Ex Usu Nautae: Ten Dienste van de Zeeman. Kartografie bij de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine sinds 1974

In het Koninkrijk der Nederlanden is de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine verantwoordelijk voor actuele nautische producten. Tot 2006 was de Dienst gevestigd op de Badhuisweg in Scheveningen. Sindsdien is zij gehuisvest op de Haagse Frederikkazerne. Bij het honderdjarig bestaan van de Dienst der Hydrografie in 1974 werd het historisch overzicht Met Lood en Lijn gepubliceerd. Dit artikel schetst de ontwikkelingen gedurende de laatste vijftig jaar. Na de beschrijving van de relevante ontwikkelingen van een aantal soorten nautische producten, worden ook enkele algemene ontwikkelingen besproken die de veranderingen van deze periode bepaald hebben.

Lees het volledige artikel in het nieuwe gedrukte nummer van Caert-Thresoor.
 

Zeekaart van de aanloop Nieuwe Waterweg, Kaart 1449, ed. 1986. De eerste Maasvlakte is gereed. De Eurogeul en Maasgeul zijn uitgebreid, en de Verkeersscheidingsstelsels zijn gewijzigd. Bron: Dienst Der Hydrografie en Nationaal Archief (detail).

J.G. FERWERDA was van 1971 tot 1977 hydrografisch opnemer op Hr. Ms. opnemingsvaartuigen, waarvan één jaar in de Nederlandse Antillen. Van 1977 tot 2003 was hij kartograaf en uiteindelijk Algemeen Adviseur bij de Dienst der Hydrografie.
J. SCHAAP is Hoofd Productie bij de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine. Hij was hiervoor hydrografisch opnemer aan boord van de opnemingsvaartuigen van de Koninklijke Marine.
DR. IR. L.L. DORST is Plaatsvervangend Chef der Hydrografie en Hoofd van de Stafgroep bij de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Cartoons van de Hydrografische Dienst

Van begin 2014 tot eind 2016 heb ik als lid van een projectteam meegewerkt aan de standplaatscontrole van de kaarten- en tekeningencollectie van het Nationaal Archief. Dag in dag uit bestond ons werk uit het openen van dozen, lades en mappen; het vergelijken van inventarisnummers en standplaatsen en het registreren van schades. We werkten onder de grond, weggestopt in een uithoek van het depot. De temperatuur was constant achttien graden en de lucht was bijzonder droog. De meeste dagen waren net zo monotoon als het gebrom van de ventilatoren boven onze hoofden. Het was een tijd die ik voor geen goud had willen missen.

Lees het volledige artikel in het nieuwe gedrukte nummer van Caert-Thresoor.
 

Militair in rokkostuum met steek en sextant. Detail van het constructieblad van het zuidelijk gedeelte van de Gasparstraten, opgenomen door Z. M. opnemingsvaartuig De Hydrograaf, november 1874-november 1876 (Nationaal Archief, 4.HYDRO1204 inv.nr. F91).

Als de schaalaanduiding op het minuutblad blijkt te ontbreken, kun je daar als tekenaar om vragen. Detail van het minuutblad van het noordwestelijk gedeelte van Sangi en Lipang (Sangi-eilanden), opgenomen door GSS Van Doorn, mei-juni 1931 (Nationaal Archief, 4.HYDRO1208 inv.nr. H17).

JOSSE PIETERSMA is conservator van Museum Martena en het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium in Franeker. Van 2014 tot 2016 was hij betrokken bij de standcontrole van de kaarten- en tekeningencollectie van het Nationaal Archief.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Oost-Indische diepzeekaarten en de GEBCO

In de laatste jaargang van het Kartografisch Tijdschrift heeft Hans Ferwerda een overzicht gegeven van het werk aan de General Bathymetric Chart of the Oceans (GEBCO), het in 1903 gestarte en thans door de International Hydrographic Organization (IHO) gerunde project om de oceanen systematisch te karteren. Behalve de organisatie en de techniek van de diepzeelodingen heeft hij daarbij ook de Nederlandse participatie in dat project van de 1920er jaren tot 1992 aangestipt. Deze bijdrage wil die wat betreft de Oost-Indische wateren nader invullen.
Diepzee-onderzoek betreft niet alleen verbetering van de kennis van het reliëf van de zeebodem, al gaat het in de kartografie primair daarom; het gaat natuurlijk ook over de flora en fauna en de eigenschappen van het zeewater zoals zoutgehalte, temperatuur en stromingen, maar daar zal dit artikel niet op in gaan. Het beperkt zich tot de dieptemetingen en het gebruik van isobathen (lijnen van gelijke diepte) om het zeebodem-reliëf te karakteriseren.

Lees het volledige artikel in het nieuwe gedrukte nummer van Caert-Thresoor.
 

Vergelijking van de omgeving van de Bandazee op de kaart gebaseerd op de Sibogaexpeditie (Tydeman), boven, en op de Snellius-expeditie (Van Riel) onder.

DR. F.J. ORMELING is emeritus hoogleraar kartografie en lid van de Explokart onderzoeksgroep, Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Remmert van Tijen. Hydrografisch opnemer en Chef der Hydrografie

Dit artikel gaat in het kort in op het leven en werken van de veelzijdige zeeofficier Remmert van Tijen (1891-1942). In het kader van het themanummer 150 jaar Dienst der Hydrografie ligt de focus op zijn werkzaamheden als hydrografisch opnemer. Van 1924 tot 1928 is Van Tijen commandant van een opnemingsvaartuig in de wateren rondom Nieuw-Guinea en in 1934 neemt hij een deel van de Waddenzee op. Hij overlijdt in 1942 in Duitse gevangenschap (Neurenberg). Op dat moment is hij Kapitein ter Zee en Chef der Hydrografie.

Lees het volledige artikel in het nieuwe gedrukte nummer van Caert-Thresoor.
 

Hydrografisch werkblad (Minuutblad) Ankerplaatsen Polewali. R. van Tijen, 1926. Schaal: 50.000 (links); 1:25.000 (rechts) (Nationaal Archief 4.HYDRO1208, inv. nr. D20a).

R.T.M. GULEIJ is collectiespecialist kartografie bij het Nationaal Archief en werkt sinds 1985 met de collectie kaarten en tekeningen. Hij is redactielid van Caert-Thresoor en heeft zitting in de projectgroep van de historische database Atlas of Mutual Heritage.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Zes onbekende manuscriptkaarten van Gerard van Keulen

Onlangs zijn zes manuscriptkaarten van Gerard van Keulen toegevoegd aan de Van Keulen Collectie van de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL). Vijf van deze zeekaarten zijn aan de UBL geschonken door Naturalis Biodiversity Center in Leiden. Drie kaarten, waarvan geen andere exemplaren bekend zijn, tonen delen van de Noorse kust. Twee kaarten hebben betrekking op de Noordzee en Noordelijke Atlantische Oceaan. Van deze kaarten zijn wel andere, zij het niet identieke, exemplaren bekend. Een zesde zeekaart bevond zich in de Collectie Bodel Nijenhuis en bevat een deel van de zuidkust van Bretagne. Deze kaart is tijdens het onderzoek voor The Van Keulen Cartography (2005) over het hoofd gezien. In deze bijdrage worden de zes kaarten beschreven, volgens dezelfde methode als in The Van Keulen Cartography, en nader toegelicht.

Lees het volledige artikel in jaargang 43 (2024) no. 3 van Caert-Thresoor.
 

De Zeekusten van | Noor Weegen | Van Korsfioerd tot aen t Eijland Alden | Vertoonende t Liet Van Bergen | Nieuwelijks gepijlt | Opgestelt tot Amsterdam | bij | Gerard Van | Keulen. Universiteitsbibliotheek Leiden, COLLBN 003-01-034.

Bekijk de kaart online
DRS. M. STORMS (ARNHEM, 1978) is conservator kaarten en atlassen bij de Universitaire Bibliotheken Leiden. Daarnaast werkt hij als projectcoördinator voor Koeman’s Atlantis Neerlandici bij uitgeverij Brill. Hij studeerde sociale geografie en planologie aan de Universiteit Utrecht, waarbij hij zich specialiseerde in GIS en kartografie.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Pamfletkaarten. Kartografisch materiaal in Nederlandse pamflettenverzamelingen (ca. 1550-1650)

Van heksenprocessen tot de nieuwe doorvaart naar voormalig Oost-Indië, van het ontzet van Leiden tot aan een utopische nieuwe stad; het is slechts een greep uit de uiteenlopende kaarten en gezichten die onderzoekers Han Voogt en Hans Ingen-Housz eind vorige eeuw aantroffen tijdens hun systematische zoektocht door negen Nederlandse pamflettenverzamelingen. De ‘pamfletkaarten’ verschenen in goedkoop, efemeer drukwerk en waren dus kaarten die door relatief veel mensen werden gezien, gebruikt en verspreid. Het onderzoek zou de eerste kartobibliografie van de Explokart Studies-boekenreeks moeten worden, maar het project strandde onverhoopt in 2004. Toch leverde het een veelzijdig en verrassend onderzoekscorpus op, dat de moeite van het bestuderen waard is, en aanzet vormt tot verder onderzoek naar de rol van kaarten in nieuwsvoorziening en publieke opinie in de zestiende- en zeventiende-eeuwse Nederlanden.

Lees het volledige artikel in jaargang 43 (2024) no. 3 van Caert-Thresoor.
 

Detail van de Belegeringe van Schencken-Schans, Met alle de nieuwe Forten ende Approchen / le Siege du Fort de schinc, Avecq toutes les Nouvelles Fortifications et Approches. Willem Hondius en Jan Martszen de Jonge (toegeschreven aan). (Amsterdam: Willem en Henricus Hondius, 1635) (Amsterdam, Rijksmuseum).

DRS. J.H.C.M. VAN SCHAIK is promovendus aan de Universiteit van Amsterdam, verbonden aan onderzoeksgroep Explokart en Allard Pierson.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Zoeken naar Fort Boekoe. Een nieuwe analyse van achttiende-eeuwse Surinaamse kaarten van De Frederici en Heneman

In 2022 was het 250 jaar geleden dat, na een jaar belegering, in Noordoost Suriname in september 1772 Fort Boekoe werd ingenomen. Ontsnapte tot slaafgemaakten (marrons) hadden aan het einde van de achttiende eeuw in de zwampen (ondiepe moerassen) nederzettingen gebouwd en van hieruit werden strooptochten naar plantages uitgevoerd. Het koloniale leger was al sinds 1765 bezig om deze uitvalsbases van de opstandige slaven op te sporen, te veroveren en te vernietigen. In 1771 werd een nieuwe met palissaden versterkte basis betrokken waar de marrons onder leiding van de vrijheidsstrijder Boni een jaar standhielden. Dit Fort Boekoe verwierf een iconische status in Suriname: zo werd de Prins Bernhardkazerne in Paramaribo na de onafhankelijkheid omgedoopt in “Memre Boekoe”-kazerne (Gedenk Boekoe). De exacte locatie van Fort Boekoe is na de verovering in de vergetelheid geraakt. Sinds 1997 is Stichting Boekoe actief op zoek om het fort te lokaliseren. In dit artikel wordt een analyse met MapAnalyst van de achttiendeeeuwse kaartbronnen getoond die een nieuwe locatie voorstelt. Deze locatie vormde het doel van de Boekoe-expedities in november 2021 en maart 2022.

Lees het volledige artikel in jaargang 43 (2024) no. 3 van Caert-Thresoor.
 

Kaart van het weglopersdorp Mi Sa Lasi en het daarvoor door kapitein Oorsinga opgeslagen kamp. Jurriaan de Frederici, Juni 1772 (Nationaal Archief, 4.VEL 2128).

De kaart van Jurriaan François de Frederici, 1773 (noorden is beneden) Diagonaal van de rechter kaartrand naar het midden loopt het eerste militaire cordonpad van de Pericarivier naar de Cotticarivier (Nationaal Archief, 4.VEL 2127).

DRS. H. ERREN (1961) studeerde geofysica in Utrecht en is werkzaam als senior consultant smart data solutions bij Oasis Group met als specialisme forensische geodesie, hij is als geoloog/kartograaf betrokken bij Stichting Boekoe.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Vroegmoderne kartografie. Korte beschouwingen over de rollen van de mens in het kartografisch proces

Bij een onderzoek naar kaarten denkt men doorgaans aan hetgeen de kaart beschrijft; zo komen onderwerpen als landsbeheer of navigatie aan bod. Recent is echter opgeroepen om de focus te verleggen naar de studie van het gehele kartografische proces en daarbij zowel de productie, de circulatie als de consumptie van kaarten in ogenschouw te nemen. Deze invalshoek riep bij mij de vraag op welke mensen er bij dit proces betrokken waren, en dan meer specifiek bij de vroegmoderne kartografie in de Lage Landen (zestiende- achttiende eeuw). Voortbouwend op bestaande kaders van David Woodward (1974) en Matthew H. Edney (2019) wordt een nieuwe indeling geïntroduceerd, waarbij de betrokkenen gecategoriseerd worden in drie groepen: pre-kaart, en-carte en post-kaart. Het artikel opent met een casus die illustreert hoeveel mensen er, op verschillende niveaus, konden deelnemen aan het kartografische proces.

Lees het volledige artikel in jaargang 43 (2024) no. 2 van Caert-Thresoor.
 

Landmeter Andries van der Wal (-1671) afgebeeld met meetstok en twee assistenten. Datering: 1650-1674 (Amersfoort, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, AB1862).

D. A. GROOT MA (1996) is afgestudeerd als stads- en architectuurhistoricus aan de Universiteit van Amsterdam en werkt tegenwoordig als leraar in het basisonderwijs. Hij schreef een eerste versie van dit artikel als student van de Tutorial Historische Cartografie, gedoceerd door prof. dr. Bram Vannieuwenhuyze.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

Zoektocht naar het VOC-schip ‘Haarlem’. De rol van kartografisch onderzoek

Op maandag 25 maart 1647, net na vijf uur ’s middags, verongelukte het Verenigde Oostindische Compagnieschip de ‘Haarlem’ in de Tafelbaai bij het huidige Kaapstad. Dit incident had verstrekkende gevolgen: het leidde ertoe dat vijf jaar later een verversingspost voor passerende schepen werd gesticht. Deze post vormde het begin van de Zuidafrikaanse multiculturele en multiraciale samenleving. Er is internationaal geen vergelijkbaar geval voor de belangrijke rol die een scheepsramp in de geschiedenis van een heel land heeft gespeeld, als de stranding van de ‘Haarlem’. Sinds 1989 wordt er multidisciplinair onderzoek gedaan naar de ondergang van dit schip. Op grond van de gecombineerde resultaten is gedurende recente jaren een locatie bepaald waar het wrak waarschijnlijk ligt. In dit artikel wordt de rol die met name kartografisch onderzoek in dit project speelt nader belicht.

Lees het volledige artikel in jaargang 43 (2024) no. 2 van Caert-Thresoor.
 

Kaart van de Tafelbaai, het Robben Eiland, de Klip de Walvisch, benevens aanwyzing waar eenige schepen gebleven zyn, 1663. Manuscript. Het noorden is rechts (NA, 4.VEL inv.nr. 178).

DR. B.E.J.S. WERZ, FSA Historicus en archeoloog, is een specialist op het gebied van maritieme archeologie. Hij bestudeert sinds 1989 de geschiedenis van het schip de ‘Haarlem’. Momenteel leidt hij een groep van specialisten die op zoek is naar het wrak, onder de auspiciën van het African Institute for Marine & Underwater Research, Exploration & Education (AIMURE).

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor

‘Globus iconographicus’. Kartografie en classificatie

Het is niet uitzonderlijk dat kaarten als metaforen worden gebruikt om kennis te verbeelden. Minder gebruikelijk is dat kartografisch onderzoek en karteringsmethoden worden ingezet als instrumenten in een ontwerpsysteem voor de ontsluiting van kennis. Archieven van de Leidse hoogleraar in de kunstgeschiedenis Henri van de Waal (1910-1972) werpen een blik op de rol die de kartografie speelde in het ordenen van de collectie Topografisch Prenten en Tekeningen van de Universiteit Leiden. De karteringsmethoden waren ook bepalend in de ontwikkeling van Van de Waals kunstclassificatiesystemen; het vermaarde Iconclass en zijn ongepubliceerde iconologisch systeem Beeldleer.

Lees het volledige artikel in jaargang 43 (2024) no. 2 van Caert-Thresoor.
 

Kaart van Frankrijk getekend in pen door Henri van de Waal met rasterpatroon en numerieke annotaties (ca. 1938) (Universiteitsblibliotheken Leiden, Archief van de Collectie Bodel Nijenhuis, Doos 2, map “Systeem Henri van de Waal” (1938-39)). 1 (Notities voor het beschrijven van 1 Buitenlandse prenten “Systeem van de Waal” (1938-1939) folder 2, Maten: 20 x 12cm.

PROF. C. VAN DEN HEUVEL is emeritus hoogleraar Digitale Methoden en Historische Disciplines (UvA) en voormalig hoofd Kennisen Kunstpraktijken van het Huygens Instituut (KNAW). Ook was hij conservator kaarten en atlassen van de Leidse Universiteitsbibliotheek.

Caert-Thresoor verschijnt 4 keer per jaar op papier. De redactie plaatst de inmiddels verschenen afleveringen met een vertraging van 3 jaar op de website.

Word nu abonnee van Caert-Thresoor