De Nederlandse Defensie Academie

Kaartencollectie van de Nederlandse Defensie Academie (door Jack de Graaf, 2023)

Adres en contactgegevens
BIBLIOTHEEK NEDERLANDSE DEFENSIE ACADEMIE
Bezoekadres: Koninklijke Militaire Academie,
Kraanstraat 4, 4811 XC Breda
E-mailadres: bibliotheek.kma@mindef.nl

KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE MARINE
Bezoekadres: Het Nieuwe Diep 8,
1781 AC Den Helder
E-mailadres: bibliotheek.kim@mindef.nl

Toegankelijkheid
De Nederlandse Defensie Academie (NLDA) verzorgt voor Defensie de initiële officiersopleidingen en het hoger loopbaanonderwijs De bibliotheek van de NLDA is op twee locaties gevestigd. In Breda op het terrein van het Kasteel van Breda waar de Koninklijke Militaire Academie (KMA) is gevestigd en in Den Helder op het terrein van het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Beide bibliotheken zijn op weekdagen geopend van 08.30 tot 16.30. De toegang is gratis. De kartografische collectie is alleen op afspraak in te zien. Zie verder: https://bibliotheeknlda.libguides.com/home/bezoekers.

Omvang
In de collectie van de bibliotheek zijn ongeveer tweeduizend kaarten, atlassen en plattegronden opgenomen. De belangrijkste atlassen zijn van Blaeu, De Wit en Janssonius.

Profiel
De NLDA is in 2005 opgericht. In de nieuwe academie werden onder andere de oude instituten KMA en KIM opgenomen. Deze instituten zijn in 1828 (KMA) en 1829 (KIM) opgericht. De bibliotheekcollecties zijn nog ouder, omdat bij de oprichting van die instituten allerlei collecties van andere bibliotheken zijn overgedragen. Hierdoor zijn in de collectie ook zestiende-, zeventiende- en achttiende-eeuwse publicaties aanwezig. De taak van de bibliotheek is het ondersteunen van het onderwijs en onderzoek. De bibliotheek is officieel een wetenschappelijke bibliotheek met bewaarfunctie. Bij een officiersopleiding wordt veel aandacht aan militaire geschiedenis geschonken. In het verleden werden hier ook vaak kaarten en plattegronden bij gebruikt. In de negentiende eeuw werd in het onderwijs uitgebreid aandacht geschonken aan het maken van kaarten. Hiervoor werd ook door de academie zelf lesmateriaal ontwikkeld.
De bibliotheken zijn sinds 1828 verschillende keren van locatie veranderd. Op dit moment bevindt de bibliotheek in Breda zich in het ‘Huis van Brecht’, genoemd naar de eerste eigenaar van het gebouw. Dit is een rijksmonument en dateert uit ongeveer 1530. Na een ingrijpende restauratie en verbouwing is het gebouw sinds 1994 als bibliotheek in gebruik. Voorheen was de bibliotheek jarenlang in het kasteel van Breda gevestigd. In Den Helder zit de bibliotheek in een rijksmonument genaamd ‘het Klooster’. Dit pand, gebouwd in 1948, is nooit als klooster in gebruik geweest maar straalt met zijn lange gangen wel de sfeer ervan uit.
De collectie van de KMA is ongeschonden door de Tweede Wereldoorlog gekomen. Dit in tegenstelling tot de collectie van het KIM. Het overgrote deel van die collectie is tijdens de oorlog naar Duitsland afgevoerd en daar verloren gegaan. Een klein gedeelte met antiquarische boeken was gelukkig op een veilige locatie in de duinen ondergebracht. Hierbij bevonden zich ook de Nieuwen atlas, Ofte VVerelt-beschrijvinge, vertonende de voornaemste Rijcken ende landen des gheheelen Aerdt-bodems van Janssonius en het stedenboek van Blaeu Novum ac Magnum Theatrum Urbium Belgicae Liberae ac foederatae uit 1649.
De complete Latijnse editie in elf delen van de in 1662 door Blaeu uitgegeven Atlas Maior werd door de toenmalige bibliothecaris de heer M. Franssen gered. Volgens overlevering heeft hij de atlassen achterop z’n fiets gebonden en voor een veilig heenkomen gezorgd.
Een deel van de kaartencollectie van de KMA is door Joost Augusteijn beschreven (Caert-Thresoor 1997, nr. 1 p. 11-17). Zoals daar vermeld is de herkomst van de oude collectie niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk zijn naast de collecties van oudere officiersopleidingen ook een aantal kaarten, plattegronden en atlassen door particulieren geschonken. Naast de door Augusteijn beschreven plattegronden van Covens en Mortier zijn er ook plattegronden van Nederlandse steden uitgegeven door De Wit en Blaeu in de collectie aanwezig.
De meest bijzondere atlas in de collectie is het Steden-boek van Europa uytgesondert Nederland. Van deze uitgave van Frederick de Wit uit circa 1690 is dit het enige bekende exemplaar. Het is waarschijnlijk een proefuitgave van een later verschenen atlas. De atlas bevat 123 stadsgezichten en plattegronden van Europese steden. De titel suggereert dat er ook een atlas zou verschijnen met Nederlandse steden. Deze prachtige atlas is in bezit van de Koninklijke Bibliotheek. Verder beschikt de bibliotheek ook over een zesdelige atlas van Blaeu Toonneel des aerdriicx, ofte nievwe atlas, dat is beschryving van alle landen uit 1648-1654.
De Nieuwe Groote Vermeerderde Zee-Atlas ofte Water-Werelt […] van Hendrick Doncker uit 1676 is een mooi voorbeeld van een maritieme atlas. In de collectie zijn veel militaire kaarten opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn de manuscriptkaarten Schets van de inondatien in Staats-Vlaanderen in 1794, Plan de la ville et fortifications de Maestricht en Plan der stad en fortificatiën van Naerden, gelegen in de provincie Holland aen de Zuyderzee. Ook de Topographische en militaire kaart van het Koninkrijk der Nederlanden, eerder beschreven in Caert Thresoor 2018, nr. 4, p. 137-148, is hier aanwezig. Dit zijn slechts enkele titels van militair topografische kaarten. Deze titels zijn een voorbeeld van de veelal militair getinte kaarten en plattegronden uit de collectie.
Momenteel zijn er plannen om in 2024 een expositie in de Grote kerk in Breda te houden waar de oude boeken, kaarten, plattegronden en atlassen van de bibliotheek centraal komen te staan.

Websites
De collectie is te raadplegen via de zoekmachine van de bibliotheek https://mindef.on.worldcat.org/discovery. Daarnaast zijn er enkele topstukken van de bibliotheek, waaronder het Steden-boek van Europa uytgesondert Nederland en de Zee-atlas volledig gedigitaliseerd. Ze zijn te raadplegen via de website Nederlands Militair Erfgoed https://nlme.nl/ onder het kopje ‘Pronkstukken’.

Literatuur

  • Acda, G.M.W. 2000. Het Instituut : honderdzeventig jaar opleiding tot marineofficier 1829-1999. Amsterdam.
  • Groen, Petra en Klinkert, Wim. 2003. Studeren in uniform : 175 jaar Koninklijke Militaire Academie 1828-2003. Den Haag.
  • Irrgang, Frits en Oomen, Kees. 2003. KMA & kaart. Breda.
  • Irrgang, Frits. 2004. Landmeten en cartografie op de Koninklijke Militaire Academie. Breda.
  • Irrgang, Frits. 2012. Officieren zetten Nederland op de kaart. Breda.
  • Sloos, Louis Ph. 2008. Warfare and the age of printing : catalogue of early printed books from before 1801 in Dutch military collections : with analytical bibliographic descriptions of 10,000 works. Leiden.
Ga naar website van de bibliotheek Ga naar zoekmachine van de bibliotheek Ga naar website Nederlands Militair Erfgoed

Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven

Kaartencollectie van Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven (door Guus van Gurp & Susan Scherpenisse, 2022)

Adres en contactgegevens
Bezoekadres: Kloosterlaan 24
Postadres: Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, 5435 XD Sint Agatha
Telefoon: 0485-311 007
E-mailadres: info@erfgoedkloosterleven.nl
Website: www.erfgoedkloosterleven.nl
Openingstijden: donderdag en vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur op afspraak

Toegankelijkheid
Archiefmateriaal kan worden ingezien in de studiezaal van het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, gevestigd in het Kruisherenklooster te Sint Agatha. Voor het merendeel van de archieven die bij het Erfgoedcentrum zijn ondergebracht, geldt de voorwaarde dat voor raadpleging toestemming nodig is van de eigenaar. Deze toestemming wordt door het Erfgoedcentrum aangevraagd, waarvoor de onderzoekers een selectie van inventarisnummers met een korte toelichting over zichzelf en het onderzoeksdoel aanleveren. In de inleiding van de online archiefinventarissen staat onder het kopje ‘Toegankelijkheid’ beschreven wanneer er afwijkende voorwaarden voor raadpleging gelden.

Omvang
Het Erfgoedcentrum heeft geen aparte kaartencollectie. Kaarten zijn te vinden in bijna alle archieven die bij het Erfgoedcentrum zijn ondergebracht. Atlassen zijn te vinden via de bibliotheekcatalogus, waarin ook de vanaf de middeleeuwen gevormde Kruisherenbibliotheek is opgenomen. Hierin bevinden zich tientallen atlassen daterende van de zestiende tot aan de 21e eeuw.

Profiel
In het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven brengen ruim honderd kloostergemeenschappen hun archieven, boeken en voorwerpen onder. Vanwege vergrijzing kunnen veel orden en congregaties hun erfgoed niet zelf blijven beheren. Het meeste archiefmateriaal is opgemaakt vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw, toen er in Nederland een nieuwe bloeiperiode van het kloosterleven aanbrak. Enkele archieven, zoals het archief van de Kruisheren of de Dominicanen, bevatten ook ouder materiaal.
Een voorbeeld van een atlas in de bibliotheek van de Kruisheren van Sint Agatha is één van de hoogtepunten van de zeventiende-eeuwse Nederlandse kartografie: het Nieut kaert-boeck, vande XVII Nederlandse provincien van Frederick de Wit uit 1672 met een handgekleurde titelgravure en achttien handgekleurde kaarten.
Kaarten in kloosterarchieven zijn zeer divers: van schetsen in manuscript tot gedrukte uitgaven. De meeste kaarten hebben betrekking op missiegebieden van Nederlandse kloosterlingen. Missionarissen werkten vanaf eind negentiende eeuw vaak in voormalige Nederlandse koloniën zoals Nederlands-Indië en Suriname, maar bereikten ook andere werelddelen zoals Afrika en Noord-Amerika. Kaarten dienden verschillende doelen. Ten eerste om de grenzen van kerkelijke missiegebieden aan te geven. Ten tweede om de reis ernaartoe vanuit Nederland uit te stippelen. Ten derde om in het missiegebied zelf de weg te kunnen vinden en ontwikkelingen van de missie aan te geven. Zo markeerden ‘nieuwe kaarten’ missieposten (staties), plaatsen waar bewoners gedoopt waren en gestichte katholieke scholen en ziekenhuizen. Tot slot vervaardigden missionarissen, met name paters, kaarten van taal- en cultuurgebieden ten behoeve van antropologisch en linguïstisch onderzoek. De missieactiviteiten van de verschillende orden en congregaties werden gecoördineerd vanuit Rome door de Heilige Congregatie voor de Voortplanting van het Geloof (Sacra Congregatio de Propaganda Fide of kortweg: Propaganda Fide). Deze bakende de missiegebieden af en bepaalde naar welke gebieden de missionarissen werden uitgezonden. In de archieven van missionerende orden en congregaties – en dan met name in archieven van paters die missiegebieden kregen toegewezen – is veel kaartmateriaal te vinden. Het gaat om missiegebieden die, afhankelijk van de fase waarin de missie verkeerde, worden aangeduid als: missieprefecturen, apostolische prefecturen, apostolische vicariaten, bisdommen en aartsbisdommen. De grenzen van de missiegebieden werden strak bepaald en wisselden regelmatig ten behoeve van de bestuurbaarheid of wisseling van de toegewezen missionarissen.
Een goed voorbeeld van een dergelijke bestuurlijke kaart, is een gedrukte kaart van het Vicariaat Pontianak uit 1942. Deze kaart is afkomstig uit een dossier met kaarten van de missie op Borneo, uit het archief van de Nederlandse Minderbroeders-Kapucijnen. In 1905 bepaalde de Propaganda Fide dat Nederlands-Borneo (het huidige Kalimantan) werd afgesplitst van het uitgestrekte apostolisch vicariaat van Batavia. Het nieuwe kerkdistrict werd toevertrouwd aan de Nederlandse Kapucijnen. Onder leiding van de Kapucijnen voegden broeders en zusters van verschillende congregaties zich op Borneo om het missiewerk, zoals onderwijs en gezondheidszorg, uit te voeren. In 1938 werd het grote missiegebied van de Kapucijnen (geheel Nederlands-Borneo) verder opgeknipt. Het zuidoostelijk deel van Borneo werd de prefectuur Bandjermasin en kwam onder de leiding van de Missionarissen van de Heilige Familie. Het westelijk deel, het apostolisch vicariaat Pontianak (zie afbeelding) bleef onder leiding van de Kapucijnen. Het kaartmateriaal biedt de onderzoeker houvast in dein de steeds veranderende bestuurlijke gebieden.
Een ander voorbeeld betreft een anonieme en ongedateerde manuscriptkaart van het Frederik Hendrikeiland uit het archief Missionarissen van het Heilige Hart (MSC). In 1926 vatten de Missionarissen van het Heilige Hart het plan op om het eiland, het huidige Yos Sudarso voor de zuidkust van West-Papua, onder “missie-invloed” te brengen. Het was een zeer moeilijk toegankelijk gebied. De missionarissen konden hun missiewerk op dit eiland niet aansluiten op bestaande bestuursposten van de overheid maar moesten zelf het eiland verkennen. Een lokale gids was hierbij noodzakelijk. Veel missionarissen waren gefascineerd door ‘witte vlekken’ op de kaart, oftewel onbekende gebieden (terra incognita). In reisverslagen wordt gesproken over een modderig en moerassig eiland. De eerste missionarissen gaven aan dat verplaatsing over land alleen in droge tijden mogelijk was. In de regentijd was een prauw noodzakelijk. Deze anonieme manuscriptkaart van het Frederik-Hendrikeiland, mogelijk vervaardigd door een pater, toont de ‘voet- en prauwwegen’. Na enkele verkenningstochten nam pater Wim Thieman vanaf 1932 de missionering van het eiland op zich. Regelmatig reisde hij door moerassen en meren om nieuwe dorpen te verkennen en ontwikkelingen op katholieke scholen te volgen. Zo bracht pater Thieman het Frederik Hendrikeiland voor zichzelf en andere missionarissen steeds verder in kaart.

Website en beeldbank
Missiekaarten en atlassen zijn nog niet gedigitaliseerd. Beschrijvingen zijn te vinden via de website van het Erfgoedcentrum, waar inventarissen van de archieven en de bibliotheek- en voorwerpencatalogus digitaal raadpleegbaar zijn. In de beeldbank kunt u een selectie van gedigitaliseerde foto’s, dia’s, prentbriefkaarten en tekeningen raadplegen, afkomstig uit de kloosterarchieven.

Ga naar de website

Trésorcollectie TU Delft Library

Kaartencollectie van Trésorcollectie TU Delft Library (door Marietje Ruijgrok, 2022)

Adres en contactgegevens
Bezoekadres: Campus gebouw 21, Prometheusplein 1, Delft
Telefoon: +31 (0) 15 2785678
E-mailadres: library@tudelft.nl
Websites: www.tudelft.nl/library/bezoek-gebruik/openingstijden-locaties/tresor
www.tudelft.nl/library of tudelft.on.worldcat.org/discovery
Openingstijden: op afspraak op vrijdag van 9.30 – 16.00 uur

Toegankelijkheid
De Tresorcollectie is een deelcollectie van de TU Delft met een leeszaal om de stukken te raadplegen. De collectie is toegankelijk voor studenten, onderzoekers en andere geïnteresseerden. Verbonden zijn aan de TU Delft is niet noodzakelijk. Zelf fotograferen wordt toegestaan. Er zijn tien studieplaatsen beschikbaar. Het studiemateriaal is op te zoeken in WorldCat, een grote internationale catalogus waar meerdere universiteitsbibliotheken hun materiaal toegankelijk hebben gemaakt.

Omvang
De collectie bestaat uit oude boeken, tijdschriften, atlassen, prenten, kaarten, tekeningen en enkele manuscripten van vóór 1900. Ongeveer 15.000 prenten, 10.000 losse kaarten en 3.000 atlassen. En ongeveer 50.000 boeken en tijdschriften.

Profiel
Het begon allemaal in 1842 met de voorloper van de TU Delft, de ‘Koninklijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs zoo voor ‘s lands dienst als voor de nijverheid en van kweekelingen voor den handel’. De stichter van de Akademie was Willem II en de eerste directeur was ingenieur Antoine Lipkens (1782-1847). In 1864 werd niet alleen de naam maar ook de gehele opleiding veranderd in Polytechnische school en in 1905 werd de opleiding omgedoopt tot Technische Hogeschool en kreeg het hiermee een academisch niveau. In de beginjaren begon men met het opzetten van een bibliotheek, toen nog ‘technische boekerij’ geheten. De bibliotheek kreeg onder andere een schenking vanuit Franeker rond 1843, waar de universiteit in 1811 was opgeheven en tot 1843 werd voortgezet als Rijksathenaeum. Andere schenkingen kwamen van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en van de Koninklijke Bibliotheek. Met deze giften werd de basis voor de Trésorcollectie gelegd. Pas vanaf het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw werden boeken, tijdschriften, atlassen, kaarten van vóór 1800 vanwege hun zeldzaamheid, kwetsbaarheid en kostbaarheid in een apart depot geplaatst. De bibliotheek zat toen nog in het oude centrum van Delft. Met het verstrijken van de jaren verschoof de peildatum naar materiaal van vóór 1900.
De huidige locatie van de bibliotheek (ontworpen door Francine Houben) bevindt zich sinds 1997 in de wijk Wippolder, waar de gehele TU campus is gevestigd. De bibliotheek heeft een speciaal depot voor de oude gedrukte werken, half onder de grond, maar voorzien van optimale klimatologische omstandigheden om het bijzondere materiaal goed te kunnen bewaren.
In de collectie bevinden zich atlassen van Joan Blaeu, Boxhornius, Braun en Hogenberg, Covens en Mortier, Abraham Goos, H. de Leth, Mercator, Jod. & Henr. Hondius, Abraham Ortelius, Isaac Tirion, Nic. J. Visscher en Alexander von Humboldt. Daarnaast losse kaarten van provincies, polders, stadsplattegronden uit de zeventiende tot en met de negentiende eeuw. Ook kaarten van voormalige Nederlandse overzeese gebieden uit de achttiende en negentiende eeuw. Verder rivier- en waterstaatskaarten. Er zijn enkele manuscriptkaarten aanwezig, waaronder die van de Gelderse Vallei door Justus van Broeckhuijsen uit 1701.
Hoe verliep de uitbreiding van de Trésorcollectie binnen de TU? Een grote uitbreiding van de collectie vond plaats in 2003 met het opheffen van de faculteit Geodesie. De historische kaartenverzameling en atlassen van Nederland en de voormalige Nederlandse kolonies alsook de studiecollectie voor het onderwijs kwamen naar het Trésor. De basis van deze Geodesiecollectie werd mede gelegd door de nu Landbouw Universiteit Wageningen. Daar werd gedurende de jaren 1918-1935 de opleiding landmeetkunde gegeven. Na 1935 werd de opleiding inclusief de collectie kaarten en atlassen overgedragen aan Delft. Deze werken zijn herkenbaar aan een stempel van de landmeterscursus landbouw-Hoogeschool. De stempel die Geodesie zelf gebruikte voor zijn materiaal bevat de tekst: ‘Laboratorium voor Geodesie’ waar Cornelis Koeman (1918-2006) nog heeft gewerkt als wetenschappelijk ambtenaar.
Koeman studeerde landmeetkunde in Delft (1951) en gaf later les aan het Geografisch Instituut te Utrecht, 1957. In de jaren zestig heeft Koeman in zijn proefschrift, collections of maps and atlases in the Netherlands, (1961), een overzicht gegeven van atlassen en kaartcollecties in Nederland waaronder die van de verschillende collecties in Delft. Hij geeft niet alleen een uitgebreide opsomming van de kaarten en atlassen van Geodesie maar ook van het kartografisch materiaal van de faculteit Bouwkunde. Dit overzicht is natuurlijk verouderd maar zeer nuttig om een beeld te krijgen van wat nu allemaal samen is ondergebracht in het Trésor.
In 2004 is de kaartencollectie van Technische Aardwetenschappen (eerst mijnbouwkunde genoemd), naar het Trésor overgeheveld. Het gaat vooral om kaarten van Nederland en van het voormalige Nederlands-Indië. Een groot deel van deze collectie bestond uit de collectie van Gustaaf Molengraaff (1860-1942), die in de periode van 1906 tot 1930 hoogleraar algemene en toegepaste geologie in Delft was.
Bij het opheffen van bijna alle faculteitsbibliotheken (met uitzondering van Bouwkunde) in 2005, kwam er nog meer bijzonder materiaal naar het Trésor. Door de ramp van 2008, waarbij de Faculteit Bouwkunde geheel in vlammen opging, is de verzameling ondergebracht bij het Trésor. Toen is besloten om de verzameling etsen, gravures, litho’s, tekeningen en foto’s van oudrijksbouwmeester en architect C.H. Peters (1847-1932) over te hevelen naar het Trésor. De verzameling Peters bevat onder andere topografisch beeldmateriaal zoals stadsplattegronden en stadsgezichten van de zeventiende tot twintigste eeuw.
Op dit moment wordt gewerkt om het kaartmateriaal dat in 2008 is gedigitaliseerd (en vóór de aansluiting met WorldCat zichtbaar was) weer beschikbaar te maken via de catalogus. In samenwerking met andere instellingen werkt de TU Delft Library aan Allmaps, een nieuwe gemeenschappelijke infrastructuur voor de ontsluiting van digitale kaartverzamelingen. Het project is open source en maakt gebruik van de open standaarden van het International Image Interoperability Framework (IIIF) waarmee instellingen hun beelddata kunnen delen.

Website en beeldbank
Het kaartmateriaal is te vinden via de catalogus www.tudelft.nl/library of tudelft.on.worldcat.org/discovery.
De ongeveer negenduizend gedigitaliseerde prenten en kaarten afkomstig van Bouwkunde zijn te vinden in de TU Delft repository.

Belangrijkste literatuur

  • Baudet, Henri. 1992. De lange weg naar de Technische Universiteit Delft. I De Delftse ingenieursschool en haar voorgeschiedenis.
    Den Haag: Sdu Uitgeverij.
  • Krogt, Peter van der. 2006. “In memoriam Prof. dr. ir. C. Koeman 1918-2006”. In: Caert-Thresoor 25, 3, 57-58.
  • Lynden, Jan. baron van. 1933. “Ter herdenking Oud-Rijksbouwmeester C.H. Peters”. In: De Ingenieur 48, A. 28.
  • Meijer, Richard. 2002. “TU stopt opleidingen geodesie”. In: Delta, 19-12-2002. Geraadpleegd juli 2022: www.delta.tudelft.nl/article/tu-stoptopleidingen-geodesie.

Stichting Twickel

Kaartencollectie van de Stichting Twickel (door Redmer Alma, 2022)

Adres en contactgegevens
Bezoekadres: Bouwhuis Twickelerlaan 5, Ambt Delden
Postadres: Stichting Twickel t.a.v. Archief,
Twickelerlaan 6, 7495 VG Ambt Delden
Telefoon: +31 (0)74 3762543
E-mailadres: archief@twickel.org
Websites: www.twickel.nl
Openingstijden: Op afspraak

Toegankelijkheid
De collecties van Huisarchief Twickel kunnen worden ingezien in de studiezaal. Hiervoor dient u van te voren een afspraak te maken via archief@twickel.org. De studiezaal en het archiefdepot bevinden zich in het noordelijke bouwhuis op het voorplein van het kasteel. Parkeergelegenheid is op het centrale parkeerterrein tegenover het Bezoekerscentrum/Landgoedwinkel, Twickelerlaan 7.

Omvang
De kaarten, plattegronden, tuinontwerpen en bouwtekeningen in de archieven en collecties van Landgoed Twickel zijn verspreid over verschillende fondsen: Huisarchief, Kaartenarchief, Archief Bouwkundig opzichter, museale collectie enz. Thans bestaat alleen een inventaris voor het Huisarchief Twickel, maar de daarin opgenomen kaarten zijn niet afzonderlijk benoemd. Momenteel wordt gewerkt aan de inventarisatie en vervaardiging van een catalogus van al het aanwezige kartografische en topografische materiaal, dat naar schatting tussen de vijftienhonderd en drieduizend objecten bevat.

Profiel
In 1347 kocht Herman van Twickelo het huis Eisinc in Delden. Sindsdien is dit goed, dat later de naam Twickel ging dragen, zonder onderbreking van geslacht op geslacht overgegaan. De opeenvolgende bezitters behoorden tot de geslachten Van Twickelo (veertiende tot de zestiende eeuw), Van Raesfelt (zestiende en zeventiende eeuw), Van Wassenaer Obdam (zeventiende tot de negentiende eeuw) en Van Heeckeren van Wassenaer (negentiende en twintigste eeuw). De laatste eigenares, M.A.M.A. van Heeckeren van Wassenaer-van Aldenburg Bentinck (1879-1975), bracht haar goederen onder in de Stichting Twickel, opgericht in 1953, die haar in 1975 na haar overlijden opvolgde. De stichting beschikt over een eigen archiefdepot en een archivaris. De kaarten en bouwtekeningen worden opgeslagen in het archiefdepot, deels, voor zover het recenter materiaal betreft, in de rentmeesterij en een deel van de museale collectie berust in het kasteel. De kaarten uit de collectie van Twickel hebben vooral betrekking op de huidige en vroegere bezittingen van het landgoed. Twickel is met 6.400 hectare het grootste landgoed in Nederland met eigendommen in de volgende gemeenten: Delden (de kern van het landgoed, ca. 4.400 hectare), Ootmarsum en het aangrenzende Lage in Duitsland (de vroegere familiebezittingen bij Brecklenkamp), Dieren, Zevenaar, Borculo, Lochem en Wassenaar. Vanwege de omvang, verspreiding en samenhang van de bezittingen zijn de kaarten ook voor de omliggende gebieden in Twente, Bentheim, Gelderland en Wassenaar van belang. De collectie bevat ook enig kaartmateriaal dat via aangehuwde familieleden aangeërfd, door opeenvolgend bewoners verzameld is of betrekking heeft op later verkochte goederen. Doordat de bezitsgeschiedenis geen cesuren kent en tot het eind van de 19de eeuw nauwelijks aan erfdelingen onderhevig was, is het materiaal met betrekking tot het landgoed vrij compleet overgeleverd. Kaarten van afgesplitste landgoederen als Weldam zijn naar de respectieve huisarchieven overgebracht. De aanwezige kaarten dateren hoofdzakelijk vanaf de achttiende eeuw, met een zwaartepunt in de negentiende en twintigste eeuw. Veel kaarten zijn vervaardigd of bewerkt met het oog op het beheer het kasteel en van de verpachte goederen, maar hebben daarnaast ook betrekking op infrastructuur, zoals aanleg en onderhoud van (water)wegen, waterleiding, waterbeheer. De oudste beheerkaarten van de Twentse goederen dateren van rond 1726 en zijn tien in getal. De kaarten van het kasteel en zijn omgeving van deze serie die in opdracht van Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam zijn vervaardigd, zijn helaas verloren gegaan. Uit dezelfde tijd stamt ook een beheerkaart van de heerlijkheid Lage. Belangrijk zijn ook de kaarten en plattegronden van de tuinen en parken rond kasteel Twickel en het Hof te Dieren, aangekocht in 1821. Uit de negentiende en twintigste eeuw stammen voor de vrouwen en heren van Twickel vervaardigde kopieën van kadastrale kaarten met handschriftelijke aantekeningen en aanvullingen. Een groot aantal kaarten heeft verder betrekking op de aanleg van de waterleiding van Almelo naar Delden in opdracht van R.F. van Heeckeren van Wassenaer (1858-1936).
Bijzonder aan het archief van Twickel – en dat geldt ook voor de kaartencollectie – is dat het landgoed nog altijd intact is. De kaarten worden daardoor niet alleen gebruikt voor historisch onderzoek, maar spelen ook een belangrijke rol bij het huidige beheer. Voor de landschappelijke, agrarische en recreatieve ontwikkeling, herinrichting en restauratie bieden de kaarten, tezamen met het archief, handzame (landschaps)historische context.

Website
De inventarissen van het Huisarchief Twickel en enkele kleinere fondsen die in het archief berusten, zijn te raadplegen via www.archieven.nl. De inventarissen en plaatsingslijsten van de overige fondsen zijn nog niet online beschikbaar. Een klein deel van de kaarten is gedigitaliseerd maar eveneens nog niet online toegankelijk. De digitalisering en publicatie van de verschillende inventarissen wordt momenteel ter hand genomen.

Belangrijkste literatuur

  • Brunt, A.J., (red.), Inventaris van het huisarchief Twickel 1133-1975 (Zwolle, 1993) 7 dln.
  • Brunt, Aafke, Jan Haverkate en Lucia den Ouden, Atlas van Twickel (Zwolle, 2021).

ANWB Bedrijfsarchief

Kaartencollectie van het ANWB Bedrijfsarchief (door Horst Boelema, 2022)

Adres en contactgegevens
Wassenaarseweg 220
2596 EC Den Haag
Email: bedrijfsarchief@anwb.nl

Toegankelijkheid
Het Historisch Archief is gevestigd in het monumentale hoofdkantoor van de ANWB. In dit gebouw bevinden zich ook de depots van het bedrijfs- en historisch archief en de verschillende collecties, waaronder de collectie artefacten, audiovisuele media en de ANWB-publicaties. Een verzoek om onderzoek te doen dient aangemeld te worden bij de bedrijfsarchivaris. Voor inzage van stukken is een studieruimte aanwezig.

Omvang
De ANWB, opgericht in 1883, stond aan de wieg van toerisme, recreatie en mobiliteit in Nederland. De kartografische collectie weerspiegelt op verschillende schalen de ontwikkeling van deze onderwerpen. De basis van de huidige kartografische collectie werd eind jaren zeventig van de vorige eeuw vastgelegd door de toenmalige Chef Archief en Bibliotheek R. Slegtenhorst (1919-1999). Zijn ‘Overzicht van Atlassen en kaarten genummerd 1-120’ (inventarisnummer 2934) was de eerste centrale registratie van door de ANWB tot dan toe uitgegeven kaarten.

De collectie kaarten en atlassen wordt op dit moment geregistreerd en beschreven in een digitaal archiefbeheersysteem, waarmee deze toegankelijk gemaakt kan worden voor onderzoek. De totale kartografische collectie van de ANWB beslaat meer dan 5.000 kaarten, atlassen en plattegronden, opgeborgen in zestig strekkende meter archiefdozen. De oudste kaart stamt uit 1884 en nieuwe kaarten worden nog regelmatig aan de collectie toegevoegd. De collectie is niet alleen groot, maar ook zeer divers en weerspiegelt de vele terreinen waarop de ANWB actief is geweest en vandaag de dag nog is. In de collectie bevinden zich autokaarten (wegenkaarten en -atlassen), rijwielpadkaarten, waterkaarten en -atlassen, luchtvaartkaarten, wandel- en ruiterpad kaarten en zelfs ijswegenkaarten.

Profiel
Al in de eerste statuten van de ANWB is vastgelegd dat ‘het Bond kaarten zou uitgeven’ met het doel ‘het Vélocipède rijden in Nederland op alle mogelijke wijzen te bevorderen en te gerieven’ door: ‘Het toeren in Nederland te ondersteunen en te vergemakkelijken, en wel door benoeming van vertegenwoordigers van het Bond in alle delen van het land, door het uitgeven van kaarten en handboeken voor het gebruik van vélocipèdisten enz.’
De aanschaf en verkoop in 1887 van 1000 exemplaren van de topografische kaart van Nederland schaal 1:200.000 samengesteld door J. H. Kromhout markeerde het begin van de ontwikkeling van een fietsatlas. Kromhout vervaardigde een topografische atlas van 36 kaarten in blauwdruk met de wegen in rood gedrukt, die de basis vormde voor de Bondsatlas. Onder leiding van A. Koolhoven en G.A. Pos en met behulp van het uitgebreide consulnetwerk (zie afbeelding 4), verscheen in 1896 deze speciaal voor de bond vervaardigde Wielrijdersatlas van Nederland die ook bestond uit 36 deelkaarten. Deze Atlas is tot 1940 verkocht en de kaartbladen zijn vele malen herzien en herdrukt. De collectie bevat van elk kaartdeel een bijna complete chronologie inclusief litho’s en drukproeven.
In 1930 verscheen een kaart die geheel voldeed aan de wensen van de automobilist, dus zonder rijwielpaden, maar met alle wegen die voor de nieuwe doelgroep van belang waren: De Autokaart van Nederland schaal 1:200.000 in drie bladen Noord-, Midden Zuid-Nederland en voor gebruik handig gevouwen. Voor de wielrijders bleef de Bondsatlas nog jaren onmisbaar.

Nieuwe kaartseries werden ontwikkeld, maar de kartografische basisprincipes bleven betrekkelijk ongewijzigd. De redactie gebruikte een eigen verkenningsdienst en het uitgangspunt van regelmatige herziening en tijdig actualiseren van informatie bleef door de jaren heen een sterk punt van de ANWB-kartografie. Voor een geheel andere doelgroep verschenen in 1974 de zeer populaire ANWB-routekaarten. Ze voorzagen in een behoefte om snel en eenvoudig een route naar een vakantiebestemming uit te kunnen stippelen en zijn nog elk jaar gratis voor leden in de ANWB-winkels verkrijgbaar. In april 1995 kwam er een einde aan ANWB-kartografie door een krachtenbundeling met Tele Atlas Cartografie in een joint venture onder de naam Cartan. De ANWB zou vanaf dit moment geen eigen kaarten meer produceren. De serie provinciekaarten met toeristische informatie, gemaakt in samenwerking met VVV was het laatste eigen kartografische werk van de ANWB. Vandaag worden diverse ANWB kaarten van Nederland uitgegeven door Reijers Kaartproducties en kaarten van andere landen in samenwerking met o.a. Kümmerly + Frey en Touringclub.

Het Rotterdamsch Leeskabinet

Kaartencollectie van het Rotterdamsch Leeskabinet (door Roman Koot, 2021)

Adres en contactgegevens
Rotterdamsch Leeskabinet
Universiteitsbibliotheek Erasmus Universiteit
Campus Woudestein
Burgemeester Oudlaan 50
3062 PA Rotterdam
E-mailadres: leeskabinet@eur.nl
website: www.leeskabinet.nl

Toegankelijkheid
Het Rotterdamsch Leeskabinet is gevestigd in de bibliotheek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). De bibliotheek is op weekdagen open van 8.00 tot 24.00 uur en in het weekeinde van 10.00 tot 21.00 uur. Het merendeel van de kartografische collectie is alleen op afspraak in te zien, gedurende weekdagen tussen 9.00 en 17.00 uur. De bibliotheek is vrij toegankelijk voor studenten en medewerkers van de universiteit en voor leden van het RLK. Voor incidenteel gebruik bestaat een servicepas, die één dag geldig is. Zie verder: www.eur.nl/library/praktisch/diensten-voor-bezoekers.

Omvang
De collectie kartografie bestaat uit atlassen en een groot aantal losse kaarten, voornamelijk van Rotterdam. Daarnaast bevatten de vele topografische werken en reisbeschrijvingen kaarten en plattegronden.

Profiel van de collectie
Het Rotterdamsch Leeskabinet werd in 1859 opgericht op initiatief van een aantal Rotterdamse notabelen. Doel was een breed toegankelijke bibliotheek die van belang zou zijn voor handel en wetenschap en voor het bevorderen van de algemene beschaving. De collectie concentreert zich op humaniora en boeken over Rotterdam. Het Leeskabinet was sinds 1865 gevestigd in een speciaal voor de bibliotheek ontworpen pand, aan de Geldersekade. De grote brand na het bombardement door de Duitsers op 14 mei 1940 werd het RLK noodlottig: het pand inclusief vrijwel de gehele collectie boeken viel ten prooi aan de vlammen. Daaronder was een grote collectie atlassen en kaarten, onder meer uit een bruikleen van de Rotterdamse familie Hudig. Al enkele maanden na de brand kon het Leeskabinet een doorstart maken, toen de Erasmusstichting het voormalige woonhuis van Elie van Rijckevorsel (1845-1928) aan de Parklaan beschikbaar stelde, inclusief diens omvangrijke boekerij. In 1971 verhuisde het Leeskabinet naar de bibliotheek van de Nederlandse Economische Hogeschool, de tegenwoordige Erasmus Universiteit. Met ruim 270.000 banden functioneert het Leeskabinet aldaar als humaniora- en erfgoedbibliotheek, toegankelijk voor leden, studenten en medewerkers van de universiteit en voor alle andere belangstellenden.
De bibliotheek van Elie van Rijckevorsel, die de basis vormde voor de nieuwe collectie van het Leeskabinet, bevatte naast veel literatuur een groot aantal topografische publicaties en reisverslagen, vooral met betrekking tot Nederlands-Indië, het Caribisch gebied, Zuid-Amerika en West-Afrika. Veel van deze publicaties zijn rijk aan kaartmateriaal. Ze behoorden tot de bibliotheek van Elie’s vader, Huibert van Rijckevorsel (1813-1866), die op deze gebieden handel dreef. Elie zelf was natuurwetenschapper, gespecialiseerd in aardmagnetisme, waarvan de neerslag ook in de vorm van studies en kaartmateriaal in de bibliotheek belandde.
In de oorlogsjaren ontving de bibliotheek een grote verzameling literatuur over de geschiedenis van Rotterdam van L.J.C.J. van Ravesteyn (1867-1949), notaris en amateurhistoricus. Daaronder is een verzameling plattegronden van de stad uit de negentiende en begin twintigste eeuw. De verzameling kaarten van Rotterdam werd in de jaren zeventig verder uitgebreid door een schenking van de collectie Walters, opgebouwd door J.J. Walters, van 1869 tot 1919 adjunctbibliothecaris van het Leeskabinet.
De collectie geografische boeken en reisbeschrijvingen werd na de oorlog aanzienlijk aangevuld met een schenking uit de collectie van N.P. van den Berg (1831-1917), bij leven directeur van de Nederlandse Bank. De schenking betrof voornamelijk reisbeschrijvingen naar Nederlands-Indië, veelal in bijzonder goede staat.
Tot de topstukken in de collectie van het Rotterdamsch Leeskabinet behoort een geheel gekleurd exemplaar van de negendelige Nederlandse editie van de Grooten atlas van Joan Blaeu (1664). De atlas kon in 1972 worden aangekocht uit de nalatenschap van Ita Mees, kleindochter van Marten Mees (1828-1917), een van de oprichters van het Leeskabinet. Oorspronkelijk behoorde de atlas tot diens bibliotheek.
Een ander topstuk is de eerste, Italiaanse, editie van Descrittione di tutti i Paesi Bassi van Lodovico Guicciardini (Antwerpen 1567). Alle kaarten en illustraties in het in leer gebonden exemplaar zijn ingekleurd. Het boek maakte deel uit van de verzameling van Elie van Rijckevorsel. Ook van de Nederlandse (1612) en Latijnse (1616) edities zijn exemplaren aanwezig.
Vermeldenswaard is voorts De nieuwe groote lichtende Zee-Fakkel van de geheele wereld van Claes Jansz. Vooght en Gerard van Keulen uit 1726, een monumentale editie, waarvan de specifieke samenstelling nogal wat vragen oproept.

De losse kaarten van de stad Rotterdam stammen uit de zeventiende tot twintigste eeuw. Er zijn kaarten bij van Matthäus Merian, Matthias Seutter, Joan Blaeu en Isaac Tirion. Het meest bijzonder zijn twee exemplaren van de beroemde kaart die Joannes de Vou en Romeyn de Hooghe in 1694 maakten in opdracht van het stadsbestuur. Eén ervan is ingekleurd. Het exemplaar is los ingevoegd in de eind achttiende eeuw verschenen band met de (ingekleurde) wapens van de leden van de vroedschap van Rotterdam. Ook het prospect van de stad en de twaalf etsen met belangrijke gebouwen in de stad zijn bewaard gebleven. De meeste van de vele tientallen kaarten van Rotterdam stammen uit de tweede helft van de negentiende en de eerste decennia van de twintigste eeuw. Veel ervan zijn gemaakt door tekenaars van gemeentewerken, achtereenvolgens J. Oprel, J.J. Claus en J. Treffers. Deze kaarten in een schaal van 1:10.000 werden onder meer uitgegeven door J.M. Bazendijk en zijn in een aantal gevallen op linnen geplakt.
Na de verwoesting van de binnenstad in 1940 zijn er verschillende herbouwplannen gemaakt, onder meer door stadsarchitect W.C. Witteveen. In de collectie bevinden zich enkele fraaie op karton geplakte presentatiekaarten van het herbouwplan van Cornelis van Traa uit 1946. Opvallend is ook de grote handgekleurde kaart van het stratenplan van tuindorp Vreewijk, een ontwerp van architectenbureau Granpré Molière, Verhagen en Kok. Vreewijk was bedoeld voor ‘de minder gegoede bevolkingsklasse’, gesitueerd in Rotterdam-Zuid.

Toegankelijkheid
De atlassen en topografische boeken zijn alle gecatalogiseerd in SEURCH, de Worldcatcatalogus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De losse kaarten wachten nog op catalogisering.

Literatuur

  • Lievaart, W.L. , J. Meijer en P. Ratsma (samenst.). 1984. Kaarten en kaartmakers van Rotterdam, Rotterdam 1984.
  • Bos-Rietdijk, E. 1984. De cartografische collectie van het Rotterdamsch Leeskabinet, in: Leeskabinet. Grepen uit de geschiedenis en de boekerij van het Rotterdamsch Leeskabinet 1859-1984, Leiden 1984, pp. 86-92.
  • Duyvendak, L. en P. Pesch (red.). 2009. Grenzeloos lezen. 150 jaar Rotterdamsch Leeskabinet, Rotterdam 2009.
  • Koot, R. 2021. De Van Rijckevorsel bibliotheek in het Rotterdamsch Leeskabinet, in: Jaarboek Nederlandse Boekgeschiedenis 28 (2021), pp. 223-258.
Ga naar de website Ga naar de catalogus

Regionaal Archief Zuid-Utrecht

Kaartencollectie van het Regionaal Archief Zuid-Utrecht (door Jornt Leeflang, 2021)

Adres en contactgegevens
Regionaal Archief Zuid-Utrecht
Bezoekadres: Karel de Grotestraat 30, 3962 CL Wijk bij Duurstede
Telefoonnummer: 088 530 0170
Website: www.razu.nl

Toegankelijkheid
Onder normale omstandigheden is de studiezaal van het Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU) van maandag tot en met vrijdag geopend tijdens kantooruren. Er is parkeergelegenheid voor de deur en verschillende buslijnen stoppen enkele straten verderop. Eenbezoek aan de RAZU studiezaal is gratis. U registreert zich bij een medewerker die conform de AVG enkele gegevens over u en uwonderwerp noteert. Aan extra diensten, zoals het laten maken van fotokopieën in zwartwit of kleur, zijn kosten verbonden. U mag de archiefstukken fotograferen zonder flitser, onder voorbehoud dat deze openbaar zijn en er geen auteursrechten op rusten. Via de website kunt u voorafgaand aan uw bezoek de stukken aanvragen. Een medewerker van het archief zal deze dan voor u klaar leggen.

Omvang en profiel
Tot 2020 heette het archief in Wijk bij Duurstede het Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht (RHC). Hierin zijn de gemeentelijke archieven van Wijk bij Duurstede, Rhenen, Bunnik, Houten, Utrechtse Heuvelrug samengebracht. Naar aanleiding van de uitbreiding met het archief van de gemeente Vijfheerenlanden (met o.a. de kernen Vianen, Leerdam, Zederik) is besloten, om met ingang van begin 2020 de naam van het RHC te veranderen in het Regionaal Archief Zuid-Utrecht.
De kaarten, in totaal ca. 3.000, zijn ondergebracht in vijftien Topografisch-Historische Atlassen. Iedere gemeente of plaats in het werkgebied van het RAZU heeft haar eigen Topografisch-Historische Atlas, waarin naast kaarten ook allerhande ander beeldmateriaal verzameld is. Het geografisch bereik van de kaarten valt uiteraard samen met de betreffende gemeente of plaats. Niet alle kaarten over de betreffende gemeente of plaats zijn hierin opgenomen: de archieven waren in eerste plaats functioneel en er is geen actief wervingsbeleid (geweest) dat volledigheid nastreeft. De overige, niet aan een specifieke gemeente te relateren kaarten, zijn ondergebracht in een algemene Topografisch-Historische Atlas. Het zwaartepunt van de kaartencollectie van het RAZU ligt, ten gevolge van haar herkomst bij gemeentelijke administraties, in de negentiende en twintigste eeuw. Een belangrijk onderdeel van de RAZU kaartencollectie betreft de Collectie Deys. In 2012 schonk Henk P. Deys, kaartenverzamelaar en auteur van tal van publicaties over historische kartografie en de geschiedenis van Rhenen, zijn kaartencollectie aan de Vrienden van het RHC. Vanaf 2018 is de collectie ondergebracht in het RHC, dat op haar beurt opging in het RAZU. Naast honderden kaarten schonk Deys tientallen historisch-kartografische boeken, atlassen en facsimile’s: een totaal van twaalfhonderd objecten, waarvan ruim zeshonderd kaarten. Ook in de collectie Deys dateert het grote merendeel van de kaarten uit de negentiende tot en met de vroege twintigste eeuw. De reden hiervoor is tweeledig: enerzijds vindt Deys de verfijndheid en precisie van steendrukken erg mooi. Anderzijds waren kaarten uit deze periode weinig in trek bij verzamelaars, waardoor Deys ze relatief gemakkelijk kon verzamelen. Overigens: in cassettes, foedralen en mappen, die nu enkel als geheel in de bibliotheek zijn beschreven, bevindt zich niet eerder onderzocht kartografisch materiaal uit de Collectie Deys dat vermoedelijk ook de moeite waard is.
De Collectie Deys bevat ook bijzonder fraaie en interessante exemplaren van oudere kaarten. Neem bijvoorbeeld het ingekleurde exemplaar Ultraiectum Dominium van Petrus Kaerius naar Cornelius Anthonisz. Hornhovius uit 1616. Van de gebroeders Nicolaas en Jacob Cruquius zijn de ingebonden kaartdelen van ’t Hooge Heemraedschap van Delflant uit 1712 aanwezig. De kaartbladen zijn in een eigentijdse bruin lederen band ingebonden. Los opgenomen in de catalogus is de overzichtskaart, die is bijzonder rijk verlucht en met goud gehoogd: een waar topstuk van het RAZU. Interessant is, dat ook 23 proefbladen van de kaartdelen in het archief aanwezig zijn. De proefbladen zijn gedrukt in rode inkt en staan vol met handgeschreven aanwijzingen voor veranderingen. Een deel van deze veranderingen en aanwijzingen is inderdaad in de zwarte, uiteindelijke, druk doorgevoerd. Helaas ontbreken er vier bladen van de proefdrukken en is de titel deels in rood en deels in zwart gedrukt. Desalniettemin is het bijzonder dat zowel de definitieve kaartbladen als de proefdrukken mét aantekeningen zich in het RAZU bevinden. Tot slot noem ik een exemplaar van Nicolaas Cruquius’ kaart “de Rivier de Merwede, van boven het Dorp Sleeuwyk, Oostwaards op verby Gorichem, en de Mond van de Lingen, tot aen desselfs beginsel: namentlyk de Rivieren de Waal, en Mase, by Woudrichem, en Loevesteyn, etc.” uit 1729, waarop voor het eerst dieptelijnen werden weergegeven en een mijlpaal vormt in de thematische kartografie.

Beeldbank
In de beeldbank www.razu.nl/collectie/online-zoeken-inbeelden zijn hoge resolutie foto’s van nagenoeg alle losse kaarten (enkel de voorzijdes) aanwezig. Het merendeel van de atlaskaarten is niet in de beeldbank opgenomen. De kaarten zijn in de beeldbank onderverdeeld in drie apart doorzoekbare categorieën: Kaarten, Kadasterkaarten, en Topografische kaarten en plattegronden. U kunt ook uw zoekopdracht ook verfijnen naar gebied (bijvoorbeeld: gemeente Rhenen) en tijdsperiode (bijvoorbeeld 1800-1850) of zoeken met een trefwoord (doorzoekt de gehele catalogusbeschrijving). Een lage resolutie van de kaart of een kaartuitsnede is kosteloos te downloaden.

Ga naar de website van het RAZU Ga naar de beeldbank van het RAZU

Museum Plantin-Moretus (Antwerpen)

Kaartencollectie van het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen (door Dirk Imhof, 2021)

Adres en contactgegevens
Museum Plantin-Moretus
Bezoekadres: Vrijdagmarkt 22, 2000 Antwerpen, België
Telefoonnummer: +32 3 221 14 50
E-mailadres: museum.plantin.moretus@antwerpen.be
Website: www.museumplantinmoretus.be

Toegankelijkheid
In het centrum van de oude stad van Antwerpen ligt het Museum Plantin-Moretus. Het originele woonhuis en atelier van de uitgeversfamilie Plantin-Moretus is Unesco-werelderfgoed. Het museum is open van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 17 uur. De toegang tot het museum bedraagt 8 euro. In de leeszaal kun jeterecht van maandag tot vrijdag van 9.30 tot 16.30 uur en de toegang is gratis.

Omvang
Het museum bezit een honderdtal atlassen en kartografische werken. Exemplaren van de verschillende edities van de atlas van Abraham Ortelius vormen hiervan de hoofdbrok. Daarnaast behoren atlassen van Gerard Mercator en Gerard de Jode en atlassen uit de Noordelijke Nederlanden zoals die van Petrus Kaerius, Frederik de Wit of Joannes Blaeu tot de collectie. Het museum bezit tenslotte een klein aantal wandkaarten waaronder enkele unieke kaarten zoals de kaart van Vlaanderen van Gerard Mercator, Ortelius’ kaart van Utopia of het zicht op Antwerpen van Virgilius Bononiensis uit 1565.

Profiel
De kern van de bibliotheek van het Museum Plantin-Moretus gaat terug tot de collectie van de Plantijnse uitgeverij en drukkerij. In 1876 kocht de stad Antwerpen het gebouw en de inboedel van het bedrijf en richtte het vervolgens in als museum. Gesticht door Christoffel Plantijn in het midden van de zestiende eeuw bleef de Plantijnse uitgeverij onder zijn opvolgers, de Moretussen, actief tot het midden van de negentiende eeuw. In hun privé-bibliotheek brachten de Moretussen (vooral Plantijns kleinzoon, Balthasar I Moretus) tal van Europese uitgaven bij elkaar waaronder ook een aantal atlassen. Omdat de Plantijnse uitgeverij bovendien zo een belangrijke rol speelde bij het drukken en de distributie van de atlas van Abraham Ortelius bezit het museum bovenal een groot aantal exemplaren van de verschillende edities van Ortelius’ Theatrum orbis terrarum en het daarop gebaseerde Epitome theatri.
Naast de exemplaren van deze atlassen, bieden tal van archiefdocumenten van het toenmalig bedrijf een boeiende kijk op de totstandkoming van de atlas van Ortelius en de handel in zijn Theatrum. Sinds de zestiende eeuw is een groot deel van het bedrijfsarchief aan ons overgeleverd. Dit laat toe de handel in kaarten en atlassen via de Plantijnse boekhandel op een verrassende manier te documenteren. Omdat Plantijn het monopolie had over de distributie van Gerard Mercators wereldkaart en die van Europa is de verkoop van honderden exemplaren van deze kaarten te volgen via zijn verkoopsjournalen en is informatie beschikbaar over de kopers, de geografische verspreiding van de kaarten en de afwerking van de kaarten.
Het museum bezit daarenboven ook nog heel wat typografisch materiaal dat diende voor het drukken van kartografische werken uit de zestiende en zeventiende eeuw. Hoewel de oorspronkelijk koperplaten die dienden voor Ortelius’ atlas sinds de achttiende eeuw verdwenen uit de collectie, bleven een aantal houtblokken en koperplaten voor andere werken wel bewaard. Zo zijn bijvoorbeeld de houtblokken en koperplaten van Lodovico Guicciardini’s beschrijving van de Nederlanden in de collectie voorhanden.De rijkdom van de collectie van het Museum Plantin-Moretus is de combinatie van deze verschillende collecties die, voorhanden op één plaats, een dieper inzicht bieden in de geschiedenis van deze kartografische publicaties uit de zestiende en zeventiende eeuw.

Websites en beeldbanken
Het beschikbare kartografisch materiaal is te vinden via de catalogus. Een deel van de atlassen is gedigitaliseerd en via een link in de catalogus in een beeldbank te zien.

Ga naar de online catalogus Ga naar de collectie kartografie

Bibliotheek van de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte (’s-Gravenhage)

Bibliotheek van de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte in ’s-Gravenhage (door Wim Hayes, 2021)

Adres en contactgegevens
Bezoekadres: Plein 24, 2511 CS ’s-Gravenhage
Postadres: Postbus 11589, 2502 AN, ’s-Gravenhage
Telefoonnummer: 070-360 79 33
Website: societeitdewitte.nl

Toegankelijkheid
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte is een besloten vereniging en alleen toegankelijk voor leden en hun introducés. De collectie van de Bibliotheek is op afspraak beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Via een online contactformulier kunnen de voorwaarden worden aangevraagd.

Omvang en profiel
Een willekeurige jaarnota van de boek- en papierhandelaren De Erven Doorman uit 1866 vermeldt voor de maand maart de aankoop van acht kaarten: Théatre de la guerre, Carte stratégique de l’Allemagne, L’Europe centrale, Gegend von Venedig, Carte topographique de l’Italie op bordpapier en drie kaarten van [Alexandre] Vuillemin Mantoue, Vérone en Vénise. De aanschaf van een partij kaarten van zeer uiteenlopende aard als deze was kenmerkend voor de Bibliotheek van De Witte. De uitgebreide collectie dagbladen, tijdschriften, boeken, brochures en almanakken was een levendige verzameling met als enig doel de leden op alle mogelijke terreinen zo goed mogelijk te informeren. Vanaf het oprichtingsjaar 1782 speelde de actualiteit van de informatie hierbij een belangrijke rol. Van leestafel tot ‘leesinrigting’ in 1855 tot Bibliotheek en Leeszaal in 1870 was het aanschafbeleid erop gericht om de collectie als spiegel van wat er in binnen- en buitenland leefde, in te richten.
Vanaf 1855, toen op initiatief van commissaris baron van Brienen van de Groote Lindt de collectie een officiële status kreeg en er een ruimte van het gebouw specifiek tot ‘leesinrigting’ werd omgebouwd, was het een jaarlijks gebruik om de hele collectie door een boekhandel te laten opfrissen en waar nodig reparaties uit te voeren. Tegelijk werd er tijdens deze jaarlijkse verhuizing een lijst opgemaakt van de verzameling. Van deze lijsten werden slechts enkele exemplaren gedrukt voor gebruik in de leesruimte. Op dat moment was het ook gebruikelijk om titels die verouderd waren, af te stoten. Niet alleen uit praktische overwegingen – de opslagruimte was beperkt, maar ook om de collectie up-to-date te houden. Helaas zijn er van deze beschrijvende lijsten geen exemplaren bewaard gebleven. De praktijk van het schoonmaken en (her)binden van boeken, brochures en dagbladen duurde zeker tot in de jaren 1890 voort.
Ondertussen was in 1870 het oorspronkelijke sociëteitsgebouw vervangen door nieuwbouw, waarin op de eerste verdieping een Bibliotheek en Leeszaal was voorzien. Met de uitbreiding van het pand in 1900 werd er een tweede Leeszaal aan toegevoegd. In 1894 verscheen de eerste gedrukte collectiecatalogus. Losse kaarten werden niet in de catalogus opgenomen en zijn ook niet bewaard gebleven. Wel vinden we in de na 1894 verschenen catalogi verschillende atlassen terug, zoals prof. A. L. Hickmann’s Geographischstatistischer universal Taschen-Atlas (1897) of The Castle Line Atlas of South Africa (1895). Dat we in de categorie Koloniale zaken, naast de categorie Aardrijks-, land- en volkenkunde de grootste groep in de collectie, enkele atlassen betreffende de voormalige koloniën vinden, mag geen verbazing wekken. Voorbeelden hiervan zijn F. de Bas La cartographie et topographie des Indes Orientales néerlandaises (1884) en van J. W. Stemfoort en J.J. Siethoff Atlas der Nederlandsche bezittingen in Oost-Indië (1907). Daarnaast beschikten de leden over atlassen die als onderdeel van een grotere publicatie waren uitgegeven. Uit deze publicaties spreekt de brede en ongetwijfeld commerciële interesse die men had in sommige onderwerpen, zoals Dr. G.A.F. Molengraaf Borneo-expeditie. Geologische verkenningstochten in Centraal-Borneo. Atlas in 22 bladen (1900) en van C.F. Abendanon Geologische en geografische doorkruisingen van Midden-Celebes. Atlas (1916).
Rond de Eerste Wereldoorlog bereikte de collectie met meer dan 350 abonnementen en ruim 21000 titels haar hoogtepunt en werd de rijkdom van de verzameling door binnen- en buitenlandse commentatoren terecht geroemd. In dezelfde periode zag het college van bestuur zich genoodzaakt om, voor het bewaren van de goede vrede op de Sociëteit, het gebruik van kaarten waarop door twee kampen, sympathisanten van de geallieerden en die van de centrale machten, de frontbewegingen werden bijgehouden en waarbij de emoties hoog opliepen, te verbieden.
In juli 1941 kwam er een abrupt einde aan de weelde. De Sociëteit werd op last van de bezetter gesloten en haar roerende goederen, waaronder de collectie van de bibliotheek, geconfisqueerd. Een groot deel van de verzameling werd door de Wehrmacht, het Reichsicherheitshauptamt, de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg, het Nederlandse Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK) en de Centrale Dienst voor Sibbekunde geroofd. Voor Rijkscommissaris Seyss-Inquart werd zelfs een speciale ‘Handbücherei’ van ruim 700 boeken samengesteld.
In 1945 keerden zo’n 7.000 titels terug. Een klein deel daarvan was in Duitsland aangetroffen en geretourneerd. Onderzoek heeft aangetoond dat de boeken die in Duitsland terecht waren gekomen ofwel bij een van de bombardementen op Berlijn verloren zijn gegaan, ofwel door Russische troepen naar hun moederland werden afgevoerd. In 1992, na jaren van omzwervingen, kreeg de sociëteit 34 boeken terug van de Margarita Rudomino All-Russia State Library for Foreign Literature (Library of Foreign Literature) uit Moskou. Het grootste aantal boeken, waaronder enkele atlassen, bevond zich op het DVK, van waaruit deze hun weg terugvonden naar de Sociëteit.
In 2004 werd door de bibliotheekcommissie een plan van aanpak geschreven, waarin de voor de Tweede Wereldoorlog verworven boeken werden aangemerkt als de ‘historische collectie’. Deze collectie vormt het uitgangspunt voor het huidige aanschafbeleid. De bibliotheek en haar collectie wordt beheerd door de bibliotheekcommissie, bestaande uit zeven leden en voorgezeten door een lid van het college van bestuur. De bibliotheekcommissie heeft een ondersteunende taak om, naast het dagelijkse beheer en onderhoud van de collectie, het college van bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren aangaande bibliotheekzaken. De commissie beschikt over budget om werken uit de historische collectie te laten restaureren en, daar waar de gelegenheid zich voordoet, verloren werken te vervangen, zoals in het geval van de Atlas der Nederlandsche bezittingen in Oost-Indië (1883-1885). Met de inrichting van de atlassenkamer werd een belangrijke stap gezet in het beheer van de collectie. De atlassen worden in deze ruimte in speciaal voor die functie gemaakte ladekasten bewaard. De collectie zal in komende jaren verder worden uitgebreid door aanschaf van zowel nieuwe als antiquarische exemplaren.

Website
Voor algemene informatie over de bibliotheek en toegang tot de catalogus, zie www.societeitdewitte.nl/nl/bibliotheek/.

Ga naar het contactformulier Ga naar de website van de bibliotheek Ga naar de digitale catalogus van de bibliotheek

Jan Menze van Diepencollectie (Slochteren)

Kaartencollectie van de Jan Menze van Diepencollectie in Slochteren (door Henny van Harten-Boers, 2020)

Adres en contactgegevens
Jan Menze van Diepencollectie
Adres: Landgoed Fraeylemaborg, Hoofdweg 30, 9621 AL Slochteren
Telefoonnummer: 0598-422316
E-mailadres: info@vandiepenstichting.nl

Toegankelijkheid
De kaarten maken deel uit van een gevarieerde kunstverzameling van ruim 9.000 objecten, met onder andere Aziatische keramiek, historieprenten en beeldende kunst. De Fraeylemaborg en het koetshuis hebben een museale bestemming en hier is al veel te zien uit de Van Diepencollectie. De topografische collectie wordt beheerd in een kunstdepot op het voorterrein van Landgoed Fraeylemaborg. Dit depot is niet vrij toegankelijk, maar op afspraak kunnen de kaarten bekeken worden. Dit brengt geen kosten met zich mee.

Omvang
De deelcollectie topografie omvat 586 inventarisnummers. Meer dan de helft hiervan (382 nummers) bestaat uit kaarten. Het betreft kaarten van stad en provincie Groningen, aangezichten van de stad Groningen, vestingplattegronden, en zeekaarten van het Waddengebied. Van Diepen verwierf ook kaarten van omringende gebieden, Drenthe, Overijssel en Oost-Friesland. Tevens zijn mooie exemplaren aanwezig van de Zeventien Provinciën en de Zeven Provinciën. Er zijn geen complete atlassen. Daarnaast zijn er 204 prenten van gebouwen en stadsgezichten. Dit zijn gravures, etsen en litho’s van historische locaties in stad en provincie Groningen. Deze prenten dateren voornamelijk uit de negentiende eeuw.

Profiel
Jan Menze van Diepen (1905-1994) werd in Waterhuizen geboren als enige zoon van een scheepsbouwer. Scheepswerf Van Diepen stond aan het Winschoterdiep, enkele kilometers buiten de stad Groningen. Het gezin Van Diepen verhuisde naar Groningen en ging wonen aan de Oosterhaven. In dit statige huis met uitzicht op levendige scheepvaart ontwikkelde Jan Menze zijn belangstelling voor geschiedenis en kunst. Zijn ouders legden de basis voor een kunstverzameling die later door hun zoon werd uitgebreid.
Aanvankelijk bezocht Jan Menze van Diepen zelf veilingen en galeries. Al snel echter liepen veel van zijn topografische verwervingen via de firma Gazendam, vanaf 1917 gevestigd in de Oude Kijk in ’t Jatstraat in Groningen. Gerard Gazendam gaf adviezen aan Van Diepen en legde mooie exemplaren voor de verzamelaar apart. Jarenlang had deze kunsthandelaar een “la Van Diepen” die hij geleidelijk vulde en later met de verzamelaar bekeek. Deze sociale context was voor Van Diepen een belangrijk aspect van het verzamelen. Hij hield ervan om uitgebreid van gedachten te wisselen over de kaarten en prenten en stond open voor de kennis van de vakman.
Bij nieuwe aankopen hield Van Diepen er vanzelfsprekend rekening mee of hij een bepaalde kaart al bezat. Toch kocht hij soms ook een tweede of een derde exemplaar van dezelfde kaart. Dit hield bijna altijd verband met de inkleuring. Een vakkundig met de hand ingekleurde kaart heeft een extra uitstraling en kan in het palet enorm variëren. Zo kocht Van Diepen drie versies van de bekende ‘pauwenkaart’ van Sibrandus Leo uit 1579. De ‘afzetters’ die eeuwen geleden deze kaarten kleurden maakte er elke keer een ander kunstwerk van.
De kaarten en prenten in de topografische collectie dateren voornamelijk uit de periode 1600 tot 1900. Soms is de provincie Groningen alleen in kaart gebracht, vaak ook maakt deze deel uit van een groter gebied met onder andere Friesland, Drenthe en Oost-Friesland. Er zijn enkele kaarten uit de zestiende eeuw, maar het grootste deel komt uit de bloeiperiode van de kartografie in Nederland: de zeventiende eeuw. Ook de achttiende eeuw is goed vertegenwoordigd.
In 1978 richtte Jan Menze van Diepen een stichting op om in de toekomst zijn totale collectie te beheren. Hij had inmiddels zoveel kunstwerken en objecten in zijn huis aan de Rijksstraatweg in Haren dat dit bijna uit zijn voegen barstte. Behalve aan de bewaaromstandigheden was ook aan de inventarisatie nog heel wat werk te verrichten. De topografische collectie gaf hij tijdelijk in bruikleen aan het toenmalige Gemeentearchief in Groningen. Alle kaarten en prenten werden in nieuwe passe-partouts gezet, opgeborgen in zuurvrije mappen en ze kregen een voorlopig inventarisnummer met een korte beschrijving.
De Van Diepen Stichting kreeg vanaf 1994 de beschikking over een eigen kunstdepot bij de Fraeylemaborg in Slochteren. Een beheerder/conservator en een behouds-medewerker kregen de zorg voor de collectie. Omdat nu professioneel beheer in eigen hand mogelijk was, werd de topografische collectie in 1995 herenigd met de rest van Van Diepen’s verzameling. In het nieuwe depot werden de kaarten en prenten overzichtelijk opgeborgen in ladenkasten en opgenomen in een database met afbeeldingen. De topografische collectie is sindsdien ontsloten en beschikbaar voor exposities en publicaties.

Websites
De topografische kaartencollectie kan in zijn geheel geraadpleegd worden op www.vandiepencollectie.nl. Elke kaartbeschrijving is voorzien van een gedetailleerde afbeelding. Beeldmateriaal voor publicaties kan daarnaast bij de stichting worden aangevraagd.

Literatuur

  • Harten-Boers, Henny van. 1996. Groningen in de kaart gekeken. Tentoonstelling van eeuwenoude topografische kaarten uit de collectie J.M. van Diepen, tentoonstellingscatalogus Fraeylemaborg Slochteren: Stichting Fraeylemaborg.
  • Harten-Boers, Henny van. 2009. Selectie uit de collectie topografische kaarten en prenten van de Jan Menze van Diepen Stichting, Slochteren: Jan Menze van Diepen Stichting.
  • Harten-Boers, Henny van. 2018. Allemaal voor het algemeen belang. Verzamelaar Jan Menze van Diepen (1905-1994), Slochteren: Jan Menze van Diepen Stichting.
Ga naar de website