Hoogheemraadschap Rijnland

Kaartencollectie van het Hoogheemraadschap van Rijnland (door Gert Koese, 2018)

Adres en contactgegevens
Hoogheemraadschap van Rijnland
Adres: Archimedesweg 1, 2333 CM Leiden
Telefoonnummer: 071-306 30 71
E-mailadres: archief@rijnland.net
Websites: www.rijnland.net/archieven

Toegankelijkheid
Het hoogheemraadschap van Rijnland is sinds januari 2000 gevestigd in een modern kantoorgebouw aan de rand van het Bio Science Park in Leiden. Daarvoor zetelde het in het monumentale Gemeenlandshuis aan de Leidse Breestraat, een gebouw dat al in 1578 door Rijnlands bestuur werd aangekocht. In het kantoor aan de Archimedesweg bevinden zich drie depots, waar de archieven en collecties van Rijnland en zijn vele rechtsvoorgangers worden bewaard. Eén depot is specifiek bestemd voor de berging van de omvangrijke collecties, waaronder de kaartencollectie. Op de begane grond van het gebouw is een studiezaal met bibliotheek, waar onderzoek gedaan kan worden. Hier zijn ook faciliteiten om de volledig gedigitaliseerde kaartencollectie digitaal in te zien. De kaarten worden niet meer fysiek ter inzage gegeven. Het bezoeken van de studiezaal kan op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur, maar wel op afspraak. Bij uw eerste bezoek wordt u gevraagd een bezoekerskaart in te vullen en het bezoekersreglement te ondertekenen.

Omvang
De kaartencollectie bestaat uit circa 11.000 kaarten over de periode 1457-1950. Hierbij zijn ook de kaartboeken en atlassen inbegrepen. Rijnland beschikt bijvoorbeeld over enkele tientallen kaartboeken van de overzichtskaarten van het hoogheemraadschap van 1615, 1687 en 1746, waarvan diverse exemplaren fraai zijn ingekleurd.

Profiel
Het hoogheemraadschap van Rijnland is een van de oudste waterschappen. De eerste schriftelijke vermelding van het bestaan van heemraden (toezichthouders) is te vinden in een oorkonde van de Hollandse graaf Willem II van 11 oktober 1255. Dit is het oudste stuk in het archief van Rijnland. Dijkgraaf en hoogheemraden hadden de bevoegdheid om keuren uit te vaardigen en schouw te drijven over belangrijke waterstaatswerken. Bij overtredingen legden zij boetes op. Aan het eind van de Middeleeuwen transformeerde Rijnland van toezichthouder tot regionaal waterschap met een toezichthoudende taak op de lokale waterschappen: de ambachten en de polders. Rijnland nam het onderhoud van belangrijke regionale waterstaatswerken op zich, zoals dat van de Spaarndammerdijk. De gelaagdheid in waterbeheer (lokaal en regionaal) duurde tot 1 januari 2005; toen fuseerden de inmiddels tot grotere waterschappen geclusterde polders met het oude hoogheemraadschap. Als integraal waterschap en onder de oude naam Hoogheemraadschap van Rijnland zorgt de organisatie nu in het hele gebied tussen Haarlem, Amsterdam, Gouda en Den Haag voor droge voeten en schoon water.
Rijnland financierde zijn uitgaven eeuwenlang door het achteraf heffen van een omslag of grondbelasting: het morgengeld. Dit moest worden opgebracht door grondeigenaren en –gebruikers in de verschillende ambachten of dorpen. Al vanaf de vijftiende eeuw had Rijnland landmeters in dienst om de grootte van het omslagplichtig land op te meten. Hun rol werd algauw breder en vanaf de zestiende eeuw gingen ze ook steeds vaker kaarten maken als resultaat van hun meetwerk. De oudste kaart dateert van 1457 en laat een deel van de Spaarndammerdijk zien, waar een geschil was gerezen tussen een grondeigenares en haar pachter wegens het niet nakomen van onderhoudsverplichtingen. De hoogheemraden van Rijnland wezen vonnis. Deze kaart markeert het begin van een traditie waarin landmeters honderden kaarten maakten. De ruggengraat wordt gevormd door de overzichtskaarten van Rijnland. Het maken van overzichtskaarten werd vanaf het begin van de zeventiende eeuw gebruikelijk binnen de Hollandse hoogheemraadschappen. De eerste kaart van Rijnland verscheen in 1615, gemaakt door vader en zoon Floris Balthasars en Balthasar Floriszoon van Berckenrode. Omdat de kaart niet erg nauwkeurig was, was er ruim 20 jaar later al behoefte aan een nieuwe kaart. Deze verscheen in 1647 van de hand van de landmeters Jan Janszoon Dou en Steven van Brouckhuijsen. In 1687 verscheen een licht gewijzigde tweede editie en in 1746 een door Melchior Bolstra ingrijpend aangepaste derde editie. Vooral de editie van 1687 laat zien dat de overzichtskaarten behalve een praktische ook een representatieve functie hadden. De kaart is fraai versierd met wapenranden en bloemslingers door Romeyn de Hooghe en Pieter Post. Behalve over diverse kaartboeken beschikt Rijnland over de volledige sets koperplaten waarmee deze kaarten werden gedrukt.
Het grootste deel van de collectie bestaat uit kartografische afbeeldingen en technische tekeningen (zowel in manuscript als gedrukt) van Rijnlandse polders, droogmakerijen en waterstaatswerken. Niet alles is even belangrijk. Er zijn bijvoorbeeld reeksen kaartjes die als bijlage bij verzoekschriften zijn gemaakt en dus een beperkt en sterk lokaal belang hebben. Het aandeel commerciële kaarten is niet groot. De collectie telt slechts enkele tientallen aangekochte of geschonken exemplaren, bijvoorbeeld de atlassen Theatrum Orbis Terrarum (Atlas novus) van Johan Blaeu (1650) en Germania Inferior van Nicolaes Visscher (circa 1750).
De eerste inventaris van de collectie verscheen in 1882, samengesteld door C.H. Dee, ambtenaar ter secretarie. Hij beschreef hierin alle kaarten die hij ’tot op dit oogenblik’ aantrof in het archief. Het betrof kaarten die door Rijnlandse landmeters waren gemaakt en kaarten die als toelichting bij ingekomen plannen of ontwerpen waren gevoegd. In 1898 verscheen een aanvulling, omdat er inmiddels veel kaarten en tekeningen waren bijgekomen. In de twintigste eeuw werd de collectie gesplitst. In 1933 verscheen de ‘beknopte inventaris’ van het Oud Archief (1255-1857), gemaakt door mr. S.J. Fockema Andreae. Hij nam hierin ook kaarten op en voorzag ze van een nieuw collectienummer, beginnend met een A. Zijn inventaris eindigde in 1857; in dat jaar kreeg Rijnland een nieuw reglement, dat een ingrijpende organisatiewijziging tot gevolg had. Alle kaarten van na 1857, die dus niet in de inventaris waren opgenomen, kregen een B-nummer. Deze systematiek wordt nog steeds gehanteerd. Inmiddels zijn er ook kaarten uit de archieven van de rechtsvoorgangers aan de collectie toegevoegd, zowel van voor als na 1857. Van de provincie Zuid-Holland ontving Rijnland in de vorige eeuw een collectie grenskaarten van Rijnlandse polders. In deze collectie hebben de kaarten een P-nummer. Nog niet alle kaarten zijn beschreven. Er wacht nog een flinke klus om de hele collectie optimaal toegankelijk te maken.

Website en beeldbank
De collectie is digitaal te raadplegen via de website www.rijnland.net/archieven. Van elke kaart is een bestand in hoge resolutie gratis te downloaden vanuit de viewer. De bestanden mogen vrij worden gebruikt.

Belangrijkste literatuur

  • Aten, D. (e.a.), Dou, landmeters in Rijnland en Hollands Noorderkwartier, 1600-1680. Heerhugowaard/Leiden: De Vrienden van de Hondsbossche i.s.m. de hoogheemraadschappen Hollands Noorderkwartier en Rijnland, 2016.
  • Dee, C.H., Inventaris van de atlassen, kaartboeken, kaarten en teekeningen in het archief van het hoogheemraadschap van Rijnland en Vervolg van den inventaris (…). Leiden: Hoogheemraadschap van Rijnland, 1882; 1898.
  • Diebels, P.G.M., Beschrijving van de oudste kaarten in het archief van het hoogheemraadschap van Rijnland, 1457-1580. Leiden: Hoogheemraadschap van Rijnland, 1986.
  • Hameleers, M., Bibliografie van Nederlandse gedrukte polderkaarten.. S.l.: s.n., 1984.
  • Iterson, R.A. van, Rijnland in de kaart gekeken. Leiden: Hoogheemraadschap van Rijnland, 2009.
Ga naar de online archieven en collecties
Wilt u de gegevens actualiseren?