oost-Indië (1883-1885). Met de inrichting van de atlassenkamer werd een belangrijke stap gezet in het beheer van de collectie. De atlassen worden in deze ruimte in speciaal voor die functie gemaakte ladekasten bewaard. De collectie zal in komende jaren verder worden uitgebreid door aanschaf van zowel nieuwe als antiquarische exemplaren.

Website
Voor algemene informatie over de bibliotheek en toegang tot de catalogus, zie www.societeitdewitte.nl/nl/bibliotheek/.

Ga naar het contactformulier Ga naar de website van de bibliotheek Ga naar de digitale catalogus van de bibliotheek

Jan Menze van Diepencollectie (Slochteren)

Kaartencollectie van de Jan Menze van Diepencollectie in Slochteren (door Henny van Harten-Boers, 2020)

Adres en contactgegevens
Jan Menze van Diepencollectie
Adres: Landgoed Fraeylemaborg, Hoofdweg 30, 9621 AL Slochteren
Telefoonnummer: 0598-422316
E-mailadres: info@vandiepenstichting.nl

Toegankelijkheid
De kaarten maken deel uit van een gevarieerde kunstverzameling van ruim 9.000 objecten, met onder andere Aziatische keramiek, historieprenten en beeldende kunst. De Fraeylemaborg en het koetshuis hebben een museale bestemming en hier is al veel te zien uit de Van Diepencollectie. De topografische collectie wordt beheerd in een kunstdepot op het voorterrein van Landgoed Fraeylemaborg. Dit depot is niet vrij toegankelijk, maar op afspraak kunnen de kaarten bekeken worden. Dit brengt geen kosten met zich mee.

Omvang
De deelcollectie topografie omvat 586 inventarisnummers. Meer dan de helft hiervan (382 nummers) bestaat uit kaarten. Het betreft kaarten van stad en provincie Groningen, aangezichten van de stad Groningen, vestingplattegronden, en zeekaarten van het Waddengebied. Van Diepen verwierf ook kaarten van omringende gebieden, Drenthe, Overijssel en Oost-Friesland. Tevens zijn mooie exemplaren aanwezig van de Zeventien Provinciën en de Zeven Provinciën. Er zijn geen complete atlassen. Daarnaast zijn er 204 prenten van gebouwen en stadsgezichten. Dit zijn gravures, etsen en litho’s van historische locaties in stad en provincie Groningen. Deze prenten dateren voornamelijk uit de negentiende eeuw.

Profiel
Jan Menze van Diepen (1905-1994) werd in Waterhuizen geboren als enige zoon van een scheepsbouwer. Scheepswerf Van Diepen stond aan het Winschoterdiep, enkele kilometers buiten de stad Groningen. Het gezin Van Diepen verhuisde naar Groningen en ging wonen aan de Oosterhaven. In dit statige huis met uitzicht op levendige scheepvaart ontwikkelde Jan Menze zijn belangstelling voor geschiedenis en kunst. Zijn ouders legden de basis voor een kunstverzameling die later door hun zoon werd uitgebreid.
Aanvankelijk bezocht Jan Menze van Diepen zelf veilingen en galeries. Al snel echter liepen veel van zijn topografische verwervingen via de firma Gazendam, vanaf 1917 gevestigd in de Oude Kijk in ’t Jatstraat in Groningen. Gerard Gazendam gaf adviezen aan Van Diepen en legde mooie exemplaren voor de verzamelaar apart. Jarenlang had deze kunsthandelaar een “la Van Diepen” die hij geleidelijk vulde en later met de verzamelaar bekeek. Deze sociale context was voor Van Diepen een belangrijk aspect van het verzamelen. Hij hield ervan om uitgebreid van gedachten te wisselen over de kaarten en prenten en stond open voor de kennis van de vakman.
Bij nieuwe aankopen hield Van Diepen er vanzelfsprekend rekening mee of hij een bepaalde kaart al bezat. Toch kocht hij soms ook een tweede of een derde exemplaar van dezelfde kaart. Dit hield bijna altijd verband met de inkleuring. Een vakkundig met de hand ingekleurde kaart heeft een extra uitstraling en kan in het palet enorm variëren. Zo kocht Van Diepen drie versies van de bekende ‘pauwenkaart’ van Sibrandus Leo uit 1579. De ‘afzetters’ die eeuwen geleden deze kaarten kleurden maakte er elke keer een ander kunstwerk van.
De kaarten en prenten in de topografische collectie dateren voornamelijk uit de periode 1600 tot 1900. Soms is de provincie Groningen alleen in kaart gebracht, vaak ook maakt deze deel uit van een groter gebied met onder andere Friesland, Drenthe en Oost-Friesland. Er zijn enkele kaarten uit de zestiende eeuw, maar het grootste deel komt uit de bloeiperiode van de kartografie in Nederland: de zeventiende eeuw. Ook de achttiende eeuw is goed vertegenwoordigd.
In 1978 richtte Jan Menze van Diepen een stichting op om in de toekomst zijn totale collectie te beheren. Hij had inmiddels zoveel kunstwerken en objecten in zijn huis aan de Rijksstraatweg in Haren dat dit bijna uit zijn voegen barstte. Behalve aan de bewaaromstandigheden was ook aan de inventarisatie nog heel wat werk te verrichten. De topografische collectie gaf hij tijdelijk in bruikleen aan het toenmalige Gemeentearchief in Groningen. Alle kaarten en prenten werden in nieuwe passe-partouts gezet, opgeborgen in zuurvrije mappen en ze kregen een voorlopig inventarisnummer met een korte beschrijving.
De Van Diepen Stichting kreeg vanaf 1994 de beschikking over een eigen kunstdepot bij de Fraeylemaborg in Slochteren. Een beheerder/conservator en een behouds-medewerker kregen de zorg voor de collectie. Omdat nu professioneel beheer in eigen hand mogelijk was, werd de topografische collectie in 1995 herenigd met de rest van Van Diepen’s verzameling. In het nieuwe depot werden de kaarten en prenten overzichtelijk opgeborgen in ladenkasten en opgenomen in een database met afbeeldingen. De topografische collectie is sindsdien ontsloten en beschikbaar voor exposities en publicaties.

Websites
De topografische kaartencollectie kan in zijn geheel geraadpleegd worden op www.vandiepencollectie.nl. Elke kaartbeschrijving is voorzien van een gedetailleerde afbeelding. Beeldmateriaal voor publicaties kan daarnaast bij de stichting worden aangevraagd.

Literatuur

  • Harten-Boers, Henny van. 1996. Groningen in de kaart gekeken. Tentoonstelling van eeuwenoude topografische kaarten uit de collectie J.M. van Diepen, tentoonstellingscatalogus Fraeylemaborg Slochteren: Stichting Fraeylemaborg.
  • Harten-Boers, Henny van. 2009. Selectie uit de collectie topografische kaarten en prenten van de Jan Menze van Diepen Stichting, Slochteren: Jan Menze van Diepen Stichting.
  • Harten-Boers, Henny van. 2018. Allemaal voor het algemeen belang. Verzamelaar Jan Menze van Diepen (1905-1994), Slochteren: Jan Menze van Diepen Stichting.
Ga naar de website

Deelcollectie ‘Kaarten voor vliegtuigpassagiers’ (Universiteitsbibliotheek Utrecht)

Universiteitsbibliotheek Utrecht
Deelcollectie ‘Kaarten voor vliegtuigpassagiers’ (door Ferjan Ormeling, 2020)

Adres en contactgegevens
Kaartenzaal Universiteitsbibliotheek Utrecht (USP)
Kamer 6.29: Heidelberglaan 3, 3584 CS Utrecht
Telefoonnummer: 06-24865733 (conservator Marco van Egmond)
Website: https://www.uu.nl/bijzondere-collecties-universiteitsbibliotheek-utrecht

Verzameling en bewerking van het materiaal
In de Universiteitsbibliotheek in Utrecht bevindt zich in het kaartenmagazijn een portefeuille met meer dan honderd verschillende kaarten voor vliegtuigpassagiers, uitgegeven door vliegmaatschappijen. Die collectie is in 1969 samengesteld (op instigatie van Prof. dr Cor Koeman, op 7 juli 1969, zie afbeelding 3, de opdracht is nog bewaard gebleven) door de schrijver, die daarvoor dat jaar 120 luchtvaartmaatschappijen aanschreef (met meer dan honderd werknemers en een substantieel netwerk)[1] met het verzoek een exemplaar van voor de passagiers bestemd kaartmateriaal te willen opsturen ten behoeve van een vergelijkend onderzoek. Daarvan reageerden 66 positief en zonden, vaak meerdere, exemplaren, van kaarten van verschillende vliegroutes op. De correspondentie met de luchtvaartmaatschappijen is nog bewaard in de portefeuille.

Het materiaal is geordend, gerubriceerd en vergeleken, beschreven in een artikel en geëxposeerd: op het Geografisch Instituut van de Rijksuniversiteit Utrecht werd een tentoonstelling van het materiaal ingericht, en er werd een toelichting bij geschreven. Een meer gedetailleerde beschrijving van het materiaal werd opgenomen in het tijdschrift Allgemeine Vermessungsnachrichten (vol.78-5, pp 158- als ‘Karten für die Flugtouristik’.[2] Men kan bij kaarten voor het luchtvaarttoerisme nog kiezen uit kaarten die het hele lijnennet van een maatschappij weergeven en kaarten van een specifieke route, en de bedoeling van deze verzamelactie was kaarten van dat laatste type te verzamelen. In het artikel werd vervolgens nagegaan aan welke criteria kaarten zouden moeten voldoen om passagiers in staat te stellen zich aan de hand van de kaart te kunnen oriënteren in het terrein waarover men vliegt (natuurlijk op voorwaarde dat men overdag vliegt, bij een wolkeloze lucht en aan een raampje zit). Het blijkt af te hangen van de kaartschaal, de vlieghoogte en natuurlijk de weergave van het aardoppervlak (reliëf, vegetatie en hydrografie). Het gebied dat men in principe kan overzien op tienduizend meter hoogte heeft een straal van 360 kilometer. Kiest men een schaal van 1:6M dan is de strook die men kan overzien zes centimeter breed op de kaart, en het hangt er bij de oriëntatie van af of daarin markante objecten weer te geven zijn die men vanuit het vliegtuig herkennen kan.

Inhoud van de deelcollectie (VII.V. 1-VII.V.76)
Het gaat om een kleine honderd kaarten (of folders met kaarten), in kleur, die stammen uit de periode 1952-1969. Een aantal is niet gedateerd (22), van de rest werd 56 procent in het jaar 1969 gedrukt. Bijna de helft van de kaarten (in de folders) is vervaardigd door gerenommeerde kartografische bedrijven. In de Verenigde Staten waren dat Jeppesen en Gousha, die ook luchtvaartnavigatiekaarten produceerden, en Rand McNally. In West-Europa waren dat Bartholomew, Bertelsmann, Cartografisch Instituut Bootsma, Cartoprint, Falkplan, De Agostini, Kümmerly & Frey en Oxford University Press; in Oost-Europa Geokart, PPWK en Kartografiai Vallalat. Ook topografische diensten vervaardigden kaarten voor de luchtpassagiers: bijvoorbeeld het IGN in Parijs en Lands and Surveys in Nieuw-Zeeland. Bij de kaarten van Lufthansa werd speciaal vermeld dat de reliëfweergave het werk was van Dr F. Hölzel (bij wie ook de kartografen van Wolters eind jaren vijftig hun opleiding kregen in de reliëfschaduwering). Naast deze serieuze kartografische bedrijven stamt een deel van de kaarten uit de reclamewereld, waarbij het er eerder om gaat een bepaalde maatschappij te promoten dan een natuurgetrouw beeld te geven van het gebied waar de route over gaat. In 2019 is een boek verschenen van Mark Ovenden en Maxwell Roberts, Airline Maps, a century of Art and design (Penguin Books, USA). Hoewel de verzamelactie vooral gericht was op netwerkkaarten bestaat de helft van het materiaal uit routekaarten. Afbeelding 3 geeft een goed beeld van de soort vormgeving die door reclamebedrijven bij netwerkkaarten werd gebezigd.

Het grootste deel van het ingestuurde materiaal betreft opgevouwen kaarten, maar er zijn ook kleine atlasjes bij. Van Austrian Airlines waren er geplastificeerde kaarten op een harde ondergrond, die de passagiers aan elkaar moesten doorgeven. Sabena had gezorgd voor een route-opdruk met lichtgevende verf. Saudi Airlines had een duur Zwitsers bedrijf in de arm genomen voor zijn kaarten. Bij de routekaarten kon deze ook opgesplitst zijn over een aantal stroken, om de schaal zo groot mogelijk te doen zijn (zie afbeelding 4).

Afbeelding 2 (links): Map of The State of Hawaii van Hawaiian Airlines. ©Hawaiian Airlines
Afbeelding 3 (boven): Notitie van Cor Koeman, gedateerd 7 juli 1969, met betrekking tot het aanleggen van een deelverzameling luchtvaartkaarten.

Het beantwoorden aan de doelstelling
Om inderdaad het terrein waarover men vliegt te kunnen herkennen dient men het volgende te bedenken. De dagelijkse vluchtuitvoering wijkt actueel bijna altijd af van de routes, zoals aangegeven op de voor de passagier bestemde kaarten, die ver van te voren worden gedrukt. Zij kunnen slechts een standaard route tonen. De afwijkingen kunnen oplopen tot duizenden kilometers dwars van de standaard route. Dit wordt veroorzaakt door het windpatroon op vlieghoogte (op zoek naar de kortste vluchttijd), de verkeersleiding (veel bevlogen routes) of de politieke situatie (zie recentelijk Iran/Irak). Daarvan afgezien mag de schaal van de uitgereikte kaarten niet kleiner zijn dan 1:6 of 800.000, zou de reliëfschaduwering uit het zuiden moeten komen op het noordelijk halfrond, en zouden er geen hoogtezones maar vegetatiekleuren gebruikt moeten worden, met een scherpe afgrenzing van watervlakken. Die zijn immers, ook door de spiegeling, goed te onderscheiden zijn vanuit het vliegtuig. Er blijken maar weinig van de binnengekregen kaarten daaraan te voldoen. De beste – en oudste – zijn die welke door Hal Shelton vanaf 1952 voor de firma Jeppesen uit Inverness, Colorado zijn ontwikkeld,[3] in zogenaamde natuurlijke kleuren, met groene wouden, beige woestijnen, en kleuren voor bouwland afhankelijk van het seizoen. Deze manier van weergave werd later overgenomen door John Keates, kartograaf uit Glasgow, die de luchtvaartpassagierskaarten ontwikkelde voor de SAS, en later ook de schoolwandkaartenserie van Esselte, die in Nederland door Meulenhoff werden uitgegeven. Afbeelding 5 is daar een voorbeeld van. Waar het grondgebruik meer versnipperd is en de bewoning dichter wordt het kaartbeeld met natuurlijke kleuren wat onoverzichtelijk. Maar vooral voor brede landschapsgordels, zoals toendra-taigasteppe-woestijn in Siberië, werkt de natuurlijke kleurenmethode goed.

Op het ogenblik krijgen we, wanneer we vliegen, op onze monitors routekaarten voorgeschoteld in een vaste stand die we alleen kunnen beïnvloeden door in- of uit te zoomen. Dat is niet optimaal voor de oriëntering, en doet terugverlangen naar het papieren kaartmateriaal.

Noten
1. De adressen werden ontleend aan het tijdschrift Flight International, 10 april 1969, dat het artikel ‘World Airline Survey’ bevatte met gegevens over netwerk, aantal personeelsleden en adressen van de vliegmaatschappijen.
2. Het werd later ook vertaald opgenomen in Kaartbulletin nr 29, mei 1972, 19-24.
3. Tom Patterson & Nathaniel Vaughn Kelso (2004). Hal Shelton revisited: designing and producing natural-color maps with satellite land cover data. Cartographic Perspectives no 47, Winter 2004.

Ga naar de website van de Bijzondere Collecties

Regionaal Archief Nijmegen

Kaartencollectie van het Regionaal Archief Nijmegen (door Henk Trapman, 2020)

Adres en contactgegevens
Regionaal Archief Nijmegen
Bezoekadres: Mariënburg 27, 6511 PS Nijmegen
Postadres: Postbus 9105, 6500 HG Nijmegen
Telefoonnummer: 14 024
E-mailadres: hetarchief@nijmegen.nl
Website: www.regionaalarchiefnijmegen.nl

Toegankelijkheid
Het Regionaal Archief Nijmegen (RAN) bevindt zich sinds 2001 in zijn huidige onderkomen als onderdeel van het culturele kwartier met filmhuis LUX en de bibliotheek aan het Mariënburg. Het depot kan in totaal zestien kilometer archief herbergen. Op dit moment omvat het gehele bestand zo’n veertien kilometer. De studiezaal is op dinsdag, woensdag en vrijdag geopend van 9.00 tot 17.00 uur; op donderdag van 9.00 tot 20.00 uur. Er zijn altijd studiezaalmedewerkers aanwezig. Archiefstukken kunnen vooraf telefonisch of via e-mail worden aangevraagd. Het RAN is vanaf het Centraal Station van Nijmegen zowel te voet (in ongeveer een kwartier) als met het openbaar vervoer goed te bereiken. De dichtstbijzijnde bushaltes zijn ‘Valkhof’, ‘Plein 1944’ en ‘Hertogplein’. Voor wie met de auto komt zijn er drie parkeergarages in de buurt. Op het moment van schrijven is het RAN vanwege de coronacrisis gesloten voor het publiek. De dienstverlening verloopt geheel digitaal.

Omvang en Profiel
De basis van de kaartencollectie ligt in de oudheidkamer van het Stadhuis van Nijmegen. Onder het beheer van de in 1845 opgerichte ‘Commissie ter verzekering eener goede bewaring van gedenkstukken van Geschiedenis en Kunst’ werd in enkele vertrekken op de eerste verdieping van het Stadhuis de collectie kunsthistorische voorwerpen van de stad Nijmegen bewaard, waarvan eind negentiende eeuw ook een topografische atlas deel uitmaakte. Wegens ruimtegebrek in het Stadhuis ontstaat uit de oudheidkamer het Gemeentelijk museum, dat in 1912 wordt ondergebracht in de Mariënburgkapel. In 1940 voegt zich daarbij het Gemeentearchief. De gemeentearchivaris is tevens conservator van het museum, maar de twee onderdelen blijven formeel van elkaar gescheiden. In 1970 krijgt het museum een eigen conservator. Vier jaar later vertrekt het Gemeentelijk museum uit de Mariënburgkapel om op te gaan in het Nijmeegs Museum ‘Commanderie van St. Jan’, een van de voorlopers van het huidige Museum Het Valkhof. De kaartencollectie gaat dan over naar het Gemeentearchief, dat vanaf 1978 zijn onderkomen vindt in het Arsenaal aan het Mariënburg.
Vanaf de jaren negentig begon het Gemeentearchief een regionale functie te vervullen. Als Regionaal Archief Nijmegen beheert het nu de archieven van de gemeenten Nijmegen, Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Lingewaard, Mook en Middelaar, West Maas en Waal, Wijchen en van de voorgangers van het Waterschap Rivierenland. Daarnaast herbergt het RAN ook particuliere archieven van onder andere Nijmeegse families, notarissen, verenigingen, scholen, bedrijven en kerken. In de topografisch historische atlas zijn ca. 350 kaarten en plattegronden ondergebracht. Omdat daarnaast vele kaarten, plattegronden en tekeningen zijn verdeeld over de diverse gemeentearchieven, particuliere archieven en waterschapsarchieven laat zich een totaal aantal documenten niet vaststellen.
De eerste kaart van Nijmegen waarop de definitieve ommuring rond de oude stad is ingetekend is de stadsplattegrond van Jacob van Deventer uit 1557. Helaas beschikt het RAN slechts over een facsimile van deze kaart. Een echt topstuk is een Nederlandstalig exemplaar in zwart-wit van Toonneel der steden van de Vereenighde Nederlanden, met hare beschrijvingen, ofwel de grote Stedenatlas van Joan Blaeu in twee delen uit 1649, die is ondergebracht in de bibliotheek. De eerste kaart in deze atlas is die van Nijmegen als oudste stad van het hertogdom Gelre, eerste in rang in de Zeven Provinciën. Van Blaeu is ook een afzonderlijke plattegrond van Nijmegen aanwezig die wel is ingekleurd. Eveneens van grote betekenis is het vogelvluchtgezicht op de stad Nijmegen dat de Kleefse landmeter-schilder Hendrik Feltman in 1668-1669 voor de raadzaal van het Nijmeegse Stadhuis maakte. Dit grondig gerestaureerde schilderij is nu een van de topstukken van Museum Het Valkhof. Andere hoogtepunten uit de collectie van het RAN zijn de vestingkaarten van Nicolaes van Geelkercken uit 1654 en van Jacob Hendrik van Suchtelen uit 1779. Na de zeventiende-eeuwse vogelvluchtplattegronden was de kaart van Van Suchtelen de eerste ‘moderne’ plattegrond van Nijmegen. Interessant zijn ook enkele zogenoemde Tranchotkaarten van Nijmegen en omgeving uit het begin van de negentiende eeuw. Dit zijn kaarten van het Duitse- en (nu) Nederlandse Rijnland, getekend door Franse ingenieur-geografen onder supervisie van Kolonel Jean Joseph Tranchot (van 1803 tot 1813). Na de Franse tijd werd de kartering voortgezet door Pruisische officieren onder supervisie van Generaal-Majoor Freiherr von Müffling (van 1816 tot 1820). Van belang zijn tevens de ca. 500 kaarten en tekeningen uit het archief van de Commissie tot de Uitleg van de Stad Nijmegen 1875-1890. Nadat in 1874 de Vestingwet door het parlement was aangenomen kwam de weg vrij voor afbraak van de vestingwerken (de ontmanteling) en een spectaculaire groei van Nijmegen (de uitleg). Zonder twijfel is die uitleg het meest kenmerkende aspect geworden van de stadsgeschiedenis aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Tenslotte is nog een omgevingskaart in twaalf delen van de hand van F.A. Toonen uit ca. 1885 het vermelden waard.

Websites
Een groeiend aantal kaarten, plattegronden en tekeningen zijn raadpleegbaar via de Digitale Studiezaal van het RAN https://studiezaal.nijmegen.nl. Momenteel zijn dat er zo’n 700. In de Historische Atlas Nijmegen http://kaart.nijmegen.nl/historie zijn allerlei historische gegevens met betrekking tot bijvoorbeeld stadsontwikkeling, gebouwen en locaties en eigenaren en bewoners verwerkt in een plattegrond. Het centrum van Nijmegen wordt gepresenteerd aan de hand van meerdere kaartlagen, zoals verdedigingswerken, bouwhistorische waarden en oorlogsschade in 1944-1945. Door een historische kaart of luchtfoto over de huidige plattegrond heen te leggen, kan een antwoord worden gevonden op vragen als: waar stonden precies de middeleeuwse stadsmuren, wie hebben vroeger in mijn huis gewoond, waar vind ik historische winkelpanden, welke delen van de stad werden in de Tweede Wereldoorlog verwoest?

Belangrijke literatuur

  • Abma, R., B. Gunterman & W. Uitterhoeve. 2018. Nieuwe Historische Atlas van Nijmegen. 2000 jaar stad aan de Waal, Nijmegen: Vantilt.
  • Gorissen, F. 1956. Niederrheinischer Städteatlas/Geldrische Städte, 1. Heft: Nimwegen. Kleve: Boss (Publikationen der Gesellschaft für Rheinische Geschichtskunde, nr. 51).
Ga naar de Digitale Studiezaal Ga naar de Historische Atlas Nijmegen

Universitaire Bibliotheken Leiden

Kaartencollectie van de Universitaire Bibliotheken Leiden (door Martijn Storms, 2019)

Adres en Contactgegevens
Universiteitsbliotheek Leiden
Bezoekadres: Witte Singel 27, 2311 BG Leiden
Contactpersoon: Martijn Storms (conservator kaarten en atlassen)
Telefoonnummer: +31 (0)71 527 2855
E-mailadres: m.storms@library.leidenuniv.nl
Website: https://www.bibliotheek.universiteitleiden.nl/bijzondere-collecties/over-ons/kaarten-en-atlassen

Toegankelijkheid
Kaarten en atlassen kunnen bestudeerd worden in de Leeszaal Bijzondere Collecties. Voor een bezoek aan de leeszaal is een geldige bibliotheekpas (LU-card) nodig. Bij de receptie van de Universiteitsbibliotheek (UB) kunt u op vertoon van een geldig legitimatiebewijs een jaarpas (€ 30,-) of dagpas (€ 10,-) laten maken. Materialen kunnen voorafgaand aan uw bezoek online aangevraagd worden of op de dag zelf tot 15.30 uur. Houders van een dagpas kunnen géén materialen aanvragen die geplaatst zijn op andere locaties dan de UB. De kaartencollecties bevinden zich echter vrijwel uitsluitend in de UB zelf.

Omvang
De collectie kaarten en atlassen bevat ongeveer 100.000 losse kaartbladen, waaronder ruim 3.000 manuscriptkaarten, ongeveer 3.500 atlassen en zo’n 25.000 topografische prenten en tekeningen. Het aantal kaarten in atlassen en boeken is nooit geteld, maar zijn er mogelijk nog eens 100.000. In de collectie bevinden zich slechts acht, uitsluitend moderne, globes.

Profiel
In de eerste aflevering van deze rubriek is de collectie van de Universiteitsbibliotheek Leiden ook al beschreven (Storms, 2009). In 2013-2014 is de kaartencollectie echter aanzienlijk uitgebreid, met name met de verzamelingen van de bibliotheken van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (zie Koninklijk Instituut voor de Tropen door Peter Levi, 2012) en het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (zie Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde door Lam Ngo, 2012). De kern van de kaartencollectie is het legaat van Johannes Tiberius Bodel Nijenhuis (1797-1872), wereldwijd een van de grootste particuliere kaartverzamelaars aller tijden. Na zijn overlijden is zijn verzameling kartografie en topografie overgebracht naar de Leidse universiteitsbibliotheek. De Collectie Bodel Nijenhuis bevat kaarten van de gehele wereld. Ongeveer een derde heeft betrekking op Nederland en België. Ongeveer een vijfde deel betreft gebieden buiten Europa. Bijzonder binnen deze collectie is het grote aantal manuscriptkaarten, waaronder zeekaarten van de VOC, fortificatieplattegronden en landmeterskaarten van waterstaatkundige situaties en grondbezit. Wanneer Bodel Nijenhuis kaarten niet zelf aan kon schaffen liet hij handgetekende kopieën maken. Zo bevinden zich honderden door J.C. Wendel nagetekende kaarten in de collectie. Bodel Nijenhuis wist zijn verzameling verder uit te breiden door veel kaarten te kopen op veilingen, waaronder die van de collecties van Johan Meerman (1824), W.R.E. baron Van Heeckeren van Waliën (1834) en C.R.T. baron Kraijenhoff (1840). Ook sneed hij veel kaarten uit boeken, en versneed hij zelfs kaartbladen waar meer dan één kaart op afgebeeld was. Dit vanwege de strikt geografische ordening van zijn collectie. De variëteit aan kaartmateriaal in de Collectie Bodel Nijenhuis is groot en loopt uiteen van (doorgaans losbladige) meerbladige wandkaarten tot efemeer kartografisch materiaal. Qua datering loopt de collectie uiteen van het begin van de zestiende tot het einde van de negentiende eeuw: Bodel Nijenhuis verzamelde zowel oude als contemporaine kaarten. Kleinere vermeldingswaardige collecties zijn de Collectie Vossius (25 atlassen en 187 zestiendeeeuwse Italiaanse kaarten), de Collectie Van Keulen (334 handgetekende zeekaarten uit de vroege achttiende eeuw) en de Collectie Koeman (340 schoolatlassen). In 2013 sloot de bibliotheek van het KIT haar deuren. Ondermeer de gehele kartografische collectie werd ondergebracht bij de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL). Deze collectie kan onderverdeeld worden in drie deelcollecties. Ten eerste de koloniale erfgoedcollectie van ca. 11.000 kaartbladen van Nederlands-Indië, Suriname en de Antillen. Ten tweede een moderne collectie van kaarten en plattegronden van landen in Latijns Amerika, Afrika en Azië van ca. 15.000 bladen en 1.000 atlassen. Naast deze twee collecties is ook de Collectie Coomans-Eustatia, een verzameling van ongeveer 250 kaarten van de Nederlandse Antillen en het Caraïbisch gebied, overgenomen van het KIT. In 2014 werd ook de collectie van het KITLV bij de UBL ondergebracht. Dit in Leiden gevestigde onderzoeksinstituut heeft een collectie van zo’n 16.000 kaarten van met name de voormalige Nederlandse koloniën bijeengebracht. Met de komst van de KIT- en KITLV-collecties is de nadruk van de kartografische collectie van de UBL veel sterker op kaarten en atlassen van de voormalige Nederlandse koloniën komen te liggen, met name op Nederlands Indië. Op dit gebied beheert de UBL een van de meest uitgebreide collecties. De focus op Aziatische collecties wordt nog verder versterkt met de ingehuisde verzamelingen van het aan de Universiteit Leiden gelieerde Sinologisch Instituut (ca. 250 kaarten van China) en het Instituut Kern (ca. 600 kaartbladen van India). Last but not least wordt hier de Serrurier Collectie vermeld, bestaande uit ongeveer 500 kaartbladen van Japan, verzameld door Philipp Franz von Siebold en andere officials op Deshima. Ook in deze collectie bevinden zich vele manuscriptkaarten.

Website
Vrijwel de volledige collecties van het KIT en KITLV, en een groeiend gedeelte van de Collectie Bodel Nijenhuis zijn beschreven in de online catalogus (https://catalogue.leidenuniv.nl). In de beeldbank van de UBL, Digital Collections (https://digitalcollections.universiteitleiden.nl), zijn bijna 20.000 kaarten te vinden, met name van de collecties van KITLV en de koloniale collectie van het KIT. De Collectie Van Keulen is ook in zijn geheel opgenomen, en ongeveer 2.000 kaarten uit de Collectie Bodel Nijenhuis, waaronder veel kaarten van het Caraïbisch gebied. Vooralsnog is er ook een aparte kaartenviewer voor de koloniale kaarten van het KIT (http://maps.library.leiden.edu/) waarbinnen op plaatsnaam gezocht kan worden. Er wordt momenteel echter gewerkt aan een nieuwe toegang voor gegeorefereerd kaartmateriaal die deze viewer op termijn zal vervangen. Samen met de kaarten die in het project Maps in the Crowd gegeorefereerd zijn, zullen deze op één plek geografisch doorzoekbaar worden gemaakt. Bijna 14.000 topografische prenten en tekeningen van Nederland zijn toegankelijk via het Geheugen van Nederland (www.geheugenvannederland.nl/nl/geheugen/pages/collectie/Topografie+van+Nederland). Deze collectie zal binnen enkele jaren in Digital Collections opgenomen worden.

Recente Literatuur

  • Jong, Remy de & Martijn Storms. 2018. ‘De kaartenveiling van Krayenhoff’, in: De Boekenwereld 34, 4: 32-35.
  • Leca, Radu. 2017. Japan in Kaart / Mapping Japan. Leiden: Japanmuseum SieboldHuis.
  • Levi, Peter. 2012. ‘Kaartencollecties in Nederland. Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam’, in: Caert-Thresoor 31,3: 93-94.
  • Ngo, Lam. 2012. ‘Kaartencollecties in Nederland. Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden’, in: Caert-Thresoor 31, 1: 26-27.
  • Storms, Martijn. 2009. ‘Kaartencollecties in Nederland. Collectie kaarten en atlassen van de Universiteitsbibliotheek Leiden’, in: Caert-Thresoor 28, 2: 55-56.
  • Storms, Martijn. 2014. ‘UB Leiden zet Azië op de kaart. Complete kartografische collectie KIT blijft behouden in Leiden’, in: Geo-Info 11, 2: 34-37.
  • Storms, Martijn. 2018. ‘Leiden and the Dissemination of Asian Cartography’, in: Mirela Altic, Imre Josef Demhardt & Soetkin Vervust (eds.), issemination of Cartographic Knowledge. Cham: Springer: 347-362.
Ga naar de online catalogus Ga naar de Digital Collections Ga naar de koloniale kaarten van het KIT Ga naar het Geheugen van Nederland

Tresoar, Fries Historisch en Letterkundig Centrum

Kaartencollectie van Tresoar, Fries Historisch en Letterkundig Centrum (door Martha Kist, 2019)

Adres en Contactgegevens
Tresoar, Fries Historisch en Letterkundig Centrum
Bezoekadres: Boterhoek 1, 8901 DH Leeuwarden
Postadres: postbus 2637, 8901 AC Leeuwarden
Telefoonnummer: +31 (0)58 789 0789
E-mailadres: info@tresoar.nl
Website: www.tresoar.nl

Toegankelijkheid
Tresoar biedt toegang tot allerlei informatiebronnen van en over Friesland, zowel digitaal als op papier. Naast de archiefcollectie beschikt Tresoar over een wetenschappelijke studiebibliotheek met toegang tot vele digitale bestanden. Tresoar heeft op het gebied van de Friese taal en literatuur de functie van letterkundig museum en documentatiecentrum. Een groot deel van de collectie van Tresoar is gedigitaliseerd en via de website te bekijken. Geregeld worden tentoonstellingen gehouden, gebaseerd op de collectie. Toegang tot en gebruik van de studiezaal is gratis. Voor het raadplegen van de collecties van Tresoar is een lenerspas nodig (legitimatie vereist). Tresoar is op werkdagen van 10.00 tot 22.00 uur open en in het weekend van 11.00 tot 17.00 uur (in juli en augustus gelden aangepaste openingstijden).

Omvang en Profiel
De totale kartografische collectie omvat zo’n 13.000 kaarten. Daarvan zijn er bijna 11.000 afkomstig van het voormalige Ryksargyf en ca. 2100 van de voormalige Provinciale Bibliotheek (herkenbaar met signatuur KvF of Krt). Tresoar – de naam is afgeleid van een Friese naamsvariant van Thresoor, schatkamer – is in 2002 ontstaan door een fusie van het Ryksargyf in Friesland, de Provinciale Bibliotheek (PBF) en het Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum. Er is geen afzonderlijke topografisch-historische atlas. Het verzamelgebied is gericht op Friesland en Fries materiaal in brede context. Voor wat betreft de oudere delen van de collectie is ook niet-Fries kaartmateriaal verzameld. De PBF is in 1852 ontstaan. Haar basiscollectie is de voormalige boekerij van de universiteitsbibliotheek van Franeker, die na in 1811 te zijn opgeheven tot 1843 als Atheneum is voortgezet. Topstuk uit de Franeker collectie is de ingekleurde elfdelige Atlas Maior van Joan Blaeu, met als twaalfde band de hemelatlas van Andreas Cellarius. Stadhouder Willem Johan Friso schonk als oud-student de atlas in 1711 aan de Franeker universiteit, die er een notenhouten pronkkast voor liet maken. Tresoar bezit een kleine, maar zeldzame collectie atlassen, die oorspronkelijk deel uitmaakte van de boekerij van het Hof van Friesland, tot 1811 de hoogste rechtsprekende instantie in deze provincie. In de collectie van de PBF bevinden zich meerdere oude atlassen, zoals Mercators Tabulae geographicae Cl. Ptolemaei (1578), ingebonden in één band met het Livre de perspective van Cousins (1560) en Abraham Ortelius’ Additamentum IV (1590). Er zijn ook atlassen van Ortelius, Hondius, Blaeu en Janssonius, van wie Tresoar de zeldzame Des nieuwen Atlantis aenhangNieuwe Atlas. Andere hoogtepunten in de collectie zijn kartografische producties die in opdracht van de Staten van Friesland zijn gemaakt, zoals de atlassen van Christiaan Schotanus (1664) en zijn zoon Bernardus Schotanus à Sterringa (1698 en Uitbeelding der heerlijkheit Friesland (1718)), de Nieuwe Caert van Frieslant van Johan Vegelin van Claerbergen (1739) en de Nieuwe atlas van Friesland van Wopke Eekhoff (1849-1859). De losse kaarten uit het bezit van de PBF zijn rond 2005 door geograaf Meindert Schroor beschreven, de beschrijvingen zijn opgenomen in WorldCat Discovery. Tot 1924 werden de functies van rijksarchivaris in Friesland en bibliothecaris van de Provinciale Bibliotheek gecombineerd. Archivaris J.L. Berns stelde een aantal archiefinventarissen samen, waarin ook kaartcollecties zijn opgenomen. In het archief van het provinciaal bestuur van Friesland bevinden zich vele kaarten. Er is een vrijwel complete set kadastrale minuutplans (1832) aanwezig. Ook een aantal familiearchieven is rijk aan kaartmateriaal, zoals het archief Van Eysinga-Vegelin van Claerbergen (EVC). In dit archief bevinden zich meer dan honderd manuscriptkaarten die Johan Vegelin van Claerbergen, grietman van Doniawerstal, zelf heeft opgemaakt van zijn uitgebreide bezit. In de archieven van de vele waterschappen die Friesland van oudsher kent, bevinden zich mooie kaarten, grotendeels uit de periode van na 1811.

Website
Via de zoekbalk op www.tresoar.nl kan integraal gezocht worden in de kaartcollecties van zowel het voormalige Ryksargyf als de Provinciale Bibliotheek. Daarnaast biedt www.frieskaartenkabinet.nl de mogelijkheid om de collectie van het Ryksargyf te doorzoeken. Van kaarten die rechtenvrij zijn, worden de scans getoond. Via digicollectie.tresoar.nl zijn de atlassen van Eekhoff en Schotanus te bekijken, als mede enkele losse kaartoverzichten. Op www.fryslanuitgebeeld.frl, ontwikkeld in het kader van serviceorganisatie RedBot, worden verschillende (historische) kaarten en datalagen door middel van GIS-technieken met elkaar gecombineerd.

Belangrijkste Literatuur

  • Bodel Nijenhuis, J.T. en W. Eekhoff, De algemeene kaarten van de provincie Friesland verzameld, beoordeeld en geschiedkundig beschreven. Leeuwarden, Eekhoff, 1864.
  • Engels, M.H.H., Atlas van Blaeu, Geschenk van Oranje. Leeuwarden, Provinciale Bibliotheek, 1988.
  • Gildemachter, Karel F. en Jacob H.P. van der Vaart, Een rijk bezit. Skarsterlân op de achttiende-eeuwse kaarten van Johan Vegelin van Claerbergen. Utrecht, Matrijs, 2007.
  • Rijke, P.J. de, Hoogtepunten van de Friese cartografie. Leeuwarden: Friese Pers Boekerij, 2001.
  • Rijke, P.J. de, Frisia dominium. Kaarten van de provincie Friesland tot 1850. Geschiedenis en cartobibliografie. Houten : Hes & De Graaf Publishers, 2006.
  • Schroor, Meindert, ‘Atlassen en kaarten’, in: PBF. De Provinsjale Biblioteek fan Fryslân, 150 jaar geschiedenis in collecties, Jacob van Sluis red. Leeuwarden: Tresoar, 2002, 139-143.
Ga naar de website van Tresoar Ga naar het Fries Kaartenkabinet Ga naar Fryslân Uitgebeeld

Zeeuws Archief

Kaartencollectie van het Zeeuws Archief (door Leo Hollestelle, 2019)

Adres en contactgegevens
Zeeuws Archief
Bezoekadres: Hofplein 16, 4331 CK Middelburg
Telefoonnummer: +31 (0)118-67 80 00
E-mailadres: info@zeeuwsarchief.nl
Website: www.zeeuwsarchief.nl

Toegankelijkheid
Het Zeeuws Archief is al negentien jaar hét regionaal historisch centrum van Zeeland. Ontstaan uit een fusie van het Rijksarchief in Zeeland en de gemeentearchieven van Middelburg en Veere is deze archiefinstelling inmiddels ook de archiefbewaarplaats voor de provincie Zeeland, waterschap Scheldestromen en de gemeenten Kapelle en Terneuzen. Vanaf 2021 komt daar de gemeente Schouwen-Duiveland bij. Het gebouw van het Zeeuws Archief bestaat uit twee delen. In het oude gedeelte, het Van de Perrehuis, een stadspaleis uit de achttiende eeuw, zitten de medewerkers en in het nieuwe gedeelte – een ontwerp van de architect Jan Benthem – bevinden zich de publieksruimten (receptie, studiezaal, archiefcafé). Daaronder zijn, tot veertien meter diep in de grond, drie depotruimten, met een totale capaciteit van 25 strekkende kilometer kastruimte. De tentoonstellingsruimte is ondergebracht in de kelders van het Van de Perrehuis. In het gebouw zijn ook enkele inwonende instellingen, zoals het Genealogisch Centrum Zeeland en het Elly Hillesum Onderzoekscentrum gevestigd. De openingstijden van de studiezaal zijn dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur. Het Historisch Informatie Punt in Terneuzen is geopend elke maandag en elke woensdag van 10.00 tot 16.00 uur. Originele kaarten kunnen uitsluitend in de studiezaal in Middelburg worden geraadpleegd. Sommige nummers kunnen vanwege de slechte materiële staat, de omvang of de wijze van berging niet in origineel in de studiezaal ter inzage worden gegeven.

Omvang en profiel
Na het Nationaal Archief heeft het Zeeuws Archief de meeste historische kaarten in diverse archieven, collecties en atlassen, ondanks het feit dat in mei 1940 bij de brand van Middelburg als gevolg van oorlogshandelingen een groot aantal kaarten verloren is gegaan. In totaal beheert het Zeeuws Archief zo’n 22.000 kaarten. De Zeeuwse Delta is misschien wel het meest gekarteerde deel van de wereld. Nergens heeft een landschap in de loop van de tijd zoveel veranderingen ondergaan, door de vele inundaties en inpolderingen. Het historisch kaartmateriaal van Zeeland kent mede daardoor een grote diversiteit: kaarten van het gewest en provincie, kaarten van heerlijkheden en buitenplaatsen, kaarten van polders- en waterschappen, stadskaarten, kadastrale kaarten, civiel- en cultuurtechnische kaarten, militaire kaarten en rivier- en zeekaarten.
De drie grootste en belangrijkste kaartcollecties in het Zeeuws Archief zijn de Atlassen Hattinga, de Zelandia Illustrata (deel I) en de collectie Kaarten Zeeland Rijksarchief in Zeeland. De Atlassen Hattinga bestaan uit ‘Atlas van Zeeland’ en ‘Atlas van Staats- Vlaanderen’. Deze zijn samengesteld en getekend, deels naar eigen opmetingen, deels naar kaarten van anderen, door W.T. Hattinga en zijn zoons D.W.C. en A. Hattinga, circa 1750. Het betreffen 421 bladen. In het Nationaal Archief is ook een exemplaar van deze atlas aanwezig. De collectie Kaarten Zeeland Rijksarchief in Zeeland betreffen circa 1.800 bladen en is onderverdeeld in het deel ‘Kaarten De Waard’ en het deel ‘Aanwinsten 1955- 1990’. Helaas is van het gedeelte ‘Kaarten De Waard’, genoemd naar de archivaris die de toegang op deze kaartverzameling heeft gemaakt (gepubliceerd in 1916), een groot deel in mei 1940 verloren gegaan. De kaarten die gespaard zijn bleven zijn ook beschreven in het tweede gedeelte samen met alle na 1913 toegevoegde aanvullingen. De derde grote kaartcollectie betreft het eerste deel van de topografisch-historische atlas ‘Zelandia Illustrata’, eigendom van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Het eerste gedeelte (cat.nrs 1-831) is gepubliceerd als: W.S. Unger, Catalogus van den Historisch-Topografischen Atlas van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Eerste Deel: Gedrukte kaarten en plattegronden (Middelburg 1931). In totaal telt deze kaartverzameling ruim 1.700 bladen. In deze drie collecties zijn een aantal topkaarten opgenomen, zoals die van het eiland Walcheren door de gebroeders Hattinga uit 1750 en de kaarten van Zeeland door Abraham Ortelius en Jacob van Deventer uit de zestiende eeuw. In de ‘Zelandia Illustrata’ bevindt zich ook een exemplaar van de atlas van Visscher-Roman Tonneel ofte Bysondere Beschrijvinghe van ’t Hertogdom Brabant ; En de Graeffschappen van Vlaenderen en Zeelandt. Mitsgaders Een oprechte Afbeeldinghe Der Steden en Dorpen daer in gheleghen, uitgegeven in 1662. In de diverse polder- en waterschapsarchieven zit ook bijzonder kaartmateriaal, vooral de kaarten die kort na de bedijking zijn gemaakt en waarop de verkaveling is ingetekend.

Websites en beeldbanken
De beschikbaarheid en raadpleegbaarheid van historische kaarten is vanaf 2000 dankzij digitalisering en internet enorm toegenomen. In 2002 is het Zeeuws Archief begonnen met het digitaliseren van de kaarten uit de drie topcollecties. In dat jaar zijn ook alle kadastrale minuutplans van 1832 in het kader van ‘De Woonomgeving’, later bekend als WatWasWaar.nl, gedigitaliseerd. De gedigitaliseerde kaarten en de bijbehorende beschrijvingen zijn te raadplegen via de website van het Zeeuws Archief en via het platform Archieven.nl. De kaarten zijn niet opgenomen in de Beeldbank van het Zeeuws Archief (ook via beide websites). Kaartmateriaal dat wel in de Beeldbank Zeeuws Archief is opgenomen betreft voornamelijk zogenaamde historiekaarten, die historische en militaire gebeurtenissen uitbeelden, zoals de strijd tegen de Spanjaarden in Zeeuws-Vlaanderen gedurende de Tachtigjarige Oorlog. De kadastrale minuutplans van Zeeland zijn ook te raadplegen via de beeldbank van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Via de website Geoloket ‘Cultuur Historie’ van de provincie Zeeland zijn historische kaarten uit de zestiende tot en met de achttiende eeuw in gegeorefereerde vorm samen met de Grootschalige Basiskaart en met thematische kaarten, waaronder de hoogtekaart, te raadplegen. Ook de kadastrale minuutplans 1832 zijn in gevectoriseerde vorm in dit geografisch informatiesysteem opgenomen.

Belangrijkste literatuur

  • Blonk-van der Wijst, Dick en Joan (2000), Zelandia Comitatus: Geschiedenis en cartobibliografie van de provincie Zeeland tot 1860. ’t Goy-Houten: Hes & De Graaf.
  • Gittenberger, Franz & Helmut Weiss (1983), Zeeland in oude kaarten. Tielt: Lannoo.
  • Hoogerhuis, O.W. (eindred.) (1987-2002), Kadastrale atlas van Zeeland 1832. Middelburg: Stichting Kadastrale Atlas Zeeland.
  • Klerk, A.P. de (eindred.) (2002), Werken met Zeeuwse kaarten: handleiding bij het gebruik van oude topografische kaarten. Utrecht: Matrijs.
  • Klerk, Aad de (2015), De oude kaarten van Zeeland: Stad en dorp, land en water in vier eeuwen cartografie. Zwolle: Wbooks.
  • Uil, Huib, Albert Meijer & Laurens Priester (red.) (1991), Gids voor historisch onderzoek in Zeeland. Amsterdam: Schipbouwe & Brinkman.
Ga naar de website van het Zeeuws Archief Ga naar Archieven.nl Ga naar Geoloket: Cultuurhistorie

Streekarchief Midden-Holland

Kaartencollectie van het Streekarchief Midden-Holland (door Joke Radstaat, 2018)

Adres en contactgegevens
Streekarchief Midden-Holland
Bezoekadres: Klein Amerika 20, 2806CA Gouda
Telefoonnummer: 0182-589823
E-mailadres: info@samh.nl
Website: www.samh.nl

Toegankelijkheid
In 2014 is het Streekarchief Midden-Holland verhuisd van een locatie in de binnenstad van Gouda naar twee aparte locaties. Op industrieterrein Gouwe Park, net buiten de gemeentegrens van Gouda, zijn alle archieven en collecties ondergebracht in het nieuw gebouwde Gouwedepot. De studiezaalfaciliteiten vonden een plaats in ‘de Chocoladefabriek’ aan de rand van de binnenstad van Gouda. De Chocoladefabriek is een voormalig fabriekspand van Steenland Chocolate B.V. en biedt nu, naast de studiezaal van het Streekarchief Midden-Holland, onderdak aan de Stadsbibliotheek Gouda, Drukkerswerkplaats Gouda en Kruim – eten & drinken. Tijdens de openingsuren van de Chocoladefabriek, elke dag van 9.00 – 21.00, zijn microfiches en de regionale bibliotheek in de studiezaal te raadplegen. Omdat er in de Chocoladefabriek alleen een klein handdepot is, moeten originele stukken altijd uit het Gouwedepot worden gehaald. Daarom is het nodig deze van tevoren aan te vragen. Deze zijn dan te raadplegen op de studiezaal op dinsdag 10.00 – 20.00 (in juli en augustus tot 17.00) en woensdag t/m vrijdag van 10.00 – 17.00.

Omvang en profiel
De kaartencollectie is onder te verdelen in drie componenten, namelijk kaarten uit gemeentelijke archieven, atlassen in de Librijecollectie en de kaartcollectie van Museum Bisdom van Vliet. Het grootste deel van de kaartencollectie Streekarchief Midden-Holland bestaat uit kaarten die zijn overgedragen door de gemeenten die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling Streekarchief Midden-Holland. Daaronder vallen met name kaarten die afkomstig zijn uit de voormalige stadsarchieven van Gouda en Schoonhoven, maar ook uit de gemeentearchieven van alle dorpen in de Krimpenerwaard, de huidige gemeente Zuidplas en de gemeente Waddinxveen.
In totaal zijn dit zo’n 3.000 kaarten, waarvan er ongeveer 1.000 niet of onvoldoende beschreven zijn. Het merendeel bestaat uit gedrukte kaarten uit de negentiende en twintigste eeuw, maar de collectie bevat ook enkele tientallen manuscriptkaarten. Vaak is de relatie met het archief waar de kaarten oorspronkelijk bij hoorden verloren gegaan. Een mooi voorbeeld van deze categorie is de kaart, die in 1578 door de uit Leiden afkomstige kaartenmaker Johan Liefrinck werd gemaakt in opdracht van de stadsbesturen van Dordrecht, Haarlem en Gouda. De kaart is gebruikt voor een proces tegen Delft, dat een schutsluis bij Leidschendam wilde plaatsen. De kaart laat een groot deel van Zuid-Holland zien met steden en dorpen, wegen, binnenwateren, dijken en sluizen. De drie opdrachtgevers voor de kaart wilden met het proces voorkomen dat de scheepvaartroute tussen Amsterdam en Dordrecht zou worden verlegd van de route via Gouda naar een route via de Vliet en Leidschendam. Dit zou de tolinkomsten van Gouda bijzonder nadelig beïnvloeden. Johan Liefrinck legt in zijn bijschrift in het belang van de zaak de nadruk op oude gecostumeerde vaert van Hollant deur die steden, plaetzen ende wateren vanouts altoes geloepen hebben, met expressie van den tol ofte wacht van den grave van Hollant terplaetze daer die vanouts geweest ende gelegen heeft.
Het tweede belangrijke onderdeel wordt gevormd door het kaartmateriaal dat zich bevindt in de Librije: circa zestig atlassen, reis- en landenbeschrijvingen en zeemansgidsen. Het topstuk van dit deel van onzeverzameling is ongetwijfeld de Grooten Atlas van Blaeu. De ontstaansgeschiedenis van het Goudse exemplaar is bijzonder: de al aanwezige vier delen van het Toonneel des Aerdrijcks, die aangekocht waren in 1647, werden op verzoek van de Librijemeesters bij Joan Blaeu in de jaren 1662-1664 omgebouwd tot een negendelige Atlas Maior, waarmee de Goudse atlas waarschijnlijk de eerste Nederlandstalige uitgave is. Overigens bezit de Librije ook nog de eerste drie, niet ingekleurde, delen van het Toonneel des Aerdrijckx uit 1642, die na 1910 bij de Librije zijn gekomen en oorspronkelijk afkomstig waren uit de bibliotheek van de Latijnse school in Gouda.
Tenslotte mag het Streekarchief Midden-Holland zich sinds 2010 de beheerder noemen van de kaartencollectie van circa 350 stuks van het Museum Bisdom van Vliet in Haastrecht. Hiervan is een inventaris in pdf aanwezig. Deze verzameling is duidelijk bepaald door de belangstelling van de familie Bisdom van Vliet – Le Fèvre de Montigny. Veel kaarten van de Krimpenerwaard, maar ook veel water- en vestingwerken, kaarten van Nederlands-Indië en ontdekkingsreizen in Afrika. Bijzonder in deze kaartencollectie is bijvoorbeeld de definitieve manuscriptkaart van de overbekende Carte du Camp d’Utrecht, commandé par le général en chef Marmont uit 1804. G.J. le Fèvre de Montigny, was vanaf 1782 militair ingenieur en examinator van landmeters die in dienst van de verponding wilden komen. Op verzoek van generaal Marmont begon hij in oktober 1804 aan een kaart, die een onnauwkeurige voorganger moest vervangen en die ook geschikt was voor het onderwijs aan militaire scholen. Begin februari 1805 was de kaart klaar. Marmont was zeer tevreden over de nieuwe kaart en gaf opdracht de kaart te laten graveren door C. van Baarsel. Uitgever Mortier, Covens & Zoon verzorgde in juni 1805 het drukwerk. In een ovale cartouche links bovenin de zeer gedetailleerde kaart is de Pyramide van Austerlitz afgebeeld met de kaarttitel.

Website
Op de website van het Streekarchief Midden-Holland zijn ongeveer 1.500 beschrijvingen te vinden van kaarten, afkomstig uit de gemeentelijke archieven. Hiervan is slechts een heel klein deel via onze beeldbank te raadplegen. De digitale toegankelijkheid zal in de nabije toekomst sterk verbeteren, zodra een omnummerings- en inventarisatietraject waarmee onlangsbegonnen is, afgerond is. Ook worden dan meer kaarten en plattegronden gedigitaliseerd en aan de beeldbank toegevoegd.

Belangrijkste literatuur

  • Hesselink-Duursma, C.W. 1996. “De kaartencollectie in het Streekarchief Hollands Midden te Gouda”, in: Caert-Thresoor 15, 4: 99-104.
  • Hesselink-Duursma, C.W. 1995. “Manuscriptkaarten. Illustratie van de eerste ontwikkeling van de Nederlandse kartografie aan den hand van drie manuscriptkaarten uit het Streekarchief Hollands Midden”, in: Geodesia, Nederlands Geodetisch Tijdschrift 3: 143-147.
  • Jong, Theo de (1982), Gouda in vogelvlucht: profielgezichten, kaarten, plattegronden en spiegelprenten 1498/1982. Alphen aan den Rijn: Repro Holland.
  • Klein, J.W.E. 1992. “De ontstaansgeschiedenis van het Goudse exemplaar van Joan Blaeu’s Grooten Atlas”, in: Caert-Thresoor 11, 2: 41-47.
  • Verkaik, Esther en Elien Voerman. 2011. “De kartografische collectie Bisdom van Vliet Le Fèvre de Montigny”, in: Caert-Thresoor 30, 2: 52-59.
Ga naar de website Ga naar de beeldbank

Haags Gemeentearchief

Kaartencollectie van het Haags Gemeentearchief (door Ewoud Mijnlieff, 2018)

Adres en contactgegevens
Studiezaal Haags Gemeentearchief
Bezoekadres: Spui 70, 2511 BT Den Haag (ingang via het atrium van het stadhuis)
Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 9.00 – 17.00 uur
Telefoonnummer: 070-3537013
E-mailadres: info@haagsgemeentearchief.nl
Websites: www.denhaag.nl/nl/bestuur-en-organisatie/haags-gemeentearchief.htm en www.haagsebeeldbank.nl

Toegankelijkheid
Het Haags Gemeentearchief (HGA) is gevestigd in het in 1995 gereedgekomen stadhuis van Den Haag, ontworpen door Richard Meier. De studiezaal van het archief bevindt zich op de begane grond van het atrium. De depots met de archieven, collecties en de bibliotheek bevinden zich eveneens in het gebouw. De toegang tot het archief is kosteloos. De collecties van het Haags Gemeentearchief zijn online toegankelijk via www.haagsebeeldbank.nl. Aan verdere digitalisering wordt gewerkt, onder meer door digitaliseren op verzoek. Archief-, beeld- en kaartmateriaal dat digitaal beschikbaar is, wordt slechts bij uitzondering op de studiezaal in de oorspronkelijke vorm ter inzage gegeven. Van de studiezaal is een deel als leeszaal en een deel voor raadpleging van originele documenten ingericht. Een klein deel van de collectie van het Haags Gemeentearchief bevindt zich op de studiezaal: de digitale collecties, microfiches, een kleine handboekerij en een beperkt aantal kadasterkaarten. Een deel van de afbeeldingen, ook kaarten en plattegronden,en de muziek en films is wegens de rechten die erop rusten in digitale vorm uitsluitend op zaal in te zien. De kadasterkaarten zijn opgenomen in de inventaris op de kadasterplattegronden. Verkleinde kopieën van enkele plattegronden vindt u in witte portefeuilles. Veel plattegronden zijn vanwege het grote formaat of wegens de fysieke toestand niet ter inzage. Stukken uit de depots worden aangevraagd vanuit de studiezaal. U moet zich hiervoor kunnen legitimeren. Aanvragen kunnen worden ingediend tot 16:15 uur.

Omvang
De collectie kaarten en plattegronden van het Haags Gemeentearchief omvat meer dan 5.200 items. Iets meer dan de helft is onderdeel van archieven, de overige kaarten zijn onderdeel van de Topografisch-Historische Atlas. Behalve de losse kaarten zijn er tevens 36 atlassen, waaronder een volledige Blaeu-atlas. De plattegronden van het HGA beslaan de periode van ca. 1530 tot heden. Er zijn enkele series grootschalige stadsplattegronden in de schalen 1:1.000, 1:2.000, 1:5.000 en 1:10.000 vanaf 1914 tot heden door de Gemeentelijke Dienst voor de Volkshuisvesting en haar rechtsopvolgers.

Profiel
De kaartencollectie van het Haags Gemeentearchief vindt haar oorsprong in de magistraatsbibliotheek uit de zeventiende eeuw. Door de inval van de Geldersen in 1528 en de beginjaren van de Opstand is veel van de oudere, oorspronkelijke archieven verloren gegaan. Uit de vroege tijd dateert onder meer een aantal manuscriptkaarten, waaronder het afgebeelde, nooit uitgevoerde ontwerp voor een fortificatie uit 1605. Behalve dergelijke unica zijn er vele gedrukte kaarten uit de periode van het Ancien Régime. In 1848 werd opgetekend dat op het stadhuis zoveel kaarten en plattegronden rondzwierven dat burgemeesters en wethouders besloten ‘[…] eene verzameling aan te leggen van kaarten, tekeningen, plans, enz. […], welke in een portefeuille bewaard en in de vergaderkamer van Burgemeester en Wethouders of in die van Fabricage voorhanden [zou] moeten zijn.’ De geschiedenis van de Atlas van het HGA gaat terug tot 1851, toen zes historisch geïnteresseerden de ‘Vereeniging ter Beoefening van de Geschiedenis der stad ‘s-Gravenhage’ oprichtten. De leden van de vereniging verzamelden afbeeldingen van Den Haag. De oude plattegronden en stadsgezichten afkomstig uit de magistraatskamer zijn beschreven in een Register van het kaartboek der Magistraat. Vanaf 1853 werden aankopen gedaan vanuit de in dat jaar ingestelde ‘kleine kas’. In 1861 bestond de collectie uit 57 kaarten en plattegronden, 123 prenten met stadsgezichten, 35 prenten van de omgeving van Den Haag, 42 historieprenten en 76 van het huis van Oranje. Kort daarna werden alle tekeningen, prenten en foto’s aan het archief geschonken en vormden zo de basis van de Topografisch-Historische Atlas. Sommige waren in opdracht van de magistraat vervaardigd en hebben gediend als documentatie bij beleids- en bestuursvraagstukken. In 1926 werd de collectie uitgebreid met een deel van de verzameling werk op papier van het Haags Gemeentemuseum. In 1942 werd een gedrukt overzicht van tekeningen en prenten in de collectie van de Atlas uitgebracht, een gepland tweede deel over de kaarten is nooit verschenen.
Lange tijd bleef de rechthoekige vorm van Den Haag hetzelfde met het karakteristieke stratenpatroon dat parallel loopt aan het kustlandschap met zijn lange, brede zandruggen en de stervorm van uitvalswegen met lintbebouwing. Veranderde het Haagse stadsplan niet wezenlijk in de zeventiende en achttiende eeuw, anders was dat met de uiterlijke verschijningsvorm van de kaarten. De lintbebouwing zien we ook bij de ontwikkeling van het gebied tussen Den Haag en Scheveningen aan het einde van de negentiende eeuw. Nadat in de tweede helft van de negentiende eeuw een explosieve bevolkingsgroei plaats had, werd uiteindelijk in 1890 de Dienst Gemeentewerken opgericht met onder meer als doel de daaruit voorkomende problemen het hoofd te kunnen bieden: in de laatste tien jaar was de bevolking met bijna veertig procent gegroeid. De collectie van het HGA omvat o ok kaarten met de uitbreidingsplannen uit verschillende perioden, beginnend met de kaarten van de gemeente-architect Van der Waeyen Pieterszen en de landmeters Verstijnen en Last uit 1872 en de jaren daarna. Tenslotte volgden de kaarten met de elkaar beconcurrerende uitbreidingsplannen van de architect H.P. Berlage en directeur Gemeentewerken J.A. (Isaac) Lindo uit de beginjaren van de twintigste eeuw en de wederopbouwplannen van de architect W.H. Dudok uit de jaren vijftig.

Website en beeldbank
Via de beeldbank van het Haags Gemeentearchief, www.haagsebeeldbank.nl zijn op het moment van schrijven ruim 1200 kaarten en plattegronden toegankelijk. Aan uitbreiding van deze toegankelijkheid en aanvulling en verbetering van de reeds beschikbaar gestelde gegevens wordt gewerkt. De kaarten die deel uitmaken van archieven zijn niet online te bekijken.

Belangrijkste literatuur

  • Kees Stal, Den Haag in kaart gebracht. 750 jaar groei in plattegronden uit het Gemeentearchief. Den Haag, 1998.
  • S. Groenveld, W.E. Penning, C.J.J. Stal e.a., Historische plattegronden van Nederlandse steden. Deel 10: Den Haag. Alphen aan den Rijn, 2007.
Ga naar de website Ga naar de beeldbank

Regionaal Archief Alkmaar

Kaartencollectie van het Regionaal Archief Alkmaar (door Jesse van Dijl, 2018)

Adres en contactgegevens
Regionaal Archief Alkmaar
Bezoekadres: Bergerweg 1, 1815 AC, Alkmaar
Postadres: Postbus 9232, 1800 GE, Alkmaar
Telefoonnummer: 072-8508200
E-mailadres: info@archiefalkmaar.nl
Websites: www.regionaalarchiefalkmaar.nl

Toegankelijkheid
Het Regionaal Archief Alkmaar is sinds 2011 gevestigd in de voormalige ‘Ambachtsschool voor Alkmaar en omstreken’ aan de Bergerweg. Het gebouw is geheel gerenoveerd en huisvest verschillende gemeentelijke instellingen. Achter het gebouw zijn nieuwe depots gebouwd die in 2013 gereedkwamen en die circa 18 kilometer archief kunnen bergen. De totale collectie van het Regionaal Archief Alkmaar is nu ongeveer 9,5 kilometer. De openbare studiezaal is geopend van dinsdag tot en met vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur. Er zijn altijd minimaal twee studiezaalmedewerkers aanwezig om, wanneer gewenst, te assisteren bij onderzoek. Archiefstukken kunnen vooraf en vanuit huis, via de aanvraagmodule binnen de website, worden aangevraagd en gereserveerd voor een bepaalde datum. Boeken uit de historische bibliotheekcollectie kunnen worden geleend voor thuis, mits de werken niet ouder zijn dan 50 jaar. Het Regionaal Archief Alkmaar ligt op een steenworpafstand van het station. Met de auto parkeren in de directe omgeving kost geld.

Omvang
Het exacte aantal kaarten binnen de collectie van het Regionaal Archief Alkmaar is niet te geven. Zelfs bij benadering is het een onhaalbare opgave dit te noemen. De kaarten zijn ondergebracht in de verschillende collecties van de afdelingen van de topografisch historische atlas, de historische bibliotheek, de verschillende gemeentearchieven, de particuliere archieven en de archieven van de waterschappen. Tienduizenden kaarten met zeer uiteenlopende verschijningsvormen zijn hierin te vinden. Het loopt uiteen van bijvoorbeeld de Description de Touts les Pays-Bas van Guicciardini uit 1617 in de collectie van de bibliotheek, tot een met potlood geschetst kaartje in het kader van de ruilverkaveling rond Broek op Langedijk dat is vervaardigd door een landmeter in de jaren 1950. In de topografisch historische atlas wordt dan weer een 80-delige losbladige kaart uit circa 1902 bewaard van het Noordhollandsch Kanaal tussen Amsterdam en Den Helder (achter elkaar gelegd zou dit een kaart vormen van 32 meter), terwijl in één van de vele waterschapsarchieven een schetskaartje van het op de Hondsbossche Zeewering bij Petten gestrande stoomschip Eddystone, meegezonden met een brief van opzichter C. Bollee aan dijkgraaf D.F. van Leeuwen in Alkmaar op 4 februari 1883 is aangetroffen. Kortom, een mer à boire aan kaartmateriaal.

Profiel
Het Regionaal Archief Alkmaar is een samenwerkingsverband van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Langedijk, Schagen en Texel. Naast de archieven van deze gemeenten heeft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de archieven van de voormalige waterschappen en polders in deze gemeenten bij het Regionaal Archief Alkmaar ondergebracht. Daarnaast worden er archieven van particuliere instellingen en personen beheerd.<>BR>Voor het beheren van de oudere archieven richtte Alkmaar in 1900 als een van de eerste gemeenten in haar regio een archiefdienst op, onder leiding van gemeentearchivaris Cornelis Willem Bruinvis (1829-1922). In 1885 schonk Bruinvis al een verzameling topografische prenten, tekeningen en kaarten aan de gemeente Alkmaar, waarvan hij een deel al had geërfd van zijn vader, apotheker en verzamelaar Cornelis Pieter Bruinvis. Deze schenking vormt de oudste kern van de topografisch-historische collectie van het archief.
Alkmaar bewaarde vanouds haar oudere archieven in het stadhuis aan de Langestraat. Rond 1900 gebeurde dit in een ‘archieflokaal’ in de oostvleugel van het stadhuis. In 1925 vindt er een grote verandering plaats; de archiefdienst wordt deels gehuisvest in het naast het stadhuis gelegen Moriaanshoofd. In 1966 worden de deuren van het nieuwe gemeentearchief aan de Oudegracht geopend. Huize Oort wordt gerestaureerd en verbouwd en ingericht voor het archiefpersoneel. Ernaast verrijst een geheel nieuw gebouw waarin de studiezaal en het brandvrije depot zich bevinden. Voor het eerst in de geschiedenis van het gemeentearchief voldoet de behuizing van de archieven en collecties aan alle eisen voor een veilige bewaring.
Sinds de tweede helft van de jaren zeventig dient zich een ander probleem aan: een wel zeer snel groeiende toename van het archiefbestand. Dit is het gevolg van regionale samenwerking op het gebied van archiefbeheer. Omliggende gemeenten gaan hun oudere archieven onderbrengen in het depot te Alkmaar. Binnen de kortste keren puilt het depot uit en wordt een hulpdepot verderop aan de gracht in gebruik genomen. In 1992 wordt een nieuw archiefgebouw aan de Hertog Aalbrechtweg geopend. De archiefdienst wordt nu officieel een regionale dienst. Ook dit depot zat eerder dan verwacht tot de nok toe vol. Een nieuw gebouw is na twintig jaar opnieuw noodzakelijk gebleken. Dat is het huidige gebouw van de Ambachtsschool.

Website en beeldbank
In de beeldbank op de website zijn enkele honderden kaarten via beschrijving te vinden. Voornamelijk afkomstig uit de collectie van de Topografisch-Historische Atlas. Daarnaast enkele hoogtepunten uit de overige collecties. Naast de eigen beeldbank wordt gebruik gemaakt van de website Flickr met een veel groter publieksbereik. Maar dit betreft dus maar een piepklein topje van de ijsberg. Om specifieke kaarten te vinden moet ‘ouderwets’ gevorst worden met behulp van inventarissen, oude inventarissen, verbanden leggen en geduldig dossiers opvragen. En ook de factor ‘geluk’ speelt dan nog een belangrijke rol; veel kaarten liggen te wachten op de dag (her)ontdekt te worden bij ons in het Regionaal Archief Alkmaar.

Belangrijkste literatuur

  • Streefkerk, C., Jan W.H. Werner & F. Wieringa, Perfect gemeten: landmeters in Hollands Noorderkwartier ca. 1550-1700. [s.l.], Stichting Uitgeverij Noord-Holland, [1994].
  • Veer, Bert, ‘Honderd jaar archiefdienst in Alkmaar, 1900-2000’, in: Oud Alkmaar 24, 2 (2000): pp. 2-10.
Ga naar de website Ga naar de online beeldbank