Een voorlopige kaart. De Interims-Charte von dem Königreich der Niederlande van het Geografisch Instituut te Weimar uit 1815

Het uitgeven van kaarten was aan het eind van de achttiende en in het begin van de negentiende eeuw geen eenvoudige zaak. In de eeuwen daarvoor konden kaartenuitgevers wel vijftig tot honderd jaar eenzelfde kaart vrijwel onveranderd uitgeven of een dergelijke kaart kopiëren. In de periode van 1795 tot 1815 was dat anders. Er traden rigoureuze staatkundige en administratieve veranderingen op, vooral tijdens het bewind van Napoleon van 1804 tot 1814 (1815). Na diens val werden tijdens het congres van Wenen grenzen veranderd en nieuwe rijken gevormd: de kaart van Europa werd opnieuw getekend. Voor uitgevers van kaarten was het bijna niet bij te houden.

Lees het volledige artikel in het nieuwe gedrukte nummer van Caert-Thresoor.
 

De Interims-Charte von dem Königreich der Niederlande van het Geographische Institut Weimar (Amsterdam, Allard Pierson UvA, HB-KZL 102.24.14).

DR. P.C.J. VAN DER KROGT was tot zijn pensioen in 2022 Jansonius-conservator bij Allard Pierson | de Collecties van de Universiteit van Amsterdam, nu verricht hij als vrijwilliger onderzoek in het kader van Explokart.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Een onbekende burgerwijkkaart. Een handgetekend plan van de Amsterdamse Wyk 16

In het kader van zijn monumentale studie van kaarten en plattegronden van Amsterdam, schreef Marc Hameleers mij een tijd geleden aan met de vraag of ik soms wist van een bijzondere kaart van Amsterdam in de verzamelingen van de Koninklijke Bibliotheek van België die hij zou kunnen opnemen in zijn kartobibliografie. Mijn antwoord was toen negatief. Dit jaar, bij het ordenen van de collectie, kwam toch nog een onbekend plan tevoorschijn. Het gaat om een burgerwijkkaart. Hoewel Hameleers het in hoofdstuk 4 van deel III van zijn magnum opus uitvoerig heeft over dit typisch Amsterdamse product, een volledige kartobibliografie hiervan is er nog niet. Wel werd in een recensie van de eerste drie delen van het corpus de wens geuit dat zo een kartobibliografie het onderwerp zou uitmaken van een vierde deel. Deel vier is ondertussen verschenen, maar heeft het over kaartboeken van Amsterdam. Deze bijdrage komt dan misschien toch nog op tijd voor opname in een toekomstig deel dat een compleet overzicht zal geven van burgerwijkkaarten.

Burgerwijkkaart, Wyk 16, ca. 1790 (Brussel, KBR, K&Pl III 7508).

Lees het volledige artikel in het nieuwe
gedrukte nummer van
Caert-Thresoor.

PROF. W. BRACKE is deeltijds gewoon hoogleraar aan de Université Libre de Bruxelles en conservator kartografische collecties bij de Koninklijke Bibliotheek van België. Hij is voorzitter van Imago Mundi CIO.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Appingedam in 1536. Een zeldzame gravure van het beleg van ‘den Dam’ door Georg Schenck van Toutenburg

In het British Museum te Londen bevindt zich een uiterst zeldzame gravure die hier wordt geïdentificeerd als een kaart van het beleg van Appingedam in 1536. Deze door troepen van de hertog van Gelre bezette stad werd op 6 september 1536 veroverd door een Habsburgs leger onder leiding van Georg Schenck van Toutenburg, stadhouder van Friesland, wat ertoe leidde dat Groningen, de Ommelanden en Drenthe onder het gezag kwamen van keizer Karel V. Dit enige bekende exemplaar van de kaart was tot op heden onjuist gecatalogiseerd als een plan van Delfzijl en is voor zover mij bekend nog niet gepubliceerd en bestudeerd. Deze topografisch vrij accurate gravure is één van de aller-vroegste belegeringsprenten uit de Lage Landen. Er zijn slechts een handvol andere prenten van stadsbelegeringen van vóór 1550 bekend, en dat zijn bovendien geen kopergravures maar houtsneden. Deze kaart is niet alleen een unieke visuele bron voor de geschiedenis van Appingedam en de Gelderse Oorlogen, maar ook voor de vroege ontwikkeling van de stedelijke kartografie in de Nederlanden.
 

Het beleg van Appingedam door Georg Schenck van Toutenburg in 1536, gravure (33,2 x 44,2 cm), monogrammist IB of HB. Londen, British Museum (© The Trustees of the British Museum, 1981, U-3034).

Lees het volledige artikel in het nieuwe
gedrukte nummer van
Caert-Thresoor.

PROF. DR. P. MARTENS is docent architectuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Brussel en gespecialiseerd in de militaire architectuur, ingenieurswerken, vestingoorlog en stedelijke kartografie van de Lage Landen in de zestiende eeuw.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Een herontdekte proceskaart: een kaart van het grensgebied tussen Utrecht en het Gooi

Tijdens de – nog voortdurende – digitalisering van de Collectie Hingman (Nationaal Archief, 4.VTH en 4.VTHR) kwam een interessante kaart over de grens tussen het Gooi en Utrecht naar boven. De kaart geeft het grensgebied weer en op de rand van de kaart staat een plattegrond in vogelvlucht van de stad Utrecht. Uit literatuuronderzoek blijkt dat de kaart altijd buiten het zicht van onderzoekers is gebleven. Voldoende reden om de kaart aan een nader onderzoek te onderwerpen. In deze bijdrage wordt eerst kort de context geschetst, voordat de kaart nader geanalyseerd wordt. Is één van de verloren gewaande kaarten van het grensgebied teruggevonden?

Lees het volledige artikel in jaargang 42 (2023) no. 4 van Caert-Thresoor.
 

Kaart van Gooiland met de aangrenzende landen en heerlijkheden (Nationaal Archief, Den Haag, Verzameling Binnenlandse Kaarten Hingman, nummer toegang 4.VTH, inventarisnummer 2587)

DR. R. KLAARENBEEK is werkzaam als conservator kaarten en atlassen bij de Universiteitsbibliotheek van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij studeerde sociale geografie (UU) en erfgoedstudies (VU) en promoveerde aan de KU Leuven.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Een zomer vol kaartontmoetingen. Map encounters tijdens de voetreis van Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp in 1823

Exact tweehonderd jaar geleden ondernamen twee jonge Nederlanders een voetreis door Nederland. Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp vertrokken op woensdag 28 mei 1823 vanuit Amsterdam en liepen vervolgens min of meer kloksgewijs door de noordelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Tijdens hun tocht bezochten ze allerlei plekken en ontmoetten ze lokale notabelen, familieleden, vrienden en verwanten. Beide heren schreven hun bevindingen neer. Vooral het brievendagboek van Jacob van Lennep biedt een bijzonder interessante inkijk in het leven van beide heren, hun voetreis en het toenmalige Nederland. Maar het is ook interessant voor wie de geschiedenis van de kartografie bestudeert: het dagboek biedt immers de gelegenheid na te gaan of en in welke mate reizigers in aanraking zijn gekomen met kaarten. In februari 2023 maakten studenten Edwin Ariëns, Charlotte Lammers, Jeroen Pelkman, Luc Streuper en Kirsten Udo hierover een kleine expositie in het Allard Pierson te Amsterdam. Dit artikel bouwt voort op hun onderzoek en bevindingen.

Lees het volledige artikel in jaargang 42 (2023) no. 4 van Caert-Thresoor.
 

Zelfportret van Jacob van Lennep in zijn studeerkamer, met een kaart aan de wand, gegraveerd door Jacob Ernst Marcus voor de titelpagina van Van Lenneps Academische Idyllen, Amsterdam: P. Meyer Warnars, 1826 (Amsterdam, Allard Pierson, IWO-depot, BALIE 263.C3).

PROF. B.J. VANNIEUWENHUYZE is bijzonder hoogleraar historische cartografie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is lid van de Onderzoeksgroep Explokart bij het Allard Pierson.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Was de kritiek terecht? Von Derfelden van Hinderstein versus Melvill van Carnbée

Overzichtskaarten van het toenmalige Nederlands-Indië bestaan vanaf 1818, toen Johannes van den Bosch zijn Atlas der overzeese bezittingen uitbracht. De schaal van de overzichtskaart van de Indische archipel in deze atlas is ongeveer 1:9 miljoen en dat biedt niet de mogelijkheid om veel detail te tonen. Het was dus geboden, om de grenzen van het overzeese rijk nauwkeuriger weer te geven en een meer gedetailleerde kaart te vervaardigen. Die taak werd vanaf 1820 opgenomen door Gijsbert Franco baron von Derfelden van Hinderstein (Von Derfelden), een Utrechtse kamergeleerde in de beste zin van het woord en in de jaren veertig door Pieter baron Melvill van Carnbée (Melvill), luitenant ter zee van de Koninklijke Marine. De hulpbronnen die ze ter beschikking hadden en de schaal van de kaart bepaalden de productietijd: de kaart van Von Derfelden op de schaal 1:4,5 miljoen kwam pas gereed in 1842, die van Melvill in 1846, op de schaal 1:8,5 miljoen. Melvill claimt bij de uitgave: “Ondanks de vrij kleine schaal biedt onze kaart meer detail dan alle andere overzichtskaarten die tot nu toe zijn gepubliceerd.” Dat geeft aanleiding om de nauwkeurigheid van beide kaarten met elkaar en de werkelijkheid te vergelijken.

Lees het volledige artikel in jaargang 42 (2023) no. 4 van Caert-Thresoor.
 

Titelpagina van de Atlas der Overzeesche Bezittingen van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden (1818), bedoeld als bijlage bij een verhandeling over onze koloniën (Nederlandsche bezittingen in Azia, Amerika en Afrika, in derzelver toestand en aangelegenheid voor dit Rijk, wijsgeerig, staatshuishoudkundig en geographisch beschouwd) (Canberra, National Library of Australia, MAP Ra 94.).

J.W. LEEFLANG MA is freelance historicus, lid van de Explokart onderzoeksgroep en wetenschappelijk medewerker voor de Stichting Historiae Cartographicae Cathedra, die verbonden is aan de leerstoel Historische Kartografie aan de Universiteit van Amsterdam.

DR. F.J. ORMELING is emeritus hoogleraar kartografie en lid van de Explokart onderzoeksgroep, Bijzondere collecties, Universiteit van Amsterdam.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Samuel Fahlberg. Kartograaf van Zweedse én Nederlandse Caribische eilanden

De Zweed Samuel Fahlberg (1758-1834) is niet erg bekend in de Nederlandse kartografische wereld. Toch is hij als kaartmaker actief geweest binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Tenminste, als we ook de kleinste delen van het overzeese gebied van het Koninkrijk meerekenen. Van 1810 tot 1834 was hij op Sint Eustatius en Sint Maarten woonachtig en werkzaam, onder andere als kartograaf. Maar hoe kwam hij hier terecht? Wat deed hij in de voorafgaande jaren? En is hij in Zweden, zijn land van herkomst, bekend?

Lees het volledige artikel in jaargang 42 (2023) no. 3 van Caert-Thresoor.
 

Nederlandse Bovenwindse eilanden met Saint-Barthélemy op een kaart van P. Melvill van Carnbee, 1846 (Universiteitsbibliotheek Leiden, COLLBN Port 188 N150).

DR. W. E. RENKEMA (1942) was tot zijn pensionering werkzaam als leraar geschiedenis en schoolleider. Hij publiceerde onder andere een proefschrift over Curaçaose plantages en een boek over oude kaarten van de zes eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen. De publicatie Polderkaarten, over oude kaarten van waterschappen en polders in Nederland, verscheen eerder dit jaar in de Explokartreeks

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Reuzenglobes voor Richelieu. De handgeschreven notities van Ernst Brinck

Onder de elite van de zeventiende eeuw bewoog de erudiete Harderwijkse regent Ernst Brinck (1582-1649). Hij volgde de ontdekkingen op de voet, verzamelde exotica, bestudeerde kaarten en wisselde onderling informatie uit. Duizenden handgeschreven notities van Brinck zijn overgeleverd in 45 perkamenten bandjes. Het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe heeft ze gefotografeerd en online toegankelijk gemaakt. Ze bevatten een schat aan informatie over talloze, uiteenlopende onderwerpen. Brincks handschrift is lastig te lezen en hij schreef over van alles en nog wat door elkaar, afwisselend in vier talen. Hoeveel Brinck ook schreef, gepubliceerd heeft hij nauwelijks. De notities dienden hem vooral als geheugensteun. Zijn enige twee publicaties zijn bijdragen aan atlasuitgaven in 1630 en 1652. Aan de hand van vier onderwerpen wordt in dit artikel een indruk van Brincks werkwijze en belangstelling voor kartografie gegeven.

Lees het volledige artikel in jaargang 42 (2023) no. 3 van Caert-Thresoor.
 

Aantekeningen van Ernst Brinck over globes en landkaarten (Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Oud-Archief Harderwijk, Harderwijk, inv. 2037, fol. 94r).

Kaart van China, Jodocus Hondius, 1606. (Amsterdam, Allard Pierson UvA, HB-KZL 33.14.59).

DR. M. ROSCAM ABBING is onafhankelijk onderzoeker en woont in Hoorn.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Frans Florisz. van Berckenrode. Landmeter en rooimeester in Batavia, 1625-c. 1638

In 1619 werd onder leiding van gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen het Javaanse Jayakarta veroverd en met de grond gelijk gemaakt. Op deze plek verrees een groot fort, het kasteel genoemd, waarin het personeel van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) werd gehuisvest en de pakhuizen en werkplaatsen ingericht. Aan de zuidkant werd om de oude Chinese wijk heen een nieuwe stad aangelegd, Batavia. Voor het registreren van de vele nieuw uitgegeven bouwpercelen werd in 1625 een officiële landmeter aangetrokken, Frans Florisz. van Berckenrode.

Lees het volledige artikel in jaargang 42 (2023) no. 3 van Caert-Thresoor.
 

Perfecte afbeelding van de stadt Batavia gelegen aen de Noordwesthoek van Java in O. Indien, 1650. Situatie van 1638. Het noorden is links. Pentekening door Dyonisus Paulusz., 35 x 58 cm (British Library, Londen, Add. Ms. 5027 A, fol. 73).

A.B. BROMMER, voormalig museumdirecteur, specialiseerde zich in de Nederlandse overzeese geschiedenis en kartografie. Ze werkte onder meer mee aan enkele delen van de Grote Atlas van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Carel Frederik Stemler. Een unieke atlas in de collectie van het KNAG – of niet?

Jacob Kuijper, een van de oprichters en erelid van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) overleed in Den Haag op 3 februari 1908, 86 jaar oud. Zijn verdiensten werden bij die gelegenheid in diverse kranten gememoreerd. Daarbij wordt meermalen melding gemaakt van een unieke atlas.

Lees het volledige artikel in jaargang 42 (2023) no. 2 van Caert-Thresoor.
 

Kaart van Australië. In de Atlas der Wereld […], Amsterdam, Stemler, 1857. (Allard Pierson UvA, HB-KZL I 6 C 31; bruikleen KNAG). NB De kaart zelf is gedateerd 1856.

DRS. R. STORM (1962) groeide op in Brabant, studeerde in Amsterdam en Leiden en werkt als conservator Kartografie, Geografie en Reizen bij het Allard Pierson | De Collecties van de Universiteit van Amsterdam.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor