In het midden van de zestiende Jan Trachet eeuw, net voor het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog, kreeg schilder Pieter Pourbus de opdracht het grondgebied van het Brugse Vrije op kaart te stellen. Het resultaat werd een geschilderde kaart die uniek is op vlak van schaal, accuratesse en detail: een grandioos grensgeval dat balanceert op het raakvlak van schilderkunst en kartografie.
Het Brugse haven- en oorlogslandschap
Het raakvlak tussen schilderkunst en kartografie is niet de enige grens waarlangs deze geschilderde kaart balanceert. Ook wat betreft bodemkunde, territorium en periodes bevindt het zich op cesuren van ruimte en tijd. Het schilderij werd gemaakt in opdracht van het Brugse Vrije – de rijke en
Dr. J. Trachet is postdoctoraal onderzoeker aan de vakgroep Archeologie van de Universiteit Gent.
De kaart van het Brugse Vrije, geschilderd door Pieter Pourbus tussen 1561 en 1571 (© Lukasweb, Musea Brugge, 322 x 151 cm)
uitgestrekte kasselrij rond Brugge – en verbeeldt een groot deel van het sterk geürbaniseerde Kust-Vlaanderen op het einde van zijn laatmiddeleeuwse hoogtijdagen. Een belangrijke geomorfologische grens die wordt gekadreerd is bijvoorbeeld die tussen de zandstreek in het zuiden, en de ingepolderde kustvlakte in het noorden. De stad Brugge bevindt zich net op het raakvlak van die twee landschappen, hetgeen een bepalende factor werd in zijn ontstaan en groei. Brugge was het kloppend hart van de regio, en de getijstroom van het Zwin de belangrijke levensader die de stad verbond met de Noordzee. Toen de kaart werd besteld in 1561, was de Brugse economie echter al flink gekrompen en de getijdengeul
deels verzand. Terwijl de stad Brugge in die periode veelvuldig kartografisch materiaal liet produceren waarin een misleidend positief beeld van de bereiken bevaarbaarheid van de regio werd gepropageerd, moest de kaart voor het Brugse Vrije vooral een topografisch correcte weergave van het territorium worden. Net na de oplevering van de kaart in 1571, veranderende de situatie echter drastisch: na eeuwenlang gefunctioneerd te hebben als internationale transportas, werd de Zwinregio getransformeerd in een gemilitariseerde frontzone. De getijdengeul ging plots als grens functioneren, fortenlinies werden opgetrokken en dijken werden doorgestoken. De kaart van het Brugse Vrije werd zodoende de laatste getuige van een aaneengesloten Kust-