Op pad met de ANWB: Toeristen tekenden hun eigen kaarten

Sinds 1884 geeft de ANWB kaarten uit. En dit doet ze nog steeds. Al 138 jaar zijn ANWB-kaarten een begrip. Waarom begon de ANWB met uitgifte van de kaarten en plattegronden en is ze dit blijven doen? En wat vertellen de kaarten van de ANWB ons over de ontwikkeling van de wegeninfrastructuur, de mobiliteit en het toerisme in Nederland?

Lees het volledige artikel in jaargang 41 (2022) no. 1 (ANWB-special) van Caert-Thresoor.
 

Wielrijderskaart uit 1884, getekend door ANWB-voorzitter Charles Bingham. (ANWB-bedrijfsarchief)
DR. H. BUITER is sinds 2008 verenigingshistoricus van de ANWB. Hij doet onderzoek en verzorgt tentoonstellingen, lezingen, rondleidingen en publicaties. Daarvoor werkte hij als techniekhistoricus, voor de Stichting Historie der Techniek en de TU/e, waar hij in 2005 promoveerde op Riool, rails en asfalt. 80 jaar straatrumoer in vier Nederlandse steden.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Honderd jaar wegenkaarten van de ANWB 1883-1983

Met de oprichting van de Algemene Nederlandsche Wielrijders-Bond (ANWB) in 1883 begon een periode waarin burger-vrijwilligers zelf ruimtelijke informatie gingen verzamelen, een activiteit die voordien het souvereine recht van de overheid en haar dienaren was geweest. Zoals dat nu bij Open Street Map gebeurt, gingen ze het terrein in, verzamelden informatie aangepast aan de vragen van de gebruiker en pasten die in op de kaart. Die gebruiker was in 1883 de fietser, die er met zijn rijwiel op uit trok, onafhankelijk van trein of beurtschipper. De ANWB deed zo ervaring op met het zelf informatie verzamelen en bestaand kaartmateriaal aanpassen of aanvullen.

Lees het volledige artikel in jaargang 41 (2022) no. 1 (ANWB-special) van Caert-Thresoor.
 

Omslagontwerpen van de Autokaart van de ANWB uit 1931, 1937, 1971 en 1976. Universiteitsbibliotheek Utrecht, kaart: VII Ba3, 51 en 300.

DR. F.J. ORMELING is emeritus hoogleraar Kartografie en lid van de Explokart onderzoeksgroep, Bijzondere collecties, Universiteit van Amsterdam

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

“Verbrandt ze!” De hoogstaande wegenkaarten van de Java Motor Club en de Deli Automobiel Club 1912-1942

In de topografische kartografie van Nederlands-Indië is een belangrijke plaats weggelegd voor de twee grote motorclubs die daar vanaf het begin van de twintigste eeuw werkzaam waren. Dat waren de Java Motor Club (JMC) en de in Oost-Sumatra werkzame Deli Automobiel Club (DAC). Net als de ANWB en de KNAC in Nederland maakten beide verenigingen zich zeer verdienstelijk voor het initiëren en uitvoeren van de wegbebakening, wegverbetering, verkeerswetgeving en het uitgeven van bijbehorende wegenkaarten en dat alles met het doel om het auto- en motortoerisme, en later ook het wandelen fietstoerisme te bevorderen. In deze bijdrage presenteer ik de resultaten van een verkennend onderzoek naar de werkzaamheden van zowel de JMC als de DAC. Verkennend, omdat ze enkel is gebaseerd op de website Delpher, de gedigitaliseerde teksten uit Nederlandse kranten die door de Koninklijke Bibliotheek wordt aangeboden. Geen van de primaire bronnen, waaronder de gedrukte jaarverslagen, handboeken, tijdschriften, de grote reeks monografieën en de kartografische fondsen die door de verenigingen zijn uitgebracht, zijn voor dit onderzoek geraadpleegd.
 

Idjen Hoogland en Bali. Uitgave van de Koninklijke Vereeniging Java Motor Club. Gedrukt door de Topografische Dienst, Batavia. Schaal 1:250 000, Semarang, 1932. UB Amsterdam: OTM: HB-KZL 21.26.03

Lees het volledige artikel in jaargang 41 (2022) no. 1 (ANWB-special) van Caert-Thresoor.

DR. P. VAN DEN BRINK is zelfstandig onderzoeker op het gebied van de historische kartografie.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Nadruk verboden! Een officiële nadruk en een roofdruk van Johannes Dous kaart van Hollands Noorderkwartier uit 1680

In 1661 verleende het Noord-Hollandse Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen opdracht aan de Leidse landmeter Johannes Dou om een grote wandkaart te maken van Holland benoorden het IJ. Deze kaart verscheen in 1680 in druk. Het bestuur van Uitwaterende Sluizen nam diverse maatregelen om het door- en nadrukken van de nieuwe kaart tegen te gaan. Toch werd het geconfronteerd met twee nadrukken. Met de eerste door Nicolaas Visscher II ging het Hoogheemraadschap in 1689 op bepaalde voorwaarden akkoord. De tweede uit 1691, door Johannes de Ram, was een regelrechte roofdruk.

Lees het volledige artikel in jaargang 40 (2021) no. 4 van Caert-Thresoor.

 

Kaart van Kennemerland en West-Friesland (Noord-Holland) door Nicolaas Visscher II, 1692. Afm. 58 x 50,2 cm. Rijksmuseum Amsterdam, objectnr. RP-P-AO-6-21-3.
DR. D. ATEN (1959) is waterschapshistoricus van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Oostende belegerd, koperplaat hersneden. Vier staten van Baptista van Doetecums kaart van het beleg van Oostende, 1601-1604

Allard Pierson, de instelling die de erfgoedcollecties van de Universiteit van Amsterdam beheert, kreeg in december 2019 een bijzondere plattegrond van het beleg van Oostende (1601-1604) in bezit. Deze is vervaardigd door de bekende graveur Baptista van Doetecum (circa 1555-1611). Tot nu toe waren er van de belegeringsplattegrond drie verschillende staten bekend. De belegeringskaart die nu in bezit van het Allard Pierson is gekomen, is een vierde staat. De schenker van de plattegrond, de heer Gerard van Loon uit Antwerpen, heeft altijd al een bijzondere belangstelling voor het beleg van Oostende gehad: een ver familielid, kolonel Johan van Loon, was namelijk korte tijd gouverneur van Oostende. Hij kreeg die functie op 29 maart 1604 nadat zijn voorganger gesneuveld was. Lang heeft hij niet kunnen genieten van die positie, want een week later, op 5 april, kwam Van Loon zelf om het leven.

Lees het volledige artikel in jaargang 40 (2021) no. 4 van Caert-Thresoor.

 

De ‘nieuw ontdekte‘ vierde staat van Van Deutecums kaart van het Beleg van Oostende (Amsterdam, Allard Pierson, HB-KZL 101.26.11).
DR. P.C.J. VAN DER KROGT (1956) is Jansonius-conservator bij Allard Pierson, de Collecties van de Universiteit van Amsterdam, en verricht onderzoek in het kader van Explokart.
PROF. DR. B.J. VANNIEUWENHUYZE (1980) is Explokart-hoogleraar in de geschiedenis van de kartografie aan de Universiteit van Amsterdam.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Bonnsville: een vergeten plaats

Bijna dertig jaar geleden trof ik in een Amerikaans boek uit 1850 een zorgvuldig opgevouwen kaart aan. Het boek ging over scheepsbouw. De kaart had hier weinig mee te maken, behalve dan dat deze ook Amerikaans was en uit ongeveer dezelfde tijd dateerde. De kaart toont het verkavelingsplan van Bonnsville. Indertijd maakte de kaart mij al nieuwsgierig, vooral vanwege de Nederlandstalige aantekeningen die erop voorkomen, maar het onderzoek strandde vanwege gebrek aan gegevens en tijd. Tegenwoordig – en dat is toch te omschrijven als een informatierevolutie – zijn de zoekmogelijkheden onmetelijk veel groter dan toen. Al met al voldoende reden om in deze ‘Corona-tijd’, met het internet als belangrijkste bron, mij van achter mijn bureau opnieuw te verdiepen in deze kaart.

Lees het volledige artikel in jaargang 40 (2021) no. 4 van Caert-Thresoor.

 

Vogelvluchtgezicht van New York en omgeving door John Bachmann and Kimmel & Forster, uit 1865 (Library of Congress, 75693052). Geheel links de bebouwing in Hudson County, die zich de tweede helft negentiende eeuw snel uitbreidde..
DRS. S. DE MEER is conservator kartografie van het Maritiem Museum Rotterdam.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Johan F.A. Cateau van Rosevelt. Portret van de kartograaf van de Surinaamse kolonie

Het hier afgebeelde portret is van Johan François Adriaan Cateau van Rosevelt (1824-1891). Hij was in de negentiende eeuw werkzaam voor het koloniaal bestuur in de Nederlandse kolonie Suriname. Historisch-kartografen kennen Cateau van Rosevelt echter vooral als de vervaardiger van de eerste gedetailleerde kaart van Suriname (schaal 1:200.000) gebaseerd op een meetkundige grondslag. De kaart verscheen in 1882 bij drukkerij Smulders in Den Haag als lithografie. Ze bestaat uit tien bladen van circa 70 x 50 cm, dat is een kaart van 148 x 263 cm als alle bladen aan elkaar zijn gemonteerd. Deze kaart vormde de grondslag voor veel latere kaarten van de Nederlandse kolonie Suriname en was lange tijd de officiële kaart die werd gebruikt door het toenmalig Ministerie van Koloniën. Op het portret, dat wordt bewaard in het Rijksmuseum, is de kartograaf afgebeeld met een kaart. Deze geschilderde kaart lijkt echter niet op de lithografie uit 1882, maar is een kaart van een veel kleiner formaat. Dit roept vragen op, want als de kaart niet het bekende werk van de kartograaf voorstelt, welke kaart is hier dan wel te zien? Is het de kunstenaar die de vrijheid heeft genomen om de kaart van Cateau van Rosevelt anders af te beelden of gaat het om een andere kaart? Voor de beantwoording van deze vragen zullen verschillende bronnen worden onderzocht, die context bieden bij het portret en de kaarten van Cateau van Rosevelt.

Lees het volledige artikel in jaargang 40 (2021), no. 3 van Caert-Thresoor.

 

Portret van Johan François Adriaan Cateau van Rosevelt, 1885 (Rijksmuseum, objectnummer SK-A-2252).
Het archiefmateriaal over Cateau van Rosevelt dat aan bod komt in dit artikel wordt ontsloten in de online webdatabank Maps in Context, een project opgestart door Bram Vannieuwenhuyze aan de Universiteit van Amsterdam. In deze webdatabank worden links gelegd tussen oude kaarten enerzijds en bronnen over specifieke kaarten, kaartmakers, de productie en het gebruik van deze objecten anderzijds. De webdatabank zal naar verwachting in het najaar van 2021 worden gelanceerd.
MARISSA GRIFFIOEN (1993) MA is wetenschappelijk medewerker voor Stichting Historiae Cartographicae Cathedra, verbonden aan de leerstoel Historische Cartografie aan de Universiteit van Amsterdam. Voor het project Maps in Context werkt zij aan de ontwikkeling en invulling van een doorzoekbare databank waarin de verbanden tussen oude kaarten en hun historische context digitaal worden ontsloten.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Een vervalsing van de maankaart van Van Langren

De eerste poging om de topografie van de maan te benoemen gaat terug op William Gilbert, die in het jaar 1600 een met het blote oog opgenomen kaart vervaardigde met twaalf namen. In de zeventiende eeuw wedijverden astronomen met elkaar om als eerste een selenografie (een geografie van de maan) vast te stellen en zo hun naam te vereeuwigen. De geschiedenis van deze kaart, die soms aan Michiel Florent van Langren wordt toegeschreven en soms als een kopie wordt beschouwd, is nauw verbonden met de rivaliteit tussen de grote astronomen van begin zeventiende eeuw. In het jaar 1970 zou het observatorium in het Vaticaan suggereren dat de Spaanse prelaat Juan Caramuel y Lobkowitz verantwoordelijk was voor deze kaart.

Lees het volledige artikel in jaargang 40 (2021), no. 3 van Caert-Thresoor.
 

Plenilunii Lumina Austriaca Philippica door Michael Florent van Langren. Kopergravure, 38x50cm.
Bron: gallica.bnf.fr / Bibliothèque nationale de France.
ALEXANDRE PINGEL is compagnon in de firma Pingel Rare Books in Parijs.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Een kaartencollectie in coronatijd

Wereldwijd zaten we met z’n allen de afgelopen maanden in een epidemie die vergezeld ging van tal van beperkende maatregelen. Die maatregelen lieten vanzelfsprekend ook de erfgoedbeherende instellingen niet ongemoeid. Bezoekers van de afdelingen van Bijzondere Collecties moesten bijvoorbeeld rekening houden met sluitingen van leeszalen en een uitgeklede dienstverlening. Als samenleving kregen we in de afgelopen coronamaanden via overheidscampagnes nogal eens de tip om het glas half vol te zien in plaats van half leeg. Een cliché natuurlijk, maar daarom ook niet geheel onwaar. Hoe verging het de kaartencollecties? Een bloemlezing over de specifieke praktijk van de kaartenverzameling van de Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) met een focus op de activiteiten die in coronatijd nog wel mogelijk waren en gerealiseerd zijn.

 

Mondkapjes op tijdens een werkcollege voor studenten Living Pasts (Utrecht Time Machine) in de kaartenzaal(foto: Marco van Egmond).

Lees het volledige artikel in jaargang 40 (2021), no. 3 van Caert-Thresoor.

DR. MARCO VAN EGMOND (1969) is conservator kaarten, atlassen en gedrukte werken bij de Universiteitsbibliotheek Utrecht.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Lodovico Guicciardini. Een onbekend en onbemind meester

De naam Lodovico Guicciardini doet bij velen van ons een belletje rinkelen, maar toch is vrij weinig over hem bekend. Veel verder dan die Italiaan die zich in de zestiende eeuw in Antwerpen vestigde en daar een werk over ‘De Nederlanden’ uitgaf komen we niet. Deze bijdrage gaat dieper in op Guicciardini’s meesterwerk, de Descrittione di tutti I Paesi Bassi altrimenti detti Germania inferiore of in het Nederlands Beschryvinghe van alle de Nederlanden anderssins ghenoemt Neder-Duytslandt; met speciale aandacht voor haar kaarten, stadsplattegronden en -gezichten. De Beschryvinghe is een originele historische studie uit 1567 over de Nederlanden, met speciale focus op Antwerpen. Het was vernieuwend en baanbrekend zowel door haar geschiedkundige analyse als vanwege de prenten, stadsgezichten en kaarten die erin verwerkt zijn.

Lees het volledige artikel in jaargang 40 (2021), no. 2 van Caert-Thresoor.
 

Kaart van de Nederlanden uitgegeven in 1612 te Amsterdam door Willem Jansz. Blaeu in Beschryvinghe van alle de Nederlanden […] van Lodovico Guicciardini. Kopergravure, afmeting 24,5 x 33,5 cm. Universiteitsbibliotheek Utrecht, T Fol 107.
MR. S.F.E.J.M.TH. DE PEUTER was professioneel voornamelijk actief als advocaat en rechter. Sinds meer dan 45 jaar verdiepte hij zich in kartografie. Op 1 januari 2020 werd hij handelaar in oude kaarten onder de naam CartaHistorica.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.
Word nu abonnee van Caert-Thresoor